Zelf tuinieren in september 2013

Getty Images

Deze maand geeft Romke van de Kaa weer tips om zelf aan de slag de gaan in de tuin.

Stap voor stap: zo plant je een Thuja-haag

September is een goede maand om coniferenhagen te plan­ten. De grond is nog warm en de bomen gaan snel aan de groei. De Rolls-Royce onder de groenblijvende haagconiferen is de langzaam groeiende en prijzige taxus. Een snelgroeiend en goedkoper alternatief is Thuja plicata, de reuzenlevensboom. Het is verbazingwekkend dat je zo’n grote boom klein kunt houden, maar dat geldt voor meer bomen.
  1. Reken voor een haag van Thuja plicata op 2,5 boompje per strekkende meter. ‘Excelsa’, ‘Dura’ en ‘Gelderland’ zijn aanbevolen variëteiten. Koop kleine, goedkope boompjes in plaats van duurdere grote. Ik zou niet meer dan €5 per stuk uitgeven. Kleine boompjes slaan sneller aan en al na een paar jaar heeft een klein geplante boom een grote ingehaald.
  2. Maak de grond schoon. Groeit er gras, dan kun je dit afsteken en afplaggen. Voor het steken gebruik je een spade, maar voor het plaggen is de bats het aangewezen gereedschap.
  3. Graaf vervolgens een sleuf die ruim groter is dan de wortelkluit van het boompje. Maak de grond in de sleuf goed los.
  4. Klop de boom uit de pot en spreid de wortels uit in de sleuf.
  5. Vul de sleuf weer met grond…
  6. …en druk die stevig aan. Mest is nog niet nodig. Op zure grond kan een beetje kalk geen kwaad.
  7. Nu volgt het belangrijkste: water geven. Pas geplante bomen moeten áltijd water hebben, opdat de grond zich rondom de wortels sluit. Zelfs een plensbui is niet genoeg. Geef minstens een gieter water per boom.
boomvaren

Spectaculaire kruipplant

Er zijn Ieren die een shamrock op hun balkon hebben: een klavertje drie, het onofficiële symbool van Ierland. Maar klaver is niet bijster interessant. Een andere plant die je in Ierse tuinen vaak tegenkomt is de boomvaren, Dicksonia antarctica. Die komt weliswaar uit Nieuw-Zeeland en Tasmanië, maar is in tuinen aan de Ierse westkust verwilderd.

Dicksonia antarctica is een spectaculaire kuipplant. Je hebt er weliswaar een flink balkon voor nodig, maar lastig is de plant niet. En je kunt met een kleintje beginnen. Voordat de plant groot is, ben je zo tien jaar verder. Wordt hij te groot, dan kun je hem halverwege de stam doormidden zagen en opnieuw in een pot zetten; de boomvaren groeit dan rustig door.

’s Winters moet de boomvaren naar binnen, maar ook in de verwarmde huiskamer doet hij het goed. Zelf vond ik het zo’n mooie kamerplant dat ik hem nooit meer buiten heb gezet!

basilicum

Doen in september

  • In september wordt het eindelijk rustig in de tuin. Gras moet nog steeds worden gemaaid en onkruid gewied, maar je hebt niet meer voortdurend het idee dat je achter de feiten aan holt.
  • September is vooral een maand om te oogsten. Herfstframbozen zijn er nog volop en vroege appels worden deze maand rijp.
  • Basilicum houdt van warme zomernachten. Daarom is het handig om nu basilicum te plukken. In september kan de plant namelijk al veel blad verliezen. Zorg dat je er op tijd bij bent en vries zoveel mogelijk basilicum in. De plant behoudt ook bevroren zijn smaak, en als anderen straks in de winter meer dan een euro moeten betalen voor drie takjes basilicum, heb jij de vriezer vol.
conferencepeer

Groene vraag: moet ik van fruitbomen echt twee stuks planten?

Het verhaal gaat dat je altijd twee fruitbomen moet planten, omdat je anders geen vruchten krijgt. Daar zit een grond van waarheid in. Veel fruitbomen hebben kruisbestuiving nodig. Daarbij wordt het stuifmeel van de ene boom door bijen en hommels op de stamper van de andere gebracht. Bij katjesdragers (zoals hazelaars en wal­notenbomen) gebeurt de bestuiving door de wind.

Gelukkig zijn er op deze regel veel uitzonderingen. Om met de walnoot te beginnen: het ras ‘Broadview’ kan in z’n eentje noten dragen. Ook andere fruitbomen kennen rassen waarvan je maar één boom hoeft aan te planten. Bij de pruimen is dit bijvoorbeeld ‘Reine Victoria’ en ‘Conference’ is een perenras dat geen kruis­bestuiving nodig heeft. En bij boerderijen zag je vroeger vaak één reusachtige kersenboom: steevast een meikers, want die draagt ook vruchten zonder dat er een andere kersenboom in de buurt staat.
Bron 
  • Plus Magazine