Van uw spataderen af

Behandelingen en nazorg

Getty Images

Zichtbare, bobbelige aderen op uw onderbenen zijn waarschijnlijk spataderen. Een kwart van de Nederlanders heeft er last van; vooral vrouwen. Velen laten de spataderen verwijderen omdat het er niet mooi uit ziet, maar de aandoening heeft ook medische gevolgen.

Spataderen beginnen bijna altijd met zichtbare adertjes op de benen. In eerste instantie hebben die weinig klachten tot gevolg. In een latere fase kunnen spataderen leiden tot een zwaar gevoel in de benen, opgezette enkels of 'onrustige' benen tijdens het slapen. In ernstige gevallen eindigt het zelfs met eczeem aan de enkels, huidverkleuringen (pigmentaties) aan de onderbenen en slecht genezende wonden.

Slecht werkende kleppen
De aderen in uw benen zijn te verdelen in twee groepen. De oppervlakkige aderen liggen onder de onderhuidse vetlaag. De diepe aderen bevinden zich tussen de spieren. De diepe aderen spelen een rol bij het omhoogstuwen van het bloed. 

Bij het lopen of fietsen trekken de kuitspieren zich samen en worden ze korter en dikker. Hierdoor worden de aderen platgedrukt en stroomt het bloed omhoog. De kleppen in de aderen zorgen ervoor dat het bloed niet omlaag kan. Werken deze kleppen niet goed, dan kan het bloed wel naar beneden. Daardoor komt er overdruk in de aderen en de haarvaatjes.

Wanneer die uitzetten, ontstaat er een spatader. Een andere ader neemt dan wel de functie over van de ader met slecht werkende kleppen. Zo kan de spatader zonder problemen verwijderd worden. 

Scan uw aders
Om de bloedvaten in uw benen te onderzoeken en spataderen op te sporen, gebruikt de arts een duplexscan. Het toestel zendt geluidsgolven uit die weerkaatst worden door het bloed. Dit geeft een beeld van zowel de oppervlakkige als de diep gelegen aderen. Op die manier bepaalt de arts heel nauwkeurig de aard en de plaats van de spatader. 

Bovendien toont het de doorgankelijkheid van de bloedvaten, de stroomrichting van het bloed en de functie van de kleppen. Het onderzoek met de duplexscan is helemaal niet pijnlijk. U kunt het vergelijken met het maken van een geluidsecho.

Oorzaken
De voornaamste oorzaken van spataderen zijn erfelijkheid, veel staan en zwangerschap. Vrouwen die een staand beroep hebben, lopen dan ook een groter risico. 

Soorten behandelingen
Er zijn meerdere manieren om spataderen te behandelen. Tegenwoordig pakken behandelingen niet alleen het medische probleem aan, maar ook het esthetische. Hieronder vind u een overzicht.

Strippen
Strippen is eigenlijk een ouderwetse techniek. De techniek wordt enkel nog toegepast bij spataderen die heel erg kronkelen. Bij deze methode wordt de spatader in zijn geheel verwijderd onder volledige narcose. Deze ingreep is vrij belastend en ingrijpend. 

Endoveneuze lasertherapie (EVLT)
Dankzij endoveneuze lasertherapie is het niet meer nodig om de hele ader uit het been te trekken. Met behulp van een echografie wordt de te verwijderen ader op het been afgetekend. Langs een kleine snee wordt een dunne draad van laserfiber in het bloedvat aangebracht. Het bloedvat wordt dichtgemaakt met de laserenergie. Dit heeft geen gevolgen voor de doorbloeding in de benen. 

Het bloed zoekt vanzelf een ander bloedvat in het vaatstelsel, zodat het in de richting van het hart kan blijven stromen. De resten van het dichtgemaakte bloedvat worden door het lichaam afgebroken en opgeruimd. De behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving. Groot voordeel is dat u direct weer mobiel bent. Bovendien houd u er geen littekens aan over en kunnen allebei uw benen tegelijk behandeld worden. 

Müller-techniek
Een andere manier om spataderen te verwijderen, is de Müller-techniek. Voor de behandeling worden de spataderen eerst afgetekend met een speciale stift. Daarna worden kleine sneetjes gemaakt in de huid boven de spataderen. Met minuscule 'haaknaaldjes' worden de aders helemaal verwijderd. Met deze techniek zijn de littekens minimaal. De behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving.

Sclerocompressietherapie
Deze techniek is beter bekend als het dichtspuiten van spataderen. En wordt meestal toegepast bij 'kleinere' spataderen of als nabehandeling bij zwaardere ingrepen. Ook hier tekent de arts eerst de te behandelen gebieden af. Hij spuit om de vijf centimeter een vetoplossende vloeistof in de spatader. Hierdoor wordt de gladde vaatwand stroef en stolt het bloed een beetje. 

De vaatwandjes verkleven deels met elkaar, waarna ze verschrompelen en niet meer kunnen uitzetten. Om het laatste te bevorderen, moet u een elastische kous en eventueel een drukverband dragen. Het bloed zal een andere weg in het vaatstelsel zoeken. Na verloop van tijd is de ader niet of nauwelijks meer te zien. 

Echogeleide sclerocompressietherapie
De basis van echogeleide sclerosecompressietherapie komt voor een groot deel overeen met gewone sclerocompressietherapie. In dit geval heeft de arts echter de in te spuiten vloeistof van tevoren 'opgeschuimd'. Dit schuim is dikker en werkt daardoor nog beter in op de vaatwand. 

Met deze methode kunnen de middelgrote aderen worden behandeld. Het schuim kan zich immers over een groter oppervlak verspreiden. Tijdens de behandeling wordt de duplexscan gebruikt om te controleren of het schuim in de te behandelen ader komt. 

Laserbehandeling van kleine vaatjes
Rode of blauwe zichtbare fijne vaatjes (berkentakjes) die als een netwerk op de benen verschijnen, veroorzaken medisch gezien geen hinder. Deze ontsierende vaatjes kunnen uitstekend worden behandeld met een laser.

Mocht er ook sprake zijn van spataderen, dan zal de arts adviseren om die eerst te behandelen. Zo wordt de druk op de kleine adertjes weggenomen. Lasertherapie wordt daarom pas aan het einde van het behandeltraject geadviseerd. 

Nazorg met elastische kousen
Na de behandelingen voor spataderen moet u elastische kousen dragen, behalve bij de lasertherapie. De nazorg is van wezenlijk belang voor de effectiviteit van de behandeling. De elastische kousen bevorderen de doorbloeding en de afvoer van lymfevocht. Bovendien krijgen de benen extra ondersteuning. Hierdoor kunnen bestaande vaatproblemen niet groter worden.

Auteur