Ongeluk zit in een klein hoekje

In ons kleine land rijden acht miljoen auto’s rond, waarmee we gemiddeld zo’n 16.000 kilometer per jaar afleggen. Met nog eens 600.000 motorfietsen, 900.000 bromfietsen en naar schatting 19 miljoen fietsen is de kans op een ongeval dan ook niet denkbeeldig.

Gelukkig blijven de gevolgen van de botsing of de schuiver in de meeste gevallen beperkt tot verwondingen; het verkeer eist steeds minder dodelijke slachtoffers. Daarentegen stijgt wel het aantal mensen met permanent letsel. Dit komt vooral ook omdat medici vandaag de dag steeds meer slachtoffers in leven weten te houden.

In 2010 kwamen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 640 mensen om het leven, wat een daling van 11 procent betekent ten opzichte van de 720 slachtoffers van 2009. Nederland houdt hiermee vast aan een positieve trend, die al na 1972 is ingezet. Sinds dit betreurenswaardige ‘topjaar’, met liefst 3264 slachtoffers, is het aantal doden in het vaderlandse verkeer inmiddels met 80 procent afgenomen.

Gordels en helm

Zo’n sterke daling is alleen mogelijk als er zaken daadwerkelijk veranderen. Sinds het midden van de jaren zeventig stelde de overheid daarom de autogordel en de bromfietshelm verplicht. Ook zijn er geregeld campagnes om mensen te wijzen op de gevaren van bijvoorbeeld alcohol in het verkeer (‘Bob, daar kun je mee thuis komen’) en oververmoeidheid (‘Word geen slaaprijder’).

Maar ook de technische vooruitgang helpt een handje om de statistieken prettiger te maken. Onze motorvoertuigen krijgen weliswaar steeds meer kracht en vermogen, ze kunnen ook gemakkelijker in toom worden gehouden door voorzieningen als antiblokkeersysteem (ABS) en traction control. En mocht het onverhoopt toch mis gaan, dan vergroten sterke kooiconstructies, kreukelzones, hoofdsteunen en airbags de kans op overleven. Al moeten we er wel voor waken dat we ons niet schijnveilig voelen: ook met alle genoemde voorzieningen moeten we voorzichtig blijven in het verkeer en geen onnodige risico's nemen.

Missing media-item.

Auto

Want ondanks al deze hulpmiddelen en bescherming zijn de meeste verkeersdoden nog altijd inzittenden van personenauto’s. In 2010 overleden 246 autobestuurders of hun inzittenden, tegen bijvoorbeeld 162 fietsers. Daarbij wel de aantekening dat de gestage daling van het aantal verkeersdoden in ons land vooral voor rekening komt van autobestuurders. Het aantal verkeersdoden onder de meest kwetsbare groepen, zoals voetgangers, fietsers en motorrijders, blijft de laatste jaren namelijk nagenoeg gelijk.

Gevaarlijke plekken

Van alle ongevallen met dodelijke afloop gebeurt tweederde buiten de bebouwde kom en vooral op provinciale wegen. Recent onderzoek onder bijna 600 automobilisten wees uit dat zij deze wegen ook het meest vrezen, vooral in de nachtelijke uren. Meer dan de helft van de ondervraagden denkt dat de kans op een slip of botsing op een dergelijke weg het grootst is. Bijna een kwart noemt de snelweg.

Missing media-item.

Veiligheid

Bijna alle ondervraagden ervaren de hedendaagse auto als een redelijk tot zeer veilig vervoermiddel. Dat komt vooral door de huidige standaard aan veiligheidsmaatregelen zoals airbags en hoofdsteunen. Het aspect ‘veiligheid’ blijkt echter niet van doorslaggevende betekenis te zijn als het gaat om de uiteindelijke aanschaf. Dan kijken kopers eerst naar de prijs en betrouwbaarheid, daarna naar veiligheid, en vervolgens naar brandstofverbruik, ontwerp/uitstraling en merk.

En dan is het tijd om met de -nieuwe - aanwinst op pad te gaan, net als de acht miljoen eigenaren van de andere auto’s in Nederland. Liefst veilig, dat zult u begrijpen. En aan die veiligheid kunt u zelf een behoorlijk steentje bijdragen.

Bron 
  • BOVAG, www.fietsen.123.nl, onderzoek Univé