Plusonderzoek: langdurige werkloosheid

Getty Images

Werkzoekende 50-plussers hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt. En wie langdurig werkloos is, gaat er financieel flink op achteruit. Hoe zet je de tering naar de nering?

Het moeilijkste van werkloosheid is de afhankelijkheid van instanties, vindt 72 procent van de Pluslezers die na hun 50ste hun baan verloren (aldus een online-onderzoek onder 180 Pluslezers). Ze vinden het vervelend om hun hand op te houden; ze verdienen hun geld liever zelf.

Angst
Geld is uiteraard ook een punt van zorg: 81 procent van de werkloze 50-plussers maakte door de werkloosheid een inkomensval mee. De meesten gingen er €250 à €1000 per maand op achteruit; 10 procent leverde zelfs meer dan €1500 per maand in. De grootste angst van velen is dan ook niet meer rond te kunnen komen.

Besparen
De tering naar de nering zetten is onvermijdelijk: 40 procent geeft geen extraatjes meer aan de kinderen, 70 procent teert in op het spaargeld of gaat minder op vakantie, 81 procent heeft de abonnementen op krantentijdschriften opgezegd. Uit eten gaan is er niet meer bij, er gaat minder geld naar goede doelen en het is koopjes jagen geblazen voor 73 procent van de ondervraagden. Dit alles werpt zijn vruchten af: 84 procent heeft geen extra schulden gemaakt in de periode van werkloosheid.

Dankbaarder
Dat is in ieder geval goed nieuws. Valt er verder nog iets positiefs te melden? Ja, toch wel. Door deze ervaring is de meerderheid van de ondervraagden nu dankbaarder dan vroeger voor wat er wél is. Ze zijn minder gaan hechten aan een grote auto of een mooi huis en ontdekten dat ze met minder geld en minder spullen ook gelukkig kunnen zijn. “Ik ben bewuster gaan leven”, zegt 76 procent van de ondervraagden.

‘We klagen niet; het kan nog veel erger’

Op zijn 60ste kwam programmeur Lammert Coldeweijer (63) door een reorganisatie op straat te staan. Sindsdien is het onbezorgde leven van hem en zijn vrouw Lizet (61) voorbij.

Getty Images

Lammert Coldeweijer (63)

Minder te besteden
“Dat we onze twee zonen en hun gezinnen niet meer zoveel kunnen geven – dat vind ik het ergste. De giften met verjaardagen en kerst zijn een stuk lager. Zevenhonderd euro hebben we minder te besteden dan toen ik nog werkte. Natuurlijk voel je dat. Uit eten gaan we nog maar heel zelden. Naar het theater of de film eigenlijk nooit meer. En we gaan minder op vakantie.

Extra postwijken
Ik was min of meer alleenverdiener. Lizet heeft een postwijk, die was voor de extraatjes. Sinds mijn ontslag loopt ze als het even kan één of meer extra wijken. Daar gaan we eens per jaar van op vakantie naar Gran Canaria. Ik ben blij dat we dat nog kunnen.

Halve dagen
Het is een ander plaatje dan dat ik gepland had, maar we klagen niet. Veel mensen moeten het met heel veel minder doen. Dat was ook ons schrikbeeld.
Ik heb veel last van artrose en reuma. Ook heb ik diabetes. Daardoor werkte ik de laatste jaren nog maar halve dagen. In 2012 wilde het UWV me helemaal afkeuren, maar ik wilde per se blijven werken. Werk was mijn hobby.

Ontslag
Het ontslag was dan ook een mokerslag; ik voelde me gedumpt, na 28 jaar. Maar de moeilijkste periode kwam erna. Anderhalf jaar heb ik moeten knokken om een goede ontslagvergoeding te krijgen en om met terugwerkende kracht, vanaf 2012, volledig te worden afgekeurd. Daardoor heb ik kunnen voorkomen dat we onder het bijstandsniveau zouden zakken. Daar leek het in eerste instantie op uit te komen. Toen we dat hoorden, stortte onze wereld echt in elkaar.

Budgetteren
We moeten strakker budgetteren. Voorheen keken we nergens naar, nu pluizen we de reclamefolders uit. Maar het is zoveel beter dan we vreesden. En het belangrijkste: de rottijd van strijd, angst en onzekerheid is voorbij. Ik heb mijn ontslag geaccepteerd en we hebben het fijn samen.”

‘We zijn aan het overleven’

Toen Aafke Kalse (55) en haar man Hans (53) in 2012 vlak na elkaar hun baan verloren, konden ze hun vaste lasten niet meer betalen. Sinds anderhalf jaar zitten ze in de schuldsanering.

Getty Images

Aafke Kalse (55)

Schuldsanering
“Het huis is weg, de auto is weg, ons spaargeld is weg. Alles van waarde is verkocht. Dat moet als je in de schuldsanering wil. Toch was het vooral een opluchting toen we in de gemeentelijke schuldsanering kwamen. Dat is een traject van drie jaar, waarin we vrijwel alles afstaan dat er binnenkomt. Dat gaat naar de schuldeisers en in ruil daarvoor zijn we aan het eind schuldenvrij. Ik was er heel bang voor, maar nu ben ik er vooral blij mee. Het geeft duidelijkheid en daardoor rust. We hadden inmiddels twee ton schuld aan hypotheek en alimentatie. En ondanks dat Hans nu weer werk heeft – ik helaas niet –, zagen we ons dat niet meer bij elkaar verdienen.

Minder te besteden
Voordat we beiden onze baan bij een Duitse groothandel in tapijten kwijtraakten, hadden we een riant inkomen. Hans was er directeur, ik hoofd productontwikkeling. Nu proberen we te leven van €70 per week, exclusief vaste lasten. Uit eten, een terrasje, naar de bioscoop, winkelen, tijdschriften, op een sport- of hobbyclub – al dat soort dingen verdwijnen uit je leven. Ik mis het, maar probeer positief te blijven. Van de week vond ik twee leuke broeken voor €9. Daar geniet ik dan misschien nog meer van dan vroeger van één van €80.

Nieuw huis
De grootste pijn is het wonen. We hadden een vrijstaand huis met vijf slaapkamers en een grote tuin. Nu huren we een flatje van zestig vierkante meter. Ik vind het er afschuwelijk, maar het ergste is dat de kinderen er nauwelijks met z’n allen tegelijk kunnen zijn. We hebben er vijf, drie van mij, en twee van Hans, die inmiddels allemaal uitwonend zijn. Dat ze geen eigen plek meer hebben, en hier niet samen kunnen logeren, daar heb ik veel verdriet van.

Overleven
We zijn aan het overleven. Maar ik voel ook: we zijn weer bezig met de toekomst. Nog anderhalf jaar, dan zijn we schuldenvrij en gaat de wereld weer voor me open.”

Om de onwetendheid, het taboe en de schaamte die er is over schuldhulpverlening te doorbreken, houdt Aafke een blog bij: www.indeschuldsanering.nl

‘Gelukkig ben ik sober ingesteld’

Henk Toet (61) kwam na 36 dienstjaren van de een op de andere dag op straat te staan. Hij schreef honderden sollicitatiebrieven. Tevergeefs. Nu zit hij in de bijstand.

Getty Images

Henk Toet (61)

Ontslagen
“Ze wilden van me af; ik paste niet meer in het plaatje. Zo is het letterlijk tegen me gezegd. Helemaal onverwacht kwam het niet, want er waren al een aantal ontslagrondes geweest. Maar de manier waarop… Ik kon mijn jas pakken en gaan. ’s Avonds thuis heb ik zitten