Test uw financiële kennis met deze vijf basisvragen

Getty Images

50-plussers in Nederland zijn vermogend, maar missen financiële vaardigheden. Uit onderzoek blijkt dat zij gemiddeld 228.000 euro aan vermogen bezitten, een kwart meer dan de rest van de huishoudens. Tegelijk slaagt slechts 15 procent erin vijf financiële basisvragen goed te beantwoorden.

Nederlandse ouderen zijn financieel niet fit, concludeert Dirk Brounen, hoogleraar economie uit Tilburg. Hij schreef er samen met econoom Kees Koedijk een boek over met tips over sparen en beleggen: 'Nooit meer slapend arm'. Brounen stelt vast dat de financiële kennis en vaardigheid van Nederlandse vijftigplussers schrikbarend laag is. Dat is een probleem, vindt hij. “Want onze overheid verwacht wel dat ouderen steeds meer hun oude dag zelf organiseren, ook financieel.”

Volgens de twee economen zijn mensen pas financieel fit als zij voldoende vermogen hebben èn de kennis hebben om dit goed te beheren. Volgens Brounen weten de meeste Nederlanders stiekem wel dat zij onvoldoende vaardigheden hebben op financieel gebied. “De tijd dat Willem Drees dit allemaal voor u regelde, komt niet meer terug,” zegt hij. Door het gebrek aan vaardigheden weg te stoppen, worden mensen slapend arm, waarschuwen de onderzoekers. Zij willen oud en jong wakker schudden en aanmoedigen een financieel actieplan te op te zetten.

Met slechts vijf vragen kunt u testen hoe financieel fit u eigenlijk bent. De antwoorden staan onder deze test.

Vraag 1: Stel u heeft vandaag 100 euro aan spaargeld op een rekening bij de bank staan. Op deze rekening wordt elk jaar 2 % rente uitgekeerd op uw spaarsaldo. Hoeveel geld zou u na 5 jaren op deze rekening hebben staan, indien u het geld niet tussentijds opneemt?
A)              Meer dan 102 euro
B)              102 euro
C)              Minder dan 102 euro
D)              Geen idee

Vraag 2: Stel de spaarrente op uw bankrekening bedraagt jaarlijks 1 %. De inflatie is gelijk aan 2 % per jaar. Hoeveel zou u voor u geld na 1 jaar kunnen kopen van uw geld op deze bankrekening?
A)              Meer dan vandaag
B)              Precies evenveel als vandaag
C)              Minder dan vandaag
D)              Geen idee

Vraag 3: Stel de algehele rentestand gaat morgen stijgen, wat gebeurt er daardoor met de waarde van uitstaande obligaties?
A)              Deze zullen in waarde stijgen
B)              Deze zullen in waarde dalen
C)              Deze blijven gelijk in waarde
D)              Geen idee

Vraag 4: Een 15-jarige hypotheek kent doorgaans hogere maandlasten dan een 30-jarige hypotheek (met gelijke leensom), maar de totale rentelasten die men betaalt over de leentermijn van een 15-jarige hypotheek zijn wel lager. Klopt dit?
A)              Juist
B)              Onjuist
C)              Geen idee

Vraag 5: Het beleggen in aandelen van één enkel bedrijf is doorgaans veiliger, dan hetzelfde bedrag beleggen in een beleggingsfonds. Klopt dit?
A)             Juist
B)             Onjuist
C)              Geen idee

De goede antwoorden volgen hieronder:

 

 

 

1A, 2C, 3B, 4A, 5B

Auteur