Reisverslag: Fins Lapland, vanuit de lucht is het vooral wit

Kilometers achtereen bossen met af en toe een eenzame boerderij. Eenmaal geland zie je dat het landschap vlak is. Hier geen steile bergen, maar glooiende heuvels.

Hoe koud het is....

voel ik pas bij het verlaten van het chartervliegtuig. Het vriest bijna twintig graden en het waait daarbij lichtjes. Dat is wel even omschakelen. Begeleid door een hostess rijden we ruim een uur door een woud van dik­besneeuwde dennenboompjes. Dan bereiken we het gehucht Äkäslompolo, diep in het naaldbos verscholen: honderden blokhutten, groot en klein, aan een ­bevroren meer.

Onze nederzetting heeft een winkeltje, een restaurant en een skiverhuur. En afgezien van het ruisen van de wind door de takken van de naald­bomen verder niets dan stilte. Voor het dichtstbijzijnde dorp moeten we op expeditie: het ligt een knap eindje weg. De halte van de lokale bus is vlakbij, maar het is onduidelijk welke je moet hebben en wanneer die gaat. “Je kunt ook gewoon gaan ­wandelen”, krijgen we te horen, “of al skiënd boodschappen doen.”

Dat laatste is een goed plan, want we zijn hier om te cross-country-skiën: sportief langlaufen. Dus niet alleen over geprepareerde loipes, maar ook daarbuiten, in de diepe sneeuw.

Missing media-item.

Finland kun je niet...

vergelijken met de Alpen, en daar moet ik wel aan wennen. Hier geen steile hoge bergen, maar vlaktes met fjellen (lage bergen). Het bijzondere van die fjellen is dat ze slechts een paar honderd meter hoog zijn, maar toch met de hoogste toppen boven de naaldboomgrens uitsteken. De meeste gemarkeerde en geprepareerde routes

leiden om de fjellen heen. Maar wij willen de 536 meter hoge Kesänki ‘beklimmen’ en daarvoor volgen we met onze ­gehuurde crosscountry-ski’s een ander parcours: een oud skispoor langs linten die in de bomen zijn geknoopt.

Waar de bolronde top van de fjell geleidelijk vlakker wordt, stuiten we hier en daar op een enkele kromgegroeide naaldboom. Alleen zijn dit geen gewone bomen. Door een combinatie van kou, vocht en wind zitten ze zo dik onder de rijp dat het kunstzinnige sculpturen zijn geworden. Witte spoken die vanuit het niets opdoemen uit de langsglijdende mist. Een onwerkelijke ervaring.

We skilopen ruim een uur over de top zonder dat we iemand tegenkomen. Eenzaam­heid. Arctische koude. Pure magie.

Schuifelend gaan we.....

de volgende dag op zoek naar een dorp waar we proviand kunnen inslaan. Rugzak om. Voor de deur van onze blokhut doen we de ski’s onder en via een pad van enkele tien­tallen meters door het bos bereiken we de ‘snelweg’ naar de buiten­wereld: twee sporen leiden naar de ene kant, twee sporen naar de andere kant. Tussen de loipes in is een vlak stuk waarover Finse winter­sporters – jong en oud – met grote passen langssjezen op hun lange, smalle houten ski’s. In hun overjarige en weinig modieuze kleding schieten ze ons voorbij, hun gezichten strak maar stralend. We voelen ons een stel overdressed klunzen in onze alpine-skikleding.

Op enkele kilometers van Äkäslompolo rijst een kale berg op, de 718 meter hoge
Ylläs, waarop een paar skiliften zijn gebouwd. Een handvol alpineskiërs suist van de piste. Eigenlijk vind ik dat dit hier niet hoort: alpineskiën, de naam zegt het al, is voor wintersport in de Alpenlanden. In Lapland ga je niet de hoogte in, maar maak je afstanden. Deze staan in kilometers aangegeven op houten richtingborden. De namen die erbij staan, verwijzen naar afgelegen hutjes: Kotamaja, Varkaankuru Laavu, Kesankijarven Laavu.

Optimistisch kiezen we voor Kotamaja, acht kilometer vanuit Äkäslompolo. Wandelend zou je dat in zo’n anderhalf uur bereiken, maar deze acht kilometer gaan voor driekwart omhoog. Met korte schuifelbewegingen huppelen we door de gleuven van de loipe, terwijl we geregeld worden gepasseerd door skiërs die soms wel twintig jaar ouder zijn. Knap frustrerend.

