Een agent mag in zijn vrije tijd bekeuringen uitschrijven, maar moet daarbij terughoudend zijn. Is hij zelf partij in een geschil, dan moet een agent de hulp van collegas inroepen en niet zelf zijn bonnenboekje tevoorschijn trekken. In praktijk blijkt dat agenten deze richtlijn niet goed naleven.
De Nationale Ombudsman heeft daarom de korpsleiding van de Nationale politie aanbevolen deze richtlijn nogmaals onder de aandacht te brengen van politieagenten. Aanleiding was een zaak van een politieagent in Zeeland, die op zijn racefiets reed. Een man in een bedrijfsauto reed vanaf een inrit de weg op en blokkeerde daarbij gedeeltelijk het fietspad. De agent, in wielertenue, sprak de man daarop aan. Hij maakte zich bekend als politieagent, maar kon zich niet legitimeren. De agent dreigde een proces verbaal uit te schrijven, de automobilist raakte geïrriteerd en noemde de agent ‘Malle Pietje’ en boerenlul.
Telefoontje
Een dag later kreeg de automobilist een telefoontje van een politieagent, die hem vroeg naar het bureau te komen om een verklaring af te leggen. Het kon ook telefonisch en tijdens het gesprek merkte de automobilist dat hij met de wielrenner van een dag eerder sprak. Hij kreeg een proces verbaal voor in gevaar brengen/hinderen van het verkeer, belediging en bedreiging. De man liet het voorkomen en bij de rechter werd hij voor de belediging veroordeeld zonder straf. Voor de twee andere vergrijpen werd hij vrijgesproken.
Klacht
De klachtencommissie van de politie kon geen oordeel geven over de bejegening bij het fietspad en tijdens het telefoontje, omdat beide partijen een andere verklaring gaven. De Nationale Ombudsman kon de klacht over de bejegening niet in behandeling nemen vanwege diezelfde tegenstrijdige uitspraken. Wel tikte de Nationale Ombudsman de agent op zijn vingers omdat hij in zijn vrije tijd optrad in een verkeersgeschil waarin hij partij was. Dat is onbehoorlijk gedrag.
www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2014/076?aresult=1
