Maakt het uit voor uw gezondheid?
U heeft het in de supermarkt misschien zien liggen in het vleesschap: 'groen' vlees van koeien die voornamelijk gras hebben gegeten. Maar is grasgevoerd vlees de moeite waard om te kopen?
Grasgevoerd vlees – in het Engels “grass-fed” – komt van koeien die vooral gras eten. Soms krijgen ze aan het einde van hun leven nog wat extra voer om zwaarder te worden. Dat laatste heet afmesten, wat simpel gezegd betekent: het dier krijgt meer eten om wat vetter te worden voor de slacht.
Graangevoerd vlees – in het Engels “grain-fed” – komt van koeien die minstens 100 dagen granen eten, zoals maïs of tarwe. Dit voer verandert de verhouding vet in het vlees, dus hoeveel vet en welk soort vet erin zit. Dat maakt het vlees vaak anders van smaak en structuur, het is dus malser. Die malsheid ontstaat door het hogere vetgehalte in graangevoerd vlees, vooral het intramusculaire vet. Dit vet breekt tijdens de bereiding af en trekt door het vlees heen, waardoor het zachter en sappiger wordt.
Duurder, maar ook gezonder?
Voor grasgevoerd vlees betaalt u vaak wat meer. Grasgevoerd vlees wordt algemeen beschouwd als iets gezonder dan graangevoerd vlees vanwege zijn gunstigere voedingswaarde en vetzuursamenstelling. Het bevat meer omega-3-vetzuren, die ontstekingsremmend werken en goed zijn voor hart- en hersenfunctie, en heeft een betere verhouding van omega-6 tot omega-3 vetzuren in vergelijking met graangevoerd vlees.
Daarnaast bevat grasgevoerd vlees meer geconjugeerd linolzuur (CLA), een vetzuur dat mogelijk bijdraagt aan het verminderen van lichaamsvet en het verbeteren van de insulinegevoeligheid. Het vlees bevat ook meer vitamine E, vitamine A, vitamine B1 en B2, en heeft een hoger antioxidatief potentieel, wat bijdraagt aan een sterk immuunsysteem en bescherming tegen ziekten. Bovendien bevat het minder verzadigde vetten en is het vlees vaak magerder, wat positief is voor de gezondheid.
Deze voedingswaarden maken grasgevoerd vlees een geschikte keuze voor mensen die bereid zijn iets meer willen betalen voor hun vlees, maar niet willen overstappen op een voornamelijk vegetarisch of vegan dieet.
Waar komt het vlees vandaan?
Grasgevoerd vlees komt vooral uit Uruguay, Ierland en Nieuw-Zeeland. In Uruguay hebben de koeien veel ruimte om te grazen op de grote vlaktes die “pampa’s” worden genoemd. In Ierland staan de koeien in uitgestrekte groene weilanden waar allerlei soorten gras en kruiden groeien. Daardoor smaakt het vlees daar iets anders dan in Uruguay. Van maart tot oktober lopen de Ierse koeien buiten.
Graangevoerd vlees komt voornamelijk uit Australië en de Verenigde Staten (VS). Daar leven de koeien meestal ook buiten op grote grasvelden. Later gaan ze soms naar een speciale plek, het feedlot, om af te mesten. Dat is een open terrein waar ze extra graan krijgen om aan te komen. In beide landen wordt vaak het Black Angus-ras gehouden, een koeienras dat bekendstaat om de zachte, volle smaak van het vlees.
Waarom komt het vlees niet altijd uit Nederland?
In Nederland is het lastig om koeien het hele jaar buiten te laten lopen. Onze winters zijn nat en de grond is dan drassig – dat betekent: zompig en modderig. Koeien zouden de grond kapottrappen, en dat is slecht voor het weiland. Daarom staan veel koeien in Nederland in de winter op stal.
Maar koeien binnen houden zorgt wel voor meer CO2-uitstoot – dat is de hoeveelheid koolstofdioxide, een gas dat slecht is voor het milieu. Het komt vrij bij het gebruik van machines, bij het maken van kunstmest en door vervoer. Bovendien hebben koeien die binnen staan vaak extra vitamines en andere toevoegingen nodig om gezond te blijven. Daarom wordt er vaak gekozen voor vlees van koeien die bijna het hele jaar buiten kunnen grazen. Dat is beter voor hun welzijn én vaak beter voor het milieu.
