Diep in de schulden. Wat is er aan te doen?

Schulden geld euro ordners
Getty Images

Je kunt voor problematische schulden professionele hulp zoeken, maar je kunt ze ook zelfstandig aanpakken. Hoe sneller je begint, des te eerder zijn de schulden afgelost.

Zelf aan de slag

Wil je zelfstandig uit de schulden komen, dan vind je veel praktische informatie op www.zelfjeschuldenregelen.nl, van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) en de NVVK (branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). De eerste stap is het opstellen van een aflosplan. Zet alle schulden, schuldeisers, leningen, aflossingen en roodstand op een rij. Vul daarna de gegevens van het huishouden en inkomen in. Vervolgens zet je alle uitgaven op een rij. Dan zie je meteen of er ruimte is om af te lossen. Is er geen ruimte, met andere woorden: zijn de uitgaven hoger dan de inkomsten? Dan kun je proberen de inkomsten te verhogen en/of uitgaven te verlagen.

Lukt dat niet, dan is het probleem te groot om zelfstandig op te lossen. Je kunt dan het best hulp inroepen. Heb je wel aflosruimte, dan kun je met dat geld de schulden gaan aflossen. Maak een plan om het geld over de diverse schulden te verdelen. Informeer schuldeisers en doe een betalingsvoorstel. Gaan ze akkoord met dit betalingsvoorstel, dan ga je dat bedrag betalen. Bewaar dit akkoord goed. Heb je een van de schulden afgelost, dan kun je het vrijkomende geld gebruiken om de aflossing van een andere schuld te verhogen. Meld dat schriftelijk bij die schuldeiser en vraag om een akkoord.

Gaan de schuldeisers niet akkoord met het voorstel? Vraag naar de reden en zoek professionele hulp. Reageren de schuldeisers niet, stuur dan een herinneringsbrief of probeer ze te bellen. Lukt het nog niet om contact te krijgen, zoek dan ook professionele hulp.

Hulp zoeken

Schulden zijn ingewikkelde problemen en het is niet raar om hulp te vragen. Zo’n 85.000 tot 90.000 mensen melden zich jaarlijks aan voor schuldhulp. Voor professionele hulp ga je naar de gemeente. De gemeente is verplicht om te helpen, behalve als je al eerder een traject hebt doorlopen of als je een schuld hebt door fraude, straf- of een bestuursboete. In dat geval mag de gemeente schuldhulp weigeren. Sommige gemeenten voeren de schuldhulpverlening zelf uit, andere hebben die uitbesteed en zullen je doorverwijzen, maar de gemeente blijft verantwoordelijk.

De schuldhulpverlening van of via de gemeente is altijd gratis. Na een aanmelding moet de gemeente binnen vier weken het eerste gesprek plannen. Bij heel hoge nood kun je vaak binnen drie dagen terecht, bijvoorbeeld als je anders op straat komt te staan, als gas, water en stroom worden afgesloten of als de zorgverzekering wordt beëindigd.

Er zijn verschillende soorten schuldhulp. Soms is het nodig om inkomsten en uitgaven te stabiliseren en neemt de gemeente het budgetbeheer over. Als schulden ‘regelbaar’ zijn, zal de schuldhulpverlener proberen om met de schuldeisers een oplossing te vinden. Dit heet het minnelijke traject. Lukt dat niet, dan is het wettelijke traject – de Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen – een mogelijkheid.

Minnelijk traject

Het minnelijke traject is een vrijwillige schuldregeling, dat wil zeggen: het is vrijwillig voor schuldeisers. Ongeveer een op de vier mensen die zich aanmelden voor schuldhulp, komt hiervoor in aanmerking. De schuldhulp-verlener inventariseert de situatie, stelt een plan van aanpak op en berekent hoeveel geld beschikbaar is voor aflossing. Dat is netto-inkomen minus de vaste lasten en weekgeld voor de dagelijkse uitgaven. Met de rest worden de schulden afgelost. De schuldhulpverlener neemt contact op met alle schuldeisers en bespreekt het betalingsvoorstel. Als één schuldeiser niet meewerkt, kan de schuldhulpverlener de rechter vragen om een dwangakkoord. Dan moet deze schuldeiser akkoord gaan.

