Stijging waterschapslasten

Stijgende waterschapsheffingen
Getty Images

Op 15 maart 2023 zijn er verkiezingen voor de provincie en het waterschap. In de afgelopen bestuursperiode zijn de waterschapsheffingen omhoog gegaan. Huurders zijn ieder jaar gemiddeld 3,9 procent meer gaan betalen. Huishoudens in een koophuis betaalden ieder jaar 4,5 procent meer.

Dat blijkt uit een onderzoek van het COELO, Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden. Huishoudens betalen aan het waterschap een zuiveringsheffing en een ingezetenenheffing. Daarnaast betalen huiseigenaren, boeren en eigenaren van natuurgrond ieder een aparte heffing. Huiseigenaren betalen dus meer dan huurders.

Een meerpersoonshuishouden in een huurhuis betaalde aan het begin van de periode 2019-2023 gemiddeld 260 euro. In 2023 is dat 44 euro  meer. In zowel Hunze en Aa's en Delfland is de stijging van de waterschapslasten het kleinst met jaarlijks gemiddeld 0,8 procent. In Hunze en Aa's gingen de lasten van 295 euro naar 304 euro, in Delfland van 404 euro naar 417 euro.

Het sterkst stijgen de lasten voor huurders in Limburg, gemiddeld met 8,4 procent per jaar. Een meerpersoonshuishouden betaalt in 2023 76 euro meer dan in 2019. Vooral de zuiveringsheffing is de afgelopen vier jaar met 21,3 procent sterk gestegen.

Koopwoning

Huishouden met een koopwoning betalen in 2023 gemiddeld 68 euro meer dan in 2019. De sterkste stijgingen zijn in Limburg en in Rijn en IJssel. In beide waterschappen stijgen de lasten gemiddeld met 8,1 procent per jaar. In Limburg betalen huiseigenaren in 2019 gemiddeld 261 euro. In 2023 is dat gestegen tot 356 euro. De waterschapslasten in Rijn en IJssel zijn in diezelfde periode gestegen met 112 euro.
Met gemiddeld 1,5 procent is de stijging het kleinst in Hunze en Aa's. Een huiseigenaar betaalt daar dit jaar 23 euro meer dan in 2019.

Bron: Coelo

Auteur