De grote pensioenfondsen waarschuwen in hun laatste kwartaalberichten dat een pensioenverlaging voor miljoenen Nederlanders steeds dichterbij komt. De resultaten op de beurs waren de eerste drie maanden prima, gemiddeld zo’n 8 procent, maar de lage rente speelt de fondsen parten.
Voor metaalfondsen PME en PMT lijkt de kans klein dat deze fondsen hun financiële positie nog op tijd op orde krijgen om kortingen te voorkomen. Dit betekent niet dat de fondsen op zwart zaad zitten: er is meer geld in kas dan ooit tevoren. Maar tegenover de tegoeden van de pensioenfondsen staan ook toekomstige verplichtingen. Om daaraan te voldoen, moeten fondsen zich houden aan de zogeheten dekkingsgraad.
104 procent
Fondsen moeten een dekkingsgraad hebben van 104 procent. Dat betekent dat voor iedere verwachte euro die in de toekomst uitgekeerd moet worden, er €1,04 in kas moet zitten. PME en PMT dreigen die norm al vijf jaar op rij niet te gaan halen. Voor ABP (ambtenaren) en PFZW (zorg) hangt dat gevaar voor 2021 in de lucht.
Van de grote fondsen doet alleen bpfBOUW het al een tijd best goed. De beleidsdekkingsgraad van dit fonds staat op 117,5 procent. Bij het fonds voor de bouwsector werd begin dit jaar voor het tweede jaar op rij een pensioenverhoging doorgevoerd.
Nieuw stelsel
De pensioensector houdt hoop dat een nieuw pensioenstelsel de kortingen kan voorkomen. Of lukt is de vraag: het pensioenoverleg tussen de vakbonden, werkgevers en het kabinet is vorig jaar geklapt.
