Maak ruimte in je huis

‘Door op te ruimen sluit je een levensfase af’

Getty Images

Waar is toch dat kabeltje van de ­fotocamera? Ik trek wat lades open en vind een kluwen van snoertjes, maar niet dat ene kabeltje. Weken later kom ik het toevallig tegen, onder in een tas die ik al een tijdje niet gebruikte. Begrijp me goed, ik ben geen sloddervos, maar een geordende vrouw die blij wordt van een stapel keurig gestreken theedoeken.

Net als mijn schoon­moeder. Toch was het schrikken toen haar huis leeg moest omdat ze naar een verpleeghuis ging. Vijf rozenkransen, vijftig hand­doeken. En dan te bedenken dat ze al jaren aan het opruimen was. Zo netjes en toch ­zoveel spullen, hoe kan dat toch?

Troep geeft stress én is gevaarlijk
Misschien hebt u de tijd van de scharenslijper en het sokken stoppen meegemaakt. Dan weet u hoe kort geleden het nog maar is dat mensen weinig hadden en zuinig moesten zijn. Inmiddels is niet schaarste maar overvloed een probleem, zegt James Wallman in zijn boek Ontspullen. Hoe meer spullen, hoe meer gedoe: je moet ze onderhouden, opruimen en schoonmaken. Dat geeft stress.

En dan hebben we het nog niet eens over ­onveiligheid gehad. Denk aan wankele stapels serviesgoed in propvolle keukenkastjes, of aan dozen en manden waar je makkelijk over struikelt. De brandweer waarschuwt op zijn website voor ‘ophopingen van spullen’, die vooral bij oudere mensen nogal eens worden aangetroffen. Ze kunnen vlam vatten en bij brand het vluchten bemoeilijken.

Een therapeutische actie
Vooral als je ouder wordt, en een leven lang van alles bewaard hebt, kunnen spullen je in de weg gaan zitten. Ik merk dat bij mezelf al, maar mijn moeder van 75 heeft het nog sterker. “Zoetjesaan wordt je geheugen toch wat minder”, zegt ze. “Ik ben sneller iets kwijt.” Mijn ouders zijn daarom al jaren beetje bij beetje aan het opruimen. Dat helpt ze om overzicht te houden. In hun achterhoofd speelt ook al mee dat ze ooit een keer zullen vertrekken: naar een kleinere woning of naar de eeuwigheid. Dan kun je maar beter nu ­alvast beginnen, nu je de energie nog hebt en zelf in alle rust kunt bepalen waar alles naartoe gaat.

Zelf kreeg ik de opruimkriebels toen vorig jaar onze jongste het huis uit ging. Als ik erover nadenk, was het herinrichten van zijn kamer vooral een therapeutische actie. Door op te ruimen sluit je een levensfase af en maak je ruimte voor iets nieuws. Dat kan ook bij pensionering zijn, bij een verhuizing of het verlies van een dierbare. Zoals bij Pluslezeres Nel Tijburg, voor wie opruimen deel van het rouwverwerkingsproces was: “De hele historie van mijn 46-jarige huwelijk heb ik in mijn handen gehad. Dat is soms emotioneel, maar vaak ook heel erg leuk. Ons huis is mijn huis geworden zonder mijn fijne lieve echtgenoot te hebben verbannen.”

Een heuse trend
Het verbaasde me toen ik het hoorde, maar opruimen blijkt op dit moment een heuse trend. Zo bijzonder leuk is opruimen toch niet? Tot ik ontdekte dat het nieuwe opruimen iets heel anders is dan rondslingerende spullen weer op hun plek leggen.

De bekendste opruimgoeroe is Marie Kondo, een 32-jarige Japanse die wereldwijd miljoenen boeken verkocht. “Opruimen verandert je leven”, zegt ze. “Je zult het gevoel hebben dat de hele wereld lichter wordt.” Het leek me overdreven, maar nu ik een tijdje bezig ben met opruimen, merk ik dat ik er gelukkig van word. Ik herontdek bijvoorbeeld mooie spullen die eerst waren ondergesneeuwd. “Het is een aanrader”, zeggen Pluslezers Joke en Mense van der Wal. “We missen geen enkel voorwerp. Schoonmaken is zo gebeurd met zijn tweetjes en we hebben veel meer tijd om leuke dingen te doen.”

