Waarom je darmen een grotere rol spelen in de overgang dan je denkt

De rol van je darmen bij gewicht, slaap, huid én lever in de overgang

vrolijke vrouw van 50-plus
Getty Images

De overgang is een periode waarin hormonen bij vrouwen sterk schommelen. Maar steeds duidelijker wordt dat het darmmicrobioom hier ook een grote rol bij speelt. Onlangs sprak hoogleraar en internist-endocrinoloog Max Nieuwdorp (Amsterdam UMC) hierover op een congres: "Hormonen en het darmmicrobioom werken zo nauw samen, dat verstoring van het ene vrijwel altijd invloed heeft op het andere."

Als vrouwen in de overgang komen, dalen gehaltes aan geslachtshormonen oestrogeen en progesteron geleidelijk, met als gevolg de bekende overgangsverschijnselen: opvliegers, slaapproblemen, veranderende stemming en een andere vetverdeling in het lichaam. Nieuwdorp benadrukt dat hormonale veroudering grotendeels genetisch bepaald is: vaak maken vrouwen de overgang door rond dezelfde leeftijd als hun moeder. Maar die hormonale veranderingen blijken veel breder door te werken dan we lang dachten.

Hoe je darmmicrobioom verandert in de overgang

Tijdens en na de overgang verandert niet alleen je hormoonspiegel, ook het darmmicrobioom verandert aantoonbaar. Het door Nieuwdorp gepresenteerde onderzoek laat zien dat: 

  • het darmmicrobioom minder divers wordt na de menopauze;
  • het darmmicrobioom vaker uit balans is, ook wel dysbiose genoemd;
  • het darmmicrobioom van vrouwen na de overgang meer lijkt op dat van mannen dan op dat van vrouwen voor de overgang;
  • deze veranderingen samenhangen met het vaker voorkomen van insulineresistentie en een hoger risico op leververvetting.

Het dalende oestrogeengehalte speelt hierbij volgens Nieuwdorp een belangrijke rol: in de darmwand zitten oestrogeenreceptoren die invloed hebben op spijsvertering, stofwisseling en immuniteit. Minder oestrogeen betekent dus ook minder activiteit van deze receptoren, wat weer het darmmicrobioom beïnvloedt.

Gewichtstoename en vetopslag

Veel vrouwen ervaren in de overgang een verschuiving van vetopslag: meer buikvet, minder heupvet. Volgens Nieuwdorp is dat een hormonaal gestuurd proces dat samengaat met een veranderend darmmicrobioom. Dysbiose in de darm kan namelijk bijdragen aan een hogere vetopslag en een verandering in de glucosestofwisseling. 

Hierdoor kan er eerder sprake zijn van insulineresistentie en kunnen er zogenoemde laaggradige ontstekingen optreden. "Dit versterkt elkaar", aldus Nieuwdorp. "Door oestrogeendaling treedt er een verandering op in het darmmicrobioom. Dit leidt tot metabole verstoringen en dat heeft weer als effect dat er gewichtstoename optreedt." Volgens Nieuwdorp verklaart dit waarom afvallen in de overgang vaak moeilijker wordt, zelfs bij een vergelijkbaar eet- en beweegpatroon.

Het darmmicrobioom en leververvetting

Leververvetting komt bij vrouwen in de overgang veel vaker voor dan ervoor. Nieuwdorp vertelt dat bij een deel van deze vrouwen het darmmicrobioom alcohol kan produceren uit suikers in voeding. Zelfs zonder een druppel alcohol te drinken kan er dan toch alcohol in het bloed verschijnen. Dit proces wordt endogene alcoholproductie genoemd. Onderzoek maakt duidelijk dat deze alcoholproductie echt vanuit het darmmicrobioom komt. Dit mechanisme kan helpen verklaren waarom sommige vrouwen in de overgang sneller leververvetting ontwikkelen, zelfs bij matige voedselinname of een gezonde leefstijl.

Slaap en het darmmicrobioom

De overgang gaat vaak samen met slechter slapen. Volgens Nieuwdorp slapen we met z’n allen te weinig. Gemiddeld slapen we een uur per nacht korter dan mensen eind 19e eeuw deden. “Dat verstoort de balans tussen melatonine en groeihormoon, hormonen die ’s nachts voor herstel zorgen.” 

Minder herstel betekent dat er meer stresshormonen worden aangemaakt, zoals cortisol. En juist cortisol beïnvloedt volgens Nieuwdorp het darmmicrobioom sterk. Het vermindert de diversiteit van het darmmicrobioom, het verhoogt ontstekingsgevoeligheid in het lichaam en het maakt het lichaam minder gevoelig voor insuline. “Dit leidt tot een vicieuze cirkel van slechter slapen, meer stress, meer buikvet, slechtere stemming en nog meer slaapproblemen.” Deze cirkel is volgens Nieuwdorp deels hormonaal en deels microbieel te verklaren.

Huid en darmmicrobioom

Veel vrouwen merken het ook aan de huid als ze in de overgang zijn: ze ervaren veranderingen in structuur, elasticiteit en gevoeligheid. Nieuwdorp beschrijft de zogenoemde darm-huid-as. Dit duidt op stoffen die in het darmmicrobioom ontstaan (zoals korteketenvetzuren) en direct invloed hebben op de barrièrefunctie van de huid, ontstekingsprocessen en talgproductie. Dat maakt het aannemelijk dat huidklachten in de overgang niet alleen samenhangen met hormonen maar ook met het microbioom. Hier moet nog wel meer onderzoek naar gedaan worden.

Het darmmicrobioom verbeteren in de overgang?

Volgens Nieuwdorp is het een aan te raden strategie om tijdens de overgang goed voor het darmmicrobioom te zorgen. Maar maatregelen werken niet voor iedereen hetzelfde. Vooral personen met een ernstige disbalans in het darmmicrobioom reageren positief op aanpassingen, zo blijkt uit studies met speciale diëten en zelfs poeptransplantaties. Mensen met een relatief gezond microbioom merken veel minder verbetering dan mensen met een sterke disbalans. Maar zorgen voor een divers en gebalanceerd darmmicrobioom is volgens Nieuwsdorp in elk geval een manier om meer grip te krijgen op overgangsklachten.

Auteur