Moederdag: lezers schrijven een brief aan overleden moeder

Moeder dochter
Getty Images

Pluslezers schreven een brief aan hun overleden moeder. Over hoe ze haar missen, de herinneringen die ze koesteren en hoe het leven verder ging, zonder haar. Maar ook over datgene wat ze vroeger niet durfden te zeggen of konden begrijpen.

Levenswijsheid

Lieve, lieve mama. Jij was altijd goedgehumeurd en je vond dat je een bevoorrecht leven hebt gehad. Terwijl jij echt wel tegenslagen hebt ­gekend. Je kreeg een groot ongeluk in je jonge jaren en lag lange tijd in het ziekenhuis. Je moest van school af omdat je voor je broertje moest zorgen. Daardoor voelde jij je soms dom, omdat je niet zoveel onderwijs had ­genoten. Jij dom! Van de levenswijsheid die jij had, zouden heel veel mensen iets kunnen ­leren. Ik werd heel jong moeder.

Jij hielp mij in mijn gezin. Mijn dochter vond het heerlijk om bij je te logeren. Het leek wel of ze door de wasverzachter was geweest als ze bij jou vandaan kwam. Toen mijn man plotseling stierf, kon ik als een kind troost bij je vinden. En toen ik weer een man ontmoette, kreeg ik van jou een bos rode rozen omdat ik weer verliefd was. En je zei – ik was toen 50 jaar: “Och kind, nu kan ik eindelijk weer rustig slapen.” Op je 102de verjaardag besloot je dat het genoeg was. Onze laatste woorden waren dat we zo ongelofelijk van elkaar hielden. Ik mis je altijd.

Marjan Monshouwer-Naerebout (70), Heerjansdam

Groot gemis

Dag lieve mama, het is alweer 55 jaar geleden dat ik je kon aankijken, je hand vast kon ­pakken en ik je stem hoorde. Mam, wat ben je vroeg weggegaan van ons. Ik hoop dat je van bovenaf hebt gezien wat het leven ons heeft gebracht. Dat het echt even zoeken was, zo zonder jou. Maar dat we er samen met pap het beste van hebben gemaakt. Als ik jouw advies nodig had, voelde ik het gemis het meest.

Dat werd versterkt toen ik zelf moeder werd van een tweeling. Twee lieve meisjes die ik graag aan je had willen voorstellen. De eerste stapjes, de puberteit en het uit huis gaan van mijn kinderen heb je niet meegemaakt. Woorden als ‘lieverd, het komt goed’ of ‘Gin, laat ze hun eigen fouten maken want dat hoort erbij’ heb je nooit kunnen zeggen. Maar in mijn gedachten zaten we samen aan de keukentafel met een kopje thee en stelde je mij gerust. Ik hoop dat ik mijzelf heb ontwikkeld zoals jij dat graag had gezien. Ik ben trots op wie ik ben als jouw dochter, maar ook als moeder en oma. Wat had ik het je gegund om hier deel van uit te maken. Lieve mama, je bent nog steeds zo geliefd en ik ben je niet vergeten. Je zit in mijn hart, ­gedachten en in wie ik ben.

Ginny Thorig (64), Almere

Kamp Tjideng

Lieve mam, ik zag laatst weer de foto die je van mij als baby hebt ­laten ­maken vlak voordat de poorten van het interneringskamp Tjideng in ­Batavia niet meer open mochten. Te zien is een jongetje van twee maanden dat was geboren in het kamp. Die foto was bedoeld voor mijn vader, die ­verderop in de ­gevangenis van Struiswijk geïnterneerd was. Op de foto sta je trots te wezen zonder dat je wist wat voor ­ellende je nog zou meemaken. Gedurende de kamptijd was je blok-oudste en verantwoordelijk voor al die vrouwen en kinderen die in hun ellende niet wisten waar ze het zoeken moesten.

Pas na je dood ­ontdekte ik dat en was ik apetrots op je. We hebben met mijn beide zussen bijna zeven jaren in een oorlogssituatie doorgebracht, want direct na de bevrijding brak de Bersiap uit. Soms hoor ik nog de schoten die vanuit het bos over ons huis heen werden afgevuurd. Onverstoorbaar was je, je voedde ons in liefde en genegenheid op. Je hebt je leven in dienst van je man en kinderen gesteld. Onvermoeibaar was je ook, toen we tijdens de armoede in Nederland aan onze toekomst werkten. Je was altijd opgewekt, ondanks het verlies van drie naoorlogse kinderen die het niet redden konden. In de loop der tijden ben ik steeds meer gaan beseffen hoe sterk en standvastig je bent geweest. In dankbaarheid denk ik aan je.

Martien van Veen (79), Rotterdam

Ongelukkige vrouw

Lieve moeder, ik heb geleerd begrip voor u te krijgen over de manier waarop ik ben grootgebracht. Het kan niet ­anders dan dat u niet bij machte was om mij te beschermen en te koesteren. Ik heb dat erg gemist, maar ik neem het u niet meer kwalijk. Ik ben niet meer boos. Ik vind het wel erg jammer dat ik u niet meer kan vragen wat u allemaal heeft mee moeten maken om niet in staat te zijn van mij te houden. Ik herinner me u als een heel ongelukkige vrouw. Ik zou u graag even willen vasthouden en troosten. Maar ondanks het gemis aan liefde en bescherming ben ik toch enorm gegroeid en voel ik me nu een gelukkig mens. Dat zou ik niet gevoeld hebben als u me niet op de wereld had gezet. Dank u wel en een warme knuffel.

