Bodembedekkers

Meestal zijn bodembedekkers vrij makkelijk in onderhoud. Maar pas op voor soorten met kruipende wortelstokken, die kunnen woekerneigingen hebben.

Stap 1
Kijk bij de aanschaf van bodembedekkers ook naar hun eigenschappen. Hoe snel groeien ze, krijgt onkruid daardoor nog een kans? Blijven ze laag? Wat is de bloei, hoe lang en wanneer bloeien ze? Kunnen ze tegen vorst? Sommige soorten kunnen belopen worden en dienen als vervanger van het gazon.

Stap 2
Er zijn zoveel soorten bodembedekkers dat het handig is een kweker te raadplegen. Het betreft vaak een grote hoeveelheid planten en dan is de teleurstelling groot wanneer ze niet naar wens zijn.

Stap 3
Maak een ontwerp waarin is aangegeven hoeveel planten in totaal en hoeveel planten per soort nodig zijn voor het oppervlak dat bedekt moet worden.

Missing media-item.

Stap 4
Bij bodembedekkers wordt meestal gedacht aan de wat lagere beplanting. Die zijn ook geschikt als beplanting onder andere gewassen, zoals heesters. Er zijn ook hogere plantensoorten geschikt voor dit doel. Als ze de grond maar goed bedekken.

Stap 5
Verwijder alle sporen van onkruid. Door dit met regelmaat van tevoren te doen, vormen ze geen bloei. En bloei betekent zaden die zich weer verspreiden. Wanneer onkruid niet wordt verwijderd, zullen bijvoorbeeld zevenblad (Aegopodium podagraria), akkerwinde (Convol-vulus arvensis) en kweekgras (Elytrigia) moeilijk uit te roeien zijn als de bodembedekkers er al staan. Plant dus niet voordat de grond helemaal onkruidvrij is.

Stap 6
Goede grond is noodzakelijk omdat de planten snel moeten aanslaan en meerdere jaren krachtig en gezond moeten blijven. Verbeter de structuur door er een dikke laag organisch materiaal onder te spitten. Dit kan onder andere humus, tuincompost of turf zijn. Reken op een volle kruiwagen per 2 m².

Missing media-item.

Stap 7
Werk kunstmest door de bovenste paar centimeter van de grond; 30-60 gram op 1 m².

Stap 8
De beste tijd om te planten is aan het eind van de winter of vroeg in het voorjaar. De grond wordt dan warmer en er is genoeg vocht in de lucht en in de grond.

Stap 9

Stel de juiste plantafstand vast. Deze hangt af van de soort, de groeivorm en de kwaliteit van de grond. Houd ook rekening met de grootte van de plant. Jonge, goed bewortelde planten slaan sneller aan dan grote oude planten. Let op: de aanbevolen plantafstand is ook voor elk klimaat anders.

Stap 10
Graaf eerst een gat dat diep en wijd genoeg is voor de wortels. De plantdiepte is de potdiepte.

Missing media-item.

Stap 11
Bij het aanplanten in het voorjaar is het belangrijk de planten eerst 5 à 10 minuten in water te dompelen, totdat er geen luchtbellen meer omhoog komen.

Stap 12
Maak de pot voorzichtig van de potkluit los, dit kan het best door hem omgekeerd een licht klopje te geven. Maak de wortels voorzichtig los.

Stap 13
Zet de plant in het gat, dicht het gat met grond en druk die goed aan.

Stap 14
Wanneer alle planten in de grond staan, de grond licht losmaken met een grondvork. Goed water geven.

Lees ook de andere artikelen in onze Tuinspecial:

  • Aanleg van terrassen en paden
  • Bollen in potten
  • Hoe gebruikt u borderbakken?
  • Zelf compost maken
  • Een border aanleggen
  • Een getuinde heg maken
  • Een haag planten
  • Grond verbeteren
  • Hanging baskets
  • Minivijver van beton
  • Planten verpotten
  • Schutting plaatsen
  • Sfeerverlichting voor in de tuin
Auteur 
Bron 
  • Plus Tuinspecial