Zijn kosten studerende kinderen aftrekbaar?

De deskundige geeft antwoord

Getty Images

Wij willen onze twee kinderen zonder studieschuld laten afstuderen en geven maandelijks aan beiden een redelijke toelage - om te voorkomen dat zij moeten  bijlenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Nu stond er een hele tijd geleden in de krant een artikel dat een vader een proefproces had aangespannen tegen de belastingdienst die van mening was dat de bijdrage van de vader aan zijn kinderen niet aftrekbaar was - maar volgens mij had de vader het proces gewonnen en waren studiekosten aftrekbaar (studiebijdragen in dit geval). Is dit ook zo?

De enige ‘recente’ uitspraak die ik op dit terrein tegen ben gekomen is die van 17 maart 2004. Hier werd door de rechter bepaald dat een vader zijn kind mocht ondersteunen, omdat dat kind geen gebruik heeft gemaakt van een rentedragende lening van de IB-Groep (inmiddels DUO). Het kind had wel de mogelijkheid, maar zag van de lening af. In dit geval heeft de rechter bepaald dat de vader de studiekosten (onder bepaalde voorwaarden) mocht aftrekken. Dit is een bijzondere situatie en moet zeker niet als algemene leidraad worden beschouwd.

In het algemeen is het zo dat als een kind een prestatiebeurs of een lening van de DUO heeft, er geen recht is op aftrek van ondersteuning door de ouders. Heeft het kind geen recht op een beurs of lening (meer) dan kunnen de kosten van de ouder onder voorwaarden deels worden afgetrokken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de situatie dat het kind langer dan vier jaar studeert of dat een opleiding wordt gevolgd aan een opleidingsinstituut dat niet wordt erkend door de DUO. Hiervoor gelden de volgende algemene regels (cijfers 2010):
•    Als de kosten in belangrijke mate drukken op de belastingplichtige, komen deze voor aftrek in aanmerking tot een bedrag van € 355 per kalenderkwartaal indien het kind 18 jaar of ouder is. De kosten van het onderhoud van een kind worden geacht in belangrijke mate op de belastingplichtige te drukken, indien de op de belastingplichtige drukkende bijdrage in de kosten van het onderhoud van het kind tenminste € 415 per kwartaal beloopt .
•    Dit bedrag wordt verhoogd tot € 710 indien de kosten van het levensonderhoud grotendeels (voor meer dan 50%) op de belastingplichtige drukken en de kosten van de belastingplichtige voor het kind ten minste € 710 bedroegen.
•    Indien het kind niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoort, wordt dit bedrag verhoogd tot € 1.065 indien deze kosten geheel (100%) of nagenoeg geheel (90% of meer) op de belastingplichtige drukken en de kosten van belastingplichtige voor het kind ten minste € 1.065 bedroegen.


In alle gevallen geldt overigens dat wanneer uw kind voldoende inkomen of vermogen heeft om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, u in ieder geval geen kosten voor levensonderhoud voor dat kind kunt aftrekken.

Nicole Goud is afgestudeerd in zowel civiel als fiscaal recht en werkt bij het Instituut voor Financiele  Kennisontwikkeling als specialist op het gebied van Estate Planning.

Auteur