Dit betekent Prinsjesdag 2025 voor de erf- en schenkbelasting

Langer de tijd om aangifte erfbelasting te doen

Nabestaanden krijgen nu 8 maanden de tijd om aangifte erfbelasting te doen. Vanaf 2026 krijgen nabestaanden 20 maanden, dat geeft meer lucht om zaken te regelen.

180 dagen regel aangepast

Als nu iemand een half jaar (180 dagen) voor een overlijden nog een schenking doet, moest daar soms nog aangifte voor de schenkbelasting van worden gedaan. Dat hoeft niet meer: deze schenking kan meegenomen worden in de aangifte voor de erfbelasting. Deze regel gaat in vanaf 1 januari 2026 en dit zou praktisch betekenen dat schenkingen die zijn gedaan in de 180 dagen vóór 1 januari 2026 al onder de nieuwe aanpak vallen bij een overlijden in 2026. Hoe dit precies uitpakt wordt waarschijnlijk pas bij de uitwerking van de Belastingplannen in november/december duidelijk.

Verrekenbedingen aangepakt

Sommige partners kiezen ervoor met huwelijkse voorwaarden of een “verrekenbeding” met ongelijke breukdelen het vermogen anders te verdelen om zo erfbelasting te beperken. Dat wordt aan banden gelegd: bij het einde van een huwelijk door overlijden of een scheiding wordt uitgegaan van 'ieder de helft', ook als het op papier anders is afgesproken. 
Dit zou alleen gelden voor nieuwe ongelijke verdelingen die zijn afgesproken op of na 16 september 2025. Bestaande afspraken van vóór die datum blijven gerespecteerd.

Biologische kinderen: dezelfde vrijstellingen en tarieven

Biologische kinderen zonder juridische status, zoals niet erkend of afgestaan krijgen dezelfde behandeling als juridische kinderen in de erf- en schenkbelasting.

Vrijstellingen: iets omhoog

Tarieven en vrijstellingen in de erf- en schenkbelasting worden jaarlijks geïndexeerd en aan de hand daarvan komt PwC tot de volgende vrijstellingen in 2026. Belangrijk: De Kamer behandelt het Belastingplan in november en december, er zijn dus nog wijzigingen mogelijk.