Wilma (67), Genderen

Stoer

Lieve ma, de laatste tijd moet ik veel aan je denken. Thuiszittend na een knieoperatie besef ik pas écht hoe stoer je was. Vanaf je 80ste kreeg je twee knieprotheses. Beide ­keren ging je na de revalidatie weer alleen naar huis. Ik heb je nooit horen klagen. Je stapte achter de rollator en ­wandelde naar de fysio. De maaltijden van Tafeltje Dekje vond je niet lekker, je zorgde wel voor jezelf. Stoer ben je altijd geweest. Samen met pa een eigen bedrijf opgestart. Eerst een melk- en zuivelbedrijf, later aan huis een kruidenierswinkel. Je volgde alle opleidingen om de benodigde papieren voor de winkel te halen.

Klinkt heel makkelijk, maar dat moet toch echt een hele prestatie geweest zijn: een gezin met zeven kinderen, overdag de winkel en dan ook nog ­allerlei opleidingen. Na de dood van pa pakte je het leven weer op. Ging meedoen aan praatgroepen en kreeg nieuwe vrienden om je heen. Nog steeds missen we je, maar we gunnen je de rust die je nu hebt. Jouw liefde en aandacht voor anderen hebben we allemaal meegekregen en we proberen dit door te geven aan onze (klein)kinderen, in de hoop allemaal zo’n moeder te zijn als jij.

Wilma van Leeuwen (62), Rijswijk

Heimwee

Lieve mammie, wat zou ik u graag hebben gekend. Helaas is dat niet het geval. Ik was een oorlogskind, in een tijd die u veelal doorbracht in het ­sanatorium. Ik bezit een klein fotootje waar u met mij op staat: een mama in een ziekenhuisbed met een baby’tje op schoot. Ik zal enkele maanden oud geweest zijn. Als ik dat fotootje zie, weet ik zeker dat u veel van mij hield. Mijn vader heb ik nooit echt leren kennen. Ik groeide op bij pleegouders die mij als hun kind opnamen en verzorgden.

Ik kreeg een vader, moeder en een grote broer. Maar nu, vele jaren later, heb ik nog steeds een gevoel van heimwee. Een soort verlangen naar mijn echte mam. Wat zou ik u ontzettend graag hebben gekend. Als bijna 80-jarige mis ik u nog steeds. Kunt u dat begrijpen? Vast wel. In mijn beleving hoorde u overal bij en was u mijn steun en toeverlaat. Tot mijn laatste snik zal ik aan u denken en u herdenken. Dank voor alles en vooral dat ik uw kind mocht zijn.

Vroukje Nijboer-Verwey (79), Oldenzaal

Wegcijferen

Lieve moeder, jij was een vrouw uit duizenden en gelukkig heb ik je vaak laten merken dat ik dat vond. Je was een echte moeder. Alles voor je man en kinderen. Vaak denk ik: had je maar wat meer van het leven genoten. Je ging nooit op vakantie, werkte niet, cijferde jezelf altijd weg. Je gezin was nummer één. Je genoot van ergens een hapje te gaan eten en van kaartspelletjes. Meer had je ook niet nodig. Je was een eenvoudige vrouw. Maar zo’n warme moeder! Ook al ben je er al meer dan 27 jaar niet meer, ik mis je nog iedere dag. Je was en bent mijn voorbeeld. Ik weet niet waar je nu bent, maar ik hoop op een fijne plek. Je zit voor altijd in mijn hart. Dag mam. Liefs, je jongste dochter Ivonne.

Ivonne van Nunen – Heijlen (63), Molenbeersel (België)

Nooit klagen

Lieve mam, het is zo jammer dat ik u niets meer kan vragen. Ik weet weinig over uw beslissing om het ouderlijk huis te verlaten op een mooie zomerdag in 1940. U was 21 jaar, nam de fiets en vertrok. Uw ouders gaven u geen toestemming om te trouwen en via de kantonrechter trouwde u alsnog met de man die mijn vader zou worden. Wat een moed! U kreeg vijf kinderen en u heeft ‘gevochten’ voor ze. We werden verdreven van de boerderij om plaats te maken voor de uitbreiding van Amsterdam. Het gezin van zeven personen kwam terecht in een flatgebouw, vier hoog. Voor u beiden een ramp. In 1952 verhuisden we naar een boerderij in Berkenwoude, een dorp waar u als enige katholieke vrouw eigenlijk niet werd geaccepteerd. Een jaar later moesten we evacueren in verband met de Watersnoodramp. En nooit, nooit heb ik u horen klagen. U heeft op latere leeftijd de moedermavo gedaan en gehaald. Op de dag dat u werd begraven op 61-jarige leeftijd, kwam uw diploma. Waarom heb ik nooit gezegd hoe enorm trots ik op u was? En tot slot, waarom heb ik nooit gezegd: mam, ik hou zoveel van u?

Willem van den Broek (79), Alphen aan den Rijn

Auteur