De overgang en kans op zwangerschap

Tot wanneer kunt u zwanger raken?

Getty Images

Naarmate vrouwen ouder worden, neemt hun voorraad eicellen af. Dit zorgt voor een verandering in de hormoonbalans en onregelmatige menstruaties. Uiteindelijk wordt u helemaal niet meer ongesteld en bent u onvruchtbaar. Maar kunt u voor het definitief zo ver is nog zwanger raken? Alles over de overgang en vruchtbaarheid.

Om zwanger te kunnen worden, moet er een eicel vrijkomen uit een van de eierstokken: de eisprong. Meisjes komen ter wereld met miljoenen onrijpe eicellen opgeslagen in de eierstokken. Direct na de geboorte beginnen ze al af te sterven. Tussen de 45 en 60 jaar raakt het einde van de voorraad eicellen in zicht en neemt de hoeveelheid vrouwelijke hormonen in het lichaam af. Dat zorgt voor het begin van de overgang.

Voor veel vrouwen breekt er dan een periode aan met lastige verschijnselen. Bijvoorbeeld opvliegers, nachtelijke zweetaanvallen, emotionele buien, pijn bij het vrijen, gewichtstoename en veranderingen in de menstruatie. De ongesteldheid kan korter of juist langer duren, u kunt extra of juist minder bloed gaan verliezen en er meer last van hebben dan voorheen. Ook wordt de menstruatiecyclus onregelmatig.

Menopauze
Hoe ouder u wordt, hoe minder vruchtbaar. Maar zolang u menstrueert, al is het heel onregelmatig, bestaat er een kans op zwangerschap. In die fase van de overgang kan er namelijk nog een eicel vrijkomen. Als u een paar maanden niet ongesteld wordt, weet u dus niet zeker of u inmiddels volledig onvruchtbaar bent. U kunt er pas vanuit gaan dat u niet meer zwanger kunt worden als uw laatste menstruatie een jaar geleden plaatsvond. Deze allerlaatste ongesteldheid heet de menopauze.

Vanaf welke leeftijd u niet meer zwanger kunt raken, verschilt van vrouw tot vrouw. De helft van de vrouwen heeft op 50-jarige leeftijd de menopauze bereikt, maar er zijn ook vrouwen die langer of juist korter vruchtbaar zijn. Bloedonderzoek of een urinetest kan uitwijzen of de overgang bij u begonnen is, maar zo’n test sluit de kans op een zwangerschap niet uit.

Wilt u geen risico lopen op een zwangerschap, dan moet u tot een jaar na de laatste menstruatie voor een anticonceptiemiddel kiezen. Over het algemeen adviseren huisartsen om tot 52 jaar anticonceptie te gebruiken. Daarna is de kans op een zwangerschap zeer klein.

Pil en de overgang
Gebruikt u al jaren een anticonceptiepil, dan merkt u misschien minder snel dat u in de overgang komt. De pil zorgt er immers voor dat u regelmatig ongesteld wordt. Toch komt u gewoon in de overgang, de pil stelt dat proces niet uit. Tijdens de stopweek kunt u last krijgen van overgangsverschijnselen, zoals opvliegers, ’s nachts zweten en stemmingswisselingen. In de weken waarin u wel pillen inneemt, ervaart u waarschijnlijk minder klachten.

Tot welke leeftijd u de pil blijft slikken, is een persoonlijke keuze. Overleg hierover met uw huisarts, als u twijfelt. Langdurig een anticonceptiepil blijven gebruiken wordt rond deze leeftijd niet aangeraden, omdat het risico op hart- en vaatziekten en borstkanker toeneemt.

Stopt u met de pil, dan weet u niet meteen of u niet meer zwanger kunt worden. Die zekerheid heeft u pas een jaar na uw laatste menstruatie. In de tussentijd moet u dus een ander anticonceptiemiddel gebruiken om zwangerschap te voorkomen, bijvoorbeeld condooms of een spiraaltje. Sterilisatie (van uw partner) is ook een mogelijkheid. Preparaten tegen overgangsklachten die hormonen bevatten, werken niet als anticonceptie.

Bron 
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Apotheek.nl