Om de AOW-leeftijd te kunnen halen, pleit ruim de helft van de werknemers tussen 45 en 65 jaar voor een kortere werkweek. Om- of bijscholing is minder populair.
Dat blijkt uit cijfers uit de 'Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden', van TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Lagere verwachting
De huidige AOW-leeftijd ligt op 65 jaar en negen maanden en stijgt de komende vijf jaar door naar 67 jaar en drie maanden. Vooral oudere werknemers met een mindere gezondheid zien hier tegenop. In de enquête gaven zij aan hun werk te kunnen voortzetten tot 62,5 jaar. Werknemers die zich fysiek en mentaal fit voelen, denken 65 te kunnen halen. Een kortere werkweek zou volgens hen uitkomst bieden.
Slechts één op de tien ondervraagden pleit voor om- of bijscholing.
Duur
Werkgevers zien op hun beurt niets in extra maatregelen om oudere werknemers aan het werk te houden, zoals kortere werkweken. Dat kost geld, waardoor de positie van ouderen op de arbeidsmarkt zwakker zou worden. Nu al spelen hogere loonkosten een rol, naast de financiële risico’s die werkgevers lopen bij langdurige ziekte van personeel op leeftijd.
Bron: CBS
