Een zaterdagavond in de jaren vijftig: Pelpinda’s en de familie Doorsnee

Getty Images

Wat deden we op zaterdagavond in de jaren vijftig toen er nog geen televisie was? Nou gewoon. Eerst gingen alle kinderen één voor één in de teil en daarna mocht je in je pyama nog opblijven. Pelpinda’s eten, op de radio luisteren naar De familie Doorsnee en daarna nog een potje ganzenborden of sjoelen met z’n allen. Innig tevreden tolde je je bed in.

In de teil in bad

Op zaterdagavond gingen alle kinderen om de beurt in bad in een zinken teil die op de keukenvloer stond. Met keteltjes warm water zorgde moeder ervoor dat het badwater op temperatuur bleef. Om de beurt erin. Ingezeept worden door je moeder, afgedroogd door je vader. En daarna: in een schone pyjama nog even opblijven.

Pelpinda's

Moeder spreidde een oude krant uit op tafel en zette een bak pelpinda's neer. En daar ging je: schil kraken, pinda's eruit vissen en eten maar. Soms had je mazzel: drie of vier grote pinda's op een rij. Soms had je pech: geen pinda te bekennen. Ondertussen gezellig kletsen. En ruzie maken met je broers, die alle lege schillen weer in de verkeerde bak teruggooiden.

 

Getty Images

De familie Doorsnee

Toen er nog geen - of nauwelijks - televisie was, waren hoorspelen op de radio razend populair. Op zaterdagavond gingen de gordijnen dicht en schaarde het hele gezin zich om de radio heen. Muisstil, om niets te hoeven missen. In de jaren ’50 was ‘De familie Doorsnee’ van Annie M.G. Schmidt een geliefd hoorspel. In Amerika zorgde het hoorspel ‘The War of the Worlds’ voor massahysterie. Veel luisteraars dachten dat er écht een buitenaardse invasie plaatsvond.

Sjoelen

Op hoogtijdagen en op zaterdagavonden kwam vroeger de sjoelbak tevoorschijn. Het hele gezin schaarde zich er omheen. Je begon rustig en weloverwogen de schijven naar de vier poorten te schuiven. Tot de derde beurt, als je als een bezetene moest werken om de kluit van vastgelopen schijven nog in beweging te krijgen. Wat je nooit meer vergeet: het gevoel van een houten schijf die zacht deinend récht het goede poortje in gaat. Zonder de zijkant zelfs maar te raken. Klein geluk.

 

Getty Images

Ganzenbordspel

Hét klassieke gezelschapsspel voor het hele gezin, was het ganzenbordspel. Een bord, een dobbelsteen en een pion die naar het midden geloodst moest worden. Wie op een gans terecht kwam, mocht extra snel verder. Maar wie in de put of in de gevangenis belandde, had flinke pech. Vals spelen kón, dus je moest elkaar héél goed in de gaten houden. Urenlang was je er mee zoet.

Krulspelden

Op zaterdag draaide je moeder metalen draadrollers in haar haar. Ze deed er een haarnetje overheen of een hoofddoek en ging daar zelfs half zittend mee slapen. En dat alles om op zondag met mooie krullen voor de dag te komen. In de loop van de zondag zakten de krullen er vastberaden ook weer uit en een week later begon het hele ritueel weer overnieuw.

 

Getty Images

Slapen onder de dekens

Dekbedden waren er niet, vroeger. We sliepen onder een laken en een deken of méér dekens. De geur van fris gewassen beddengoed, het gewicht van al die dekens bovenop je, je moeder die je nog eens extra kwam instoppen en alles heel strak trok…Veiliger kon je je na zo’n gezellige zaterdagavond niet voelen.

Auteur