
Vrouwen krijgen in hun leven te maken met gezondheidsproblemen die specifieke zorg en ondersteuning vragen. Demissionair zorgminister Jansen lanceert vandaag de Nationale Strategie Vrouwengezondheid 2025-2030. Met dit plan wil zij de gezondheidszorg voor vrouwen verbeteren door meer aandacht te vragen voor vrouwgerelateerde klachten binnen de reguliere gezondheidszorg, zodat de zorg beter kan worden afgestemd op wat zij daadwerkelijk nodig hebben.
- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- NOS
Body
In het verleden is er vooral medisch-wetenschappelijk onderzoek gedaan op basis van het mannenlichaam. Het idee was dat de uitkomsten hiervan ook toepasbaar waren op het vrouwenlichaam. Maar de gezondheidsproblemen van mannen en vrouwen verschillen van elkaar. Ten eerste bestaan er vrouwspecifieke aandoeningen, die enkel bij vrouwen voorkomen. Denk hierbij aan overgangsproblemen of menstruatiecyclusstoornissen en endometriose. Daarnaast bestaan er vrouwsensitieve aandoeningen: ziekten die zowel bij mannen als vrouwen voorkomen, maar bij mannen en vrouwen op verschillende manieren tot uiting komen. Dit zijn bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of migraine. Zo blijkt bijvoorbeeld bij migraine dat vrouwen baat hebben bij een andere behandeling, terwijl nu vaak een standaardbehandeling wordt toegepast.
Meer welzijn, minder kosten
Meer kennis over aandoeningen en ziektes bij vrouwen leidt volgens Jansen tot meer welzijn bij vrouwen en minder kosten. Zo duurt het volgens haar nu gemiddeld zeven tot twaalf jaar voordat endometriose bij vrouwen wordt gediagnosticeerd. Bij deze aandoening zit er weefsel, dat lijkt op baarmoederslijmvlies, buiten de baarmoeder. "Al die jaren dat de diagnose niet wordt gesteld, ervaart die vrouw gezondheidsklachten", zegt Jansen tegen de NOS. "En de kosten zitten in ziekteverzuim, maar ook in de zorgkosten omdat al die jaren geen passende zorg is verleend."
De strategie is opgesteld door middel van verschillende gesprekken tussen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en zorgverleners, onderzoekers en vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen. Samen met deze partners gaat het ministerie in de periode 2025-2030 werken aan het bereiken van de vier doelen uit deze strategie: