Mijn verhaal: 'Er is niemand met wie ik over vroeger kan praten'

Alsjeblieft, leef jij voortaan voor twee, drukte ze me op het hart

Vrouw zit gehurkt voor het raam naar buiten te staren
Getty Images

Je zou denken dat het went. Toch zijn er steeds momenten dat het gemis plotseling opspeelt. Bijvoorbeeld als ik families in restaurants zie zitten, gezellig met alle generaties bij elkaar. Of in tv-reclames met uitbundig familiegeluk. Zeker rond kerst. Het is zó vanzelfsprekend dat niemand erbij stilstaat dat die beelden ook pijn kunnen doen.

Ach, mijn moeder had het zo graag anders gewild. Zowel zij als mijn vader waren enig kind. Dat vonden ze allebei moeilijk. ‘Maar jullie zullen nooit alleen op de wereld zijn’, kon ze gelukzalig zeggen tegen mijn zus, mijn broertje en mij. Ze was de koning te rijk toen ze, elf jaar na de komst van mijn broertje, nogmaals zwanger werd. Maar ons kleine zusje werd stilgeboren. Ze bracht geen roze wolk, maar een zwarte sluier, die nooit meer is opgetrokken bij ons thuis. Zes jaar later overleed mijn moeder aan uitgezaaide eierstokkanker. Wij noemden het een gebroken hart. 

Alsjeblieft, leef jij voortaan voor twee, drukte ze me op het hart

Rond diezelfde tijd ontspoorde mijn broer. Drank, drugs, criminaliteit. Mijn vader, zus en ik hebben er alles aan gedaan hem weer op het rechte pad te krijgen. Tot ons grote verdriet is dat nooit gelukt. Gelukkig had ik mijn vader en mijn zus. Beste vriendinnen waren we, mijn zus en ik. Er ging geen week voorbij zonder dat we elkaar zagen en we deelden alles, zelfs onze kinderloosheid. Mijn eierstokken zijn nooit gaan rammelen, mijn zus durfde het niet aan om een gezin te stichten vanwege de impact die ons stilgeboren zusje heeft gehad. Maar het was oké, ons leven was gevuld en rijk, samen met onze partners. We gingen vaak met z’n allen op vakantie en deden leuke dingen samen. Geregeld in gezelschap van onze vader met zijn nieuwe liefde, die we hem van harte gunden. Zestien jaar geleden sloeg opnieuw het noodlot toe. Drie maanden nadat mijn vader overleed, overleed ook onze broer. Een jaar later werd er bij mijn zus eierstokkanker geconstateerd. Ik heb nog nooit zo gehuild als toen ik dat hoorde. Dat ik nu ook mijn zus zou moeten missen, was onverdraaglijk. 

Ik trok bij haar in en samen met haar man heb ik haar tot het einde verzorgd. ‘Alsjeblieft, leef jij voortaan voor twee’, drukte ze me op het hart, toen bleek dat ik níet was behept met het vreselijke gen waaraan zij ten prooi was gevallen. Daar probeer ik naar te leven, nu al vele jaren. En echt, ik heb het goed. Ik ben gezond, heb een goed huwelijk en geweldige vrienden, in wie ik altijd veel heb geïnvesteerd. Maar toch: ik heb geen bloedverwanten meer. Er is niemand met wie ik over vroeger kan praten. Niemand in wie ik nog iets herken. Dat is wrang. 

Gelukkig ben ik positief ingesteld en meestal ben ik dankbaar voor mijn vijftien onbezorgde jeugdjaren, mijn zus van goud en mijn lieve vader. Zijn tweede liefde zie ik nog altijd, net als mijn zwager. Ik voel me een gezegend mens. Maar wel met krassen op mijn hart.”

Uw verhaal in Plus?

Loopt u rond met iets wat u aan (bijna) niemand durft te vertellen? Deel het met andere Pluslezers; dat mag ook anoniem. Schrijf naar redactie@plusmagazine.nl  o.v.v. ‘Mijn verhaal’.

Reactie toevoegen

Comment

  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.