Een sterke romp helpt bij balans, houding en soepel bewegen
Core stability is een term die je vaak hoort bij sport en beweging, maar hij is minstens zo belangrijk in het dagelijks leven. Een goede rompstabiliteit helpt je om rechtop te staan, in balans te blijven en bewegingen gecontroleerd uit te voeren. Zeker naarmate je ouder wordt, speelt core stability een grote rol bij veilig en soepel bewegen.
De core-stability - ook wel kern- of rompstabiliteit genoemd - is afkomstig uit de revalidatietraining en is pas later uitgegroeid tot reguliere trainingsvorm.
Wat betekent core stability?
Core stability betekent letterlijk rompstabiliteit. Het gaat om het vermogen van je lichaam om de romp stabiel te houden tijdens beweging. Die stabiliteit zorgt ervoor dat je armen en benen goed kunnen bewegen zonder dat je lichaam uit balans raakt of overbelast wordt. Het draait daarbij niet alleen om spierkracht, maar vooral om samenwerking en controle van verschillende spiergroepen rond je romp.
Welke spieren horen bij je core?
Je core bestaat uit meer dan alleen de buikspieren. Het gaat om een groep dieper en oppervlakkiger gelegen spieren die samen je romp ondersteunen, waaronder:
- De buikspieren (vooral de diepe buikspieren)
- De rugspieren
- De spieren rond het bekken
- De bekkenbodem
- Het middenrif
Samen vormen deze spieren een soort natuurlijke korset dat je wervelkolom ondersteunt en bewegingen opvangt.
Lees ook: 8 eenvoudige oefeningen om je bekkenbodem te versterken
Waarom is core stability belangrijk?
Een stabiele romp is de basis voor vrijwel elke beweging. Of je nu opstaat uit een stoel, boodschappen tilt, traploopt of een stukje wandelt: je core is voortdurend actief. Een goede core stability helpt bij:
- Een betere houding
- Balans en evenwicht
- Het voorkomen van overbelasting
- Gecontroleerd bewegen zonder ‘zwabberen’
- Minder kans op rugklachten
- Meer vertrouwen tijdens bewegen.
Wat merk je van een zwakke core?
Als de romp minder stabiel is, kan dat zich op verschillende manieren uiten. Je kunt sneller last krijgen van een vermoeid gevoel in de onderrug, moeite hebben met lang staan of onzeker worden bij lopen en draaien. Ook dagelijkse handelingen, zoals bukken of iets optillen, kunnen zwaarder aanvoelen. Dit betekent niet meteen dat er iets ernstigs aan de hand is, maar het kan wel een signaal zijn dat je romp extra aandacht nodig heeft.
Core stability en ouder worden
Met het ouder worden neemt spiermassa en spiercontrole geleidelijk af. Dat is een normaal proces. Juist daarom wordt core stability na je 50e steeds belangrijker. Een stabiele romp helpt je om zelfstandig en mobiel te blijven en verkleint de kans op vallen of overbelasting. Het goede nieuws is dat je core op elke leeftijd trainbaar blijft, mits je dit rustig en gecontroleerd doet.
Wat is core stability niet?
Core stability wordt vaak verward met het trainen van ‘strakke buikspieren’. Maar het gaat niet om een zichtbare sixpack. Het doel is stabiliteit en controle, niet maximale kracht. Zware of snelle oefeningen zijn daarvoor niet nodig en soms zelfs ongeschikt.
Wanneer moet je voorzichtig zijn?
Bij acute rugpijn, na een operatie of bij ernstige gewrichtsklachten is het verstandig eerst advies te vragen aan een arts of fysiotherapeut. Core stability-training hoort rustig en gecontroleerd te verlopen, zonder pijn.
Eenvoudige core stability-oefeningen voor thuis
Deze oefeningen zijn laagdrempelig en gericht op controle, niet op kracht. Doe ze rustig en stop bij pijn.
1. Bekkenkanteling (liggend)
Ga op je rug liggen met gebogen knieën. Kantel je bekken licht, zodat je onderrug zachtjes richting de vloer beweegt. Houd dit enkele seconden vast en ontspan weer.
2. Knieën optillen (zittend)
Ga rechtop op een stoel zitten. Span je buik licht aan en til één voet een paar centimeter op, zonder achterover te leunen. Wissel van kant.
3. Staande balans
Ga rechtop staan en span je buik licht aan. Til één voet kort van de grond en blijf rustig ademen. Houd iets vast als dat nodig is.
4. Armen en benen strekken (op handen en knieën)
Ga op handen en knieën staan. Strek rustig één arm en het tegenovergestelde been, zonder dat je romp draait. Wissel af.
Begin met een paar herhalingen en bouw langzaam op. Regelmaat is belangrijker dan intensiteit.