Als alle schuldeisers akkoord zijn is de minnelijke schuldenregeling een feit. In praktijk kan dit soms lang duren. Daarna leef je 18 maanden (dat was 3 jaar en is dus veel korter geworden, red.) op een absoluut minimum en los je af op de schulden. Je mag geen nieuwe schulden maken en moet de vaste lasten op tijd betalen. Als na 18 maanden de schulden niet geheel zijn afgelost, wordt het restant kwijtgescholden. Je krijgt een ‘schone lei’, op voorwaarde dat je je aan de afspraken houdt.

De uitvoering kan gaan op twee manieren. Je kunt iedere maand de schuldeisers afbetalen. Dat is schuldbemiddeling. Een keer per jaar wordt opnieuw berekend hoeveel geld er beschikbaar is voor de aflossing. Als je een hoger inkomen krijgt, gaat de afloscapaciteit omhoog en ontvangen de schuldenaren meer dan aanvankelijk gedacht. Een andere mogelijkheid is de schuldsanering. De gemeentelijke kredietbank geeft een saneringskrediet waarmee in een klap alle schulden worden afgelost. Je betaalt het krediet in 18 maanden terug, met rente. In beide gevallen volgt een registratie bij het BKR. Veel schuldenaren prefereren een saneringskrediet, omdat ze dan niet meer te maken hebben met de schuldeisers. Dat geeft rust en overzicht.

Wettelijk traject

Lukt het de schuldhulpverlener niet om met schuldeisers tot een akkoord te komen, dan komt de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) in beeld. Je kunt de rechtbank vragen om toelating tot de Wsnp. Je hebt daarvoor een verklaring van de gemeente nodig dat het minnelijke traject niet is gelukt. Formeel eindigt de bemoeienis van de gemeente bij de afgifte van die verklaring. In de praktijk blijkt dat schuldenaren bijna nooit zelfstandig een Wsnp-verzoek kunnen indienen.

Sommige gemeenten bieden daarom ondersteuning. Mocht de rechter je toelaten tot de Wsnp, dan komt er een bewindvoerder die de regeling gaat uitvoeren. In grote lijnen is dit traject identiek aan de minnelijke regeling, met één belangrijk verschil: de schuldeisers zijn verplicht mee te werken. Kom je alle afspraken na, dan worden na drie jaar de resterende schulden kwijtgescholden. De laatste jaren krijgen steeds minder mensen toegang tot het wettelijke traject. In 2019 waren dit er 4623, ruim 7500 minder dan in 2014.

Schuldenbewindvoerder

Relatief nieuw is het zogeheten schuldenbewind, dat sinds 2014 bestaat. De kantonrechter kan je onder bewind plaatsen. Schulden-bewind kun je zelf aanvragen. Ook een familielid of de gemeente kan dat doen. De bedoeling is dat de bewindvoerder je financiële situatie stabiliseert, je inkomsten en uitgaven beheert, leefgeld uitkeert en onderhandelt met de schuldeisers. Zodra het mogelijk is begeleidt de schuldenbewindvoerder je naar het minnelijke of wettelijke schuldsaneringstraject. Een schuldenbewindvoerder legt periodiek verantwoording af aan de kantonrechter. Een bewindvoerder is niet gratis. Als je bijstand ontvangt, kun je de kosten vergoed krijgen via de bijzondere bijstand.

Sneller een schone lei

Het aantal schuldenbewinden is sterk gestegen. In zes jaar tijd (tot en met 2019) zijn 85.270 personen onder schuldenbewind geplaatst en 17.717 schuldenbewinden beëindigd. Eind 2019 stonden 67.096 mensen onder schuldenbewind. In het recente onderzoek ‘Hindernisbaan zonder finish’ naar schuldhulp-verlening constateert de Nationale ombudsman dat zich een soort stuwmeer lijkt te vormen van burgers die schuldproblemen hebben, maar van wie onduidelijk is of zij inmiddels in een traject richting schone lei zitten.

Schuldenaren vinden het fijn dat de bewindvoerder voor rust zorgt, maar ze klagen ook dat de bewindvoerder vaak alleen op de winkel past en geen oplossing zoekt voor de schulden. Schuldenaren blijven zo jaren onder bewind en hun leven staat stil zonder zicht op een schone lei. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil het schuldenbewind aanpassen en heeft een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Binnen drie maanden na instelling van het schuldenbewind moet de bewindvoerder voortaan een plan van aanpak opstellen. Ook regelt het wetsvoorstel dat het schuldenbewind niet meer voor onbepaalde tijd mag worden ingesteld. Zo krijgen ook schuldenaren onder bewind sneller uitzicht op een schone lei.

 
Auteur