Kort voor sluitingstijd strompelen we het afgelegen houten hutje Kotamaja in. De waard, een goedlachs mannetje met een mal Laps petje op, schenkt ons warme thee die van rode bessen is getrokken. Een beetje bitter, maar wel dorstlessend. Bij de open haard ontdooien we onze handen. Het is vier uur. Over anderhalf uur zal het gaan schemeren.

We besluiten ons te haasten om op tijd terug te zijn. Maar de acht kilometer die we op de heenweg grotendeels omhoog moesten, dalen we nu af, en dat scheelt een slok op een borrel. Als in een achtbaan racen we door de sporen van de loipe omlaag. In iets meer dan een half uur zijn we weer terug bij de eerste vakantiehuisjes aan de ­oever van het meer van Äkäslompolo.

Missing media-item.

Met pijnlijke spieren.....

kruipen we ’s avonds onze blokhut in. Onze open haard brandt en de sauna is al voorverwarmd. De droge, hete lucht van grenenhout komt ons in de woonkamer tegemoet.

Zo zou het altijd op wintersport moeten zijn, bedenk ik: eerst warm stomen in een houten kamertje en vervolgens met een ijskoud biertje in de sneeuw zitten, met ­uitzicht op het stille niets.
Dat is pas vakantie.

Fins Lapland praktisch

Hoe kom je er?
Ogenschijnlijk ligt Fins Lapland erg ver van Nederland (2300 km), maar dankzij chartervluchten naar plaatsen als Rovaniemi, Kittilä en Saariselkä is het snel en relatief goedkoop te bereiken. Een ­retour van Arke Fly en Transavia kost ongeveer €350, inclusief luchthavenbelastingen (prijs is enigszins afhankelijk van hoe tijdig u boekt).

Waar kun je skiën?

Er zijn een aantal wintersportgebieden, zoals Saariselkä en Rovaniemi. De mooiste wintersportoorden, waar je ook goed alpien kunt ­skiën, liggen nabij het vliegveld van Kittilä: Levi en Ylläs. Deze reportage is gemaakt in laatstgenoemd oord, dat in feite uit twee dorpjes bestaat: Äkäslompolo en Ylläs. Behalve een hotel, supermarkt en een paar restaurants bestaat het ‘wintersportdorp’ uit honderden blokhutten die rondom een groot meer temidden van de naaldbossen zijn gebouwd. Een verblijf van een week in een blokhut is er vanaf €450. Een weekje wintersport in Fins Lapland kost, op basis van een verblijf met twee personen, zo’n €625 p.p. (incl. directe chartervlucht, luchthavenbelasting, transfers in Lapland en zeven nachten logies in blokhut).

Kant-en-klare reis?
Volledig georganiseerde wintersportreizen naar Fins Lapland worden onder ­andere aangeboden door Scandinaviëspecialist BBI ­Travel, T 050-313 60 00. www.bbi-travel.nl

Genieten & afzien op z’n Fins

Hete sauna
Een Fins gezegde luidt: bouw eerst de sauna, dan pas het huis. Veel Finnen menen dat de sauna alleen in Finland zo zou mogen heten. Een sauna moet op hout gestookt en minstens 80 °C heet zijn. Verder hoort er een aframmeling met berkentakkenbossen bij, want die bevatten de juiste etherische oliën om geest en huid jong te houden. Tot slot is een duik in een van de 200.000 Finse meren een ­essentiële randvoorwaarde. Liefst als op dat meer een dikke laag ijs ligt waar eerst een wak in moet worden gehakt.

IJzeren wil
Finnen beschikken over ‘sisu’. Sisu heeft te maken met lef, met ballen. Zelfs als alles er verloren uitziet, zal een Fin met sisu (zijn er eigenlijk ­Finnen zonder?) doorzetten, moedig blijven vechten, zwemmen, rennen of werken tot hij echt verslagen is. Of overwonnen heeft.

Praten op z’n Fins

Stilte alstublieft
Zwijgen wordt in Finland als een deugd opgevat. Een Fin spreekt alleen als hij iets te melden heeft. Wat weer betekent dat een goed Fins gesprek minutenlange stiltes bevat. Finnen houden van die stiltes, Europeanen krijgen er vaak de kriebels van. Een ­goede manier om het gesprek toch gaande te houden is door een compliment te maken over het land. Dat is ­overigens niet zo moeilijk.

Auteur