Goede bestemming
Voor een goed gevoel is het wel belangrijk dat je de tijd neemt om op te ruimen, merk ik. Opruimen is namelijk niet zomaar iets. ­“Spullen verbinden ons”, zegt James Wallman, “met anderen, met gebeurtenissen en met ons eigen verleden.” Dat verklaart waarom veel mensen het moeilijk vinden om iets weg te doen. Pluslezer Simon van der Steen bedacht een slimme oplossing om op te ruimen en tóch de herinneringen te bewaren. Hij fotografeerde alles, van waardevol oud speelgoed tot prullaria. Ook kopieerde hij de inhoud van alle cd’s, dvd’s en lp’s naar zijn computer. De originelen gingen naar de kringloopwinkel. Voor andere Pluslezers hielp het dat hun spullen een goede bestemming kregen. Neem het echtpaar Houpst, dat bij de verhuizing naar een kleinere woning veel van de inboedel moest wegdoen. Ze gaven alles aan een huis voor Iraakse vluchtelingen: “Nog nooit eerder hebben we zúlke stralende mensen gezien.” Voor de generatie die is opgevoed met het idee dat je goede spullen niet kunt weggooien, zijn de kringloopwinkel en Marktplaats geliefde bestemmingen.

Verrassende opbergtips

De spectaculairste methode die ik tegenkwam, is die van Ryan Nicodemus. Hij werkte hard om veel geld te verdienen. Als ik mooie ­spullen heb, zal ik gelukkig zijn, dacht hij. Toen hij besefte dat het zo niet werkte, stopte hij alles wat hij bezat in verhuisdozen. Tien dagen lang pakte hij daar alleen uit wat hij echt nodig had – dat bleek bar weinig te zijn. De rest deed hij weg.

Nicodemus hoort tot de minimalisten. Dat zijn mensen die leven met een minimum aan bezittingen tot kunst hebben verheven. Ik voel me net wat meer thuis bij Marie Kondo. Ook met haar methode gaat de ­bezem flink door je huis, maar de gezellige frutsels hoeven niet allemaal weg. Waar de minimalisten vragen: “Heb ik dat echt wel nodig?”, vraagt Marie Kondo: “Word ik er blij van?” Dat klinkt vaag, maar het werkt. Ik paste ­Kondo’s methode als eerste toe op mijn ­kleding. Die knellende pumps die ik nooit draag maar die nog als nieuw zijn: weg ermee. De kanten jurk van vijftien jaar oud die ik al drie keer repareerde: terug in de kast.

Dat ik nu elke ochtend blij word als ik mijn kledingkast open, heeft ook met de leuke en verrassende opbergtips van Marie Kondo te maken. Kleren gaan niet op een stapel, maar je vouwt alles tot pakketjes die je rechtop in een lade of doos zet. Je ziet in één oogopslag wat je hebt en er zijn geen stapels meer die instorten als je iets van onderop pakt. Alles uit drie lades paste bij ons opeens in één lade. Mijn moeder, die het ook probeerde, wil niet anders meer. Zelfs mijn zoon vindt het cool.

Doe het stap voor stap
Marie Kondo adviseert om systematisch het hele huis op te ruimen. Je doet het per categorie, te beginnen met kleding, en eindigend met het moeilijkste: aandenkens, zoals brieven en foto’s. “Een klein beetje opruimen betekent een leven lang opruimen”, zegt ze. Toch is een beetje opruimen voor veel mensen het hoogst haalbare. Meer dan dat kunnen ze lichamelijk niet aan, of ze hebben tijd nodig om emoties te verwerken. Zoals Pluslezer Bertus Batstra, die ging opruimen toen hij ernstig ziek werd: “Ik blijf bezig met spullen wegdoen. Niet alles, maar beetje bij beetje, anders komt het te hard aan.”

Voor die mensen zou de aanpak van Els ­Jacobs goed kunnen werken. In Aan de slag met De HuishoudCoach legt ze uit hoe je kastje voor kastje, in je eigen tempo kunt ontspullen. “Kies voor de weg van de geleidelijkheid”, raadt ze aan. “En wees trots op elke stap die je zet.” Pluslezeres Ria Geerts geeft de tip elke dag twee stuks weg te doen: “Zo ruim je goed op, maar heb je niet het gevoel dat het een hele klus is.” Wie het erg moeilijk vindt, kan een familielid of bekende inschakelen, die met een frisse blik naar de inboedel kijkt. Er bestaan zelfs professional organizers die je kunt inhuren; mensen die opruimen tot hun beroep hebben gemaakt.

En wat als alles op orde is? Zelf merk ik dat de behoefte om het huis opnieuw vol te stouwen verdwijnt. Ik heb meer aandacht voor wat ik al heb, denk minder aan wat ik nog wil. Ik ben het eens met Pluslezeres Annie Nijdam-Dijkstra, die schrijft: “Dode dingen zijn nooit belangrijk. Lekker vrij en blij, gezellig met iemand praten is veel belangrijker.”

Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine april 2018. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai!

Auteur