Gezellig gekakel: mijn kip en ik

Kippen
Robin Utrecht

Ze kakelen gezellig, scharrelen om je heen en met een beetje mazzel trakteren ze je dagelijks op een vers eitje. Niet voor niets zijn Onno, Annemiek en Esther dol op hun kippen. “Ik had nooit gedacht dat ik ze, als ik een weekendje weg zou zijn, zó zou missen.”

Foto’s Robin Utrecht | Visagie Wilma Scholte

Annemiek van Gaalen (47) uit Pijnacker woont in een ­rijtjeshuis met een tuin en nam de drie kippen van haar vader over.

“Als kuikentjes kwamen Saar, Suus en Paulien bij mijn vader terecht. Sinds mijn vader is ­overleden wonen ze bij mij en mijn man Victor. Onze kleine tuin is groot genoeg en ook ons huis is hun terrein, want ze wandelen zo naar binnen.­

We ­hebben een oudere kater die inmiddels lichtelijk bevriend met ze is. Toen ik hem aan de kippen­ voorstelde werd hij meteen een keer hard op zijn kop gepikt. Sindsdien heeft hij respect voor het drietal. Omdat de meiden een hekel aan regen hebben, komen ze graag bij ons binnen. Dan zit ik met een kat op schoot en een kip naast me op de bank. Hilarisch!

Wel ben ik de hele dag in de weer met vochtige doekjes, want een kip zindelijk maken zal nooit lukken. Paulien is de ­koningin: zij is elke dag als eerste het hok uit en eet ook als eerste. Saartje doet soms een poging om te kraaien als een haan en Suus heeft altijd als eerste een worm te pakken in de tuin. Ik kan geen kruidenplantjes neerzetten: ze zijn gek op peterselie en basilicum, dus die plantjes waren zo op.

Nu verwen ik ze vaak met wat kruiden, maar ze zijn ook dolop komkommer, spinazie en aardbeien. En zodra ze mij horen rammelen met een blikje meel­wormen, vliegen ze zowat uit de bocht, zo hard rennen ze naar mij toe. De hele dag kletsen ze wat af tegen elkaar. Ik had nooit gedacht dat als ik een weekendje weg zou zijn, ik mijn kippen zo zou missen. Ik zou echt niet meer zonder ze kunnen.” 

Onno Koornstra (63) uit Peize kreeg per toeval kippen van een heel bijzonder ras. Zijn Ajam ­Cemani-kippen zijn namelijk volledig zwart.

“‘Je kunt van mij wat kippen krijgen’, zei een vriend toen onze vorige kip gegrepen was door een vos. Zo kregen we deze twee kippen en een haan. Het zijn majestueuze dieren. Ze zijn pikzwart, zelfs hun ogen en hun kam. Ze lopen vrij over het erf, maar als hun veren te lang worden omdat we hun vleugels weer moeten kortwieken, fladderen ze zo de heg over. Wij wonen aan een doorgaande weg en voorbijgangers en fietsers weten dan niet wat ze zien, zulke mooie, zwarte vogels. Er wordt gezegd dat zelfs hun organen en vlees zwart zijn, maar dat zal voor ons altijd een raadsel blijven. Ik zal mijn ­eigen kippen namelijk nooit opeten. Ze horen er echt bij en we houden van ze.

De haan kan flink kraaien, maar daar zijn mijn vrouw en ik aan gewend, dus daar slapen we rustig doorheen. Het is soms echt een kwaaie rakker: als hij gekortwiekt moet worden, vecht hij voor zijn leven. Naar de kippen toe is hij ook echt de baas. De ene kip is zijn vriendin, zij kruipt graag tegen hem aan. De andere kip duldt hij niet, dus die til ik ’s avonds zelf het hok in omdat ze er anders niet bij durft. Voor de zon ondergaat moeten ze hun hok in, anders kan ik ze door hun donkere kleur niet meer terugvinden in de duisternis. Overdag scharrelen ze gezellig om ons heen en elke dag worden we op een lekker eitje getrakteerd. Tot twee keer toe hebben we een nestje met kuikentjes gehad. Zwarte ­kuikentjes dus, in plaats van geel. Heel bijzonder om dat eens mee te maken. Wie heeft er nou zulke unieke kippen?”

Kipjes
Robin Utrecht

Esther van der Ham (50) uit Breda woont in een rustige woonwijk. Ze heeft twee haantjes die helemaal bij het gezin horen en zelfs meegaan op vakantie.

“Vier jaar geleden kreeg ik van mijn man en kinderen drie kuikens voor mijn verjaardag. Het zijn Serama-kippen en die worden makkelijk tam. Het leek ons gezellig en ook leuk, elke dag een eitje. Alleen ­bleken het drie haantjes te zijn! We mochten ze nog ruilen voor hennetjes, maar inmiddels hadden we al een band met ze opgebouwd. Het hebben van drie hanen leverde wat onderlinge strijd op, daarom is er eentje verhuisd. Alice en Nya, die we dus al meisjesnamen hadden gegeven, heb ik gehouden. Ze luisteren beter naar me dan mijn twee puberzoons. Als ik ze roep, komen ze keihard aanrennen. Nya is ­ontzettend knuffelig: hij houdt ervan om zich op een dekentje bij mij op schoot te nestelen en onder z’n snavel gekroeld te worden. Soms legt hij zelfs zijn kopje tegen mijn wang. Alice zit liever op mijn schouder. Als ik een van de twee een plakje komkommer geef, dan roept hij de ander dat er iets lekkers is. Zodra er op tv iemand is die verdriet heeft, gaan mijn haantjes ook zielige geluidjes maken. Ze hebben veel verschillende manieren van tokken: ik hoor het wanneer ze bang of blij zijn. Op vakantie gaan ze met ons mee, of dat

nu in een huisje of op de camping is. En ja, ze poepen weleens in huis, maar dat heb je zo weer weggepoetst. Ze horen echt bij ons gezin. Als mijn zoons uit school komen, rennen Alice en Nya uitgelaten naar de poort om ze te begroeten.” 

Haantjes
Robin Utrecht