Terugblik: de Elfstedentocht van 1997

‘Het was één groot feest’

Getty Images

Het is alweer 25 jaar geleden dat de laatste Elfstedentocht werd gereden, op 4 januari 1997. Een terugblik met deelnemers en ooggetuigen van toen.

Hans Birkhoff (63) hield als politieagent toezicht bij de tocht.

“Ik werkte voor de ME. Op de dag van de tocht hield ik toezicht bij het ijs in Leeuwarden, Bolsward en Dokkum. Ik zorgde er bijvoorbeeld voor dat bewoners en andere schaatsfanaten niet het ijs op zouden gaan. Zij zaten langs de kant met hun schaatsen aan en wilden dan graag een stukje meeschaatsen. ‘Dat mag toch wel?’ vroegen ze me. Ik legde uit dat als tweehonderd man dat zouden doen, het ijs het niet zou houden. Dat begrepen ze dan ook wel weer. Vooral bij bruggen was het belangrijk een oogje in het zeil te houden. Daar was het ijs dunner en ­verzamelde zich meer publiek.

Maar iedereen ­reageerde goed als ik een toelichting gaf. Ze gingen dan gewoon verder met het aanmoedigen van de schaatsers. Wat me ook bijstaat was hoeveel erwtensoep ik die dag heb gegeten. Overal waar ik kwam, stonden enthousiaste mannen en vrouwen met grote aluminium vaten met soep langs het ijs. Dan kreeg ik elke keer een bekertje in mijn handen geduwd. En ze wilden er geen stuiver voor hebben. Het was ­werkelijk één groot feest: zowel voor het publiek als voor de mensen die er moesten werken.”

Henk Angenent (53) finishte als eerste man na een alles vergende eindsprint.

“Het was pikkedonker toen wij rond zes uur van start gingen. Wij waren met een groep van zes man. De voorste drie hielden rechts aan. Maar de achterste drie – waar ik mee schaatste – zagen dat niet en ­hielden links aan. En zo schaatsten wij dus verkeerd. Na vijf minuten zijn we omgekeerd. Ik voelde geen paniek. De tocht is bijna 200 kilometer, dus dat ­extra kwartiertje maakt dan niet zoveel uit. Ik was zo ­gefocust op de race dat ik niet veel heb mee­gekregen van wat zich langs de kanten afspeelde. Zelfs het moment dat ik over de finish kwam, ken ik alleen van beelden.

Ik weet nog wel dat ik in de taxi naar de persconferentie zat met voorzitter Henk Kroes. ­‘Besef je wel dat je op dit moment de belangrijkste man van Nederland bent?’ zei hij. Ik had er nooit bij stil­gestaan dat ik zou kunnen winnen. Ik wilde die tocht gewoon maken. En omdat de Elfstedentocht nooit meer gehouden is, blijf ik de laatste winnaar. Maar ik draag dat stokje na 25 jaar graag aan iemand over. Ik zou de tocht heel graag nogmaals willen schaatsen. Maar dan op ontspannen wijze, om nu wél dat ­fantastische fenomeen in me op te nemen.”

Ate Haagsma (51) speelde met zijn dweilorkest de sterren van de hemel.

“De ochtend van de Elfstedentocht vertrokken we met onze blaaskapel ‘De Koudumer Hofkesjongers’ in alle vroegte naar Harlingen. Daar hadden we een mooi plekje gekregen om te spelen. Het publiek mocht het ijs niet op, maar als muzikanten mochten wij nét op de rand van het ijs staan. De sfeer was onbeschrijfelijk. Rijen dik deunde de kade mee op onze muziek. Ik zie mezelf nog staan met mijn oranje Unox-muts op. Vanwege de kou moesten we door blijven spelen. Zodra we stopten, vroor de schuif van mijn trombone vast. Met een dweilband wisselden we elkaar af.

De ene band stond op het ijs, de andere kon opwarmen in de Stadsschouwburg. In de pauzes kregen we erwtensoep en dronk ik een Beerenburgje. Als ik dan weer buiten kwam, zorgde de warme adem in combinatie met de alcohol ervoor dat mijn schuif kon blijven bewegen. We hebben die dag gespeeld tot het donker werd. Ik had het voor geen goud willen missen. Het voelde mooi om op die iconische dag bij te dragen aan de gezelligheid met onze muziek. En als er opnieuw een tocht wordt gehouden, staan we er weer.”

Klasina Seinstra (53) kwam als snelste vrouw over de finish.

“Samen telden we af van tien naar één – en toen ­gingen de hekken open. ‘Het is een geluk dat je dit mag schaatsen’, zei ik tegen mezelf. Daarom wilde ik het ook in me opnemen en genieten. Ik heb ­prachtige herinneringen. Bijvoorbeeld hoe ik Balk in schaatste, waar het water lager ligt met wanden van steen. ­Boven me hoorde ik de aanmoedigingen, het voelde alsof ik door een erehaag schaatste. Zo mooi, de ­tranen sprongen me in de ogen. Er waren ook ­pittige momenten. We kwamen door een harde wind in de rug eerder dan gepland op het Slotermeer.

Daar hadden ze de markering gemaakt met takken op het ijs. Maar het was nog donker. Telkens schaatsten we over een tak. Ik ging een keer onderuit. Dan sta je weer op en ga je verder. Bij de finish was er een ­eindsprint. Ik gebruikte al mijn energie en schreeuwde het uit toen ik als eerste het finishdoek passeerde. Ik heb het geflikt, dacht ik. Later bleek dat ik tijdens de tocht zwanger was van mijn zoon Tom. Dat maakt het extra bijzonder. We zeggen thuis nog steeds dat hij me die dag mijn vleugels gaf.”

Gaat de Elfstedentocht weer niet door? Geen nood! In het buitenland kunt u prachtige tochten maken: www.plusonline.nl/buitenschaatsen

Auteur