Een maand met de fiets naar het werk

Getty Images

Minder stilstaan en meer bewegen; Plus-redacteur Erik Bogaards, fietste een maand naar zijn werk met een e-bike.

Natuurlijk had ik smoesjes genoeg om niet met de fiets naar het werk te gaan en bijna elke dag aan te schuiven in een lange, lange rij.

Smoes 1: Geen zin om nat te regenen.

Mijn hele middelbare schooltijd fietste ik vijf jaar lang iedere dag 15 kilometer heen en 15 kilometer terug. Door weer en wind. Dat was voor mij genoeg om de rest van mijn leven regenpakken te haten. De geur alleen al, is voor mij genoeg. Dat. Nooit. Meer. In de auto zit je lekker droog.

[ITEMADVERTORIAL]

Maar in de praktijk valt het reuze mee met de regen. Een fanatieke fietser houdt dat al een aantal jaren nauwkeurig bij en wat blijkt: in minder dan 10 procent van de gevallen kreeg hij een bui op zijn dak. Bovendien had ik in mijn middelbare schooltijd geen Buienradar of Buienalarm, die je nu net op tijd langs een nat pak kunnen sturen.

Smoes 2: Geen zin in klotsende oksels

Van fietsen ga je zweten. Misschien niet heel erg, maar net genoeg om niet heel fris te ruiken tijdens die vergadering.. Soms kan je op het werk wel even douchen, maar dan moeten er een handdoek en schone kleren mee. Om dat nou iedere dag te moeten doen, is ook weer net te veel gedoe. De e-bike biedt daarvoor een perfecte oplossing. Je fietst wel, maar het kost veel minder inspanning, waardoor je helemaal niet zweet. Je stapt fris achter het bureau. En je tas met al je spullen doe je gewoon achterop. Veel handiger dan een racefiets.

Smoes 3: Geen zin om er langer over te doen

Fietsen gaat minder snel dan de auto. Maar in de randstad sta je heel vaak, heel lang stil. Mij valt het in Utrecht altijd op dat ik fietsers met de auto nooit inhaal. Soms heel eventjes, maar bij het volgende stoplicht zie je ze gewoon weer voorbij trappen. In plaats van me daaraan te ergeren heb ik besloten er wat aan te doen en me op te geven voor een project waarbij de gemeente Utrecht een maand lang een e-bike ter beschikking stelt. Met als doel: minder auto’s in de stad.

Na een maand zijn de smoezen als sneeuw voor de zon verdwenen. Het regent inderdaad bijna nooit. Eén keer was ik bijna de klos, maar fietste toch net tussen de buien door. Ik zweet niet op de e-bike terwijl ik wel beweeg. En ik sta veel minder stil dan in de auto. De reistijd is langer: een uur in plaats van een half uur. Met de trein zou ik er ook een uur over doen en met de auto doe ik er heel vaak drie kwartier over. In dat kwartiertje extra in de zon met mijn voeten op de pedalen, laad ik zelf meer op dan in de file. Thuis gaat de accu aan de oplader zodat ik morgen weer voor een paar duppies naar ’t werk kan.

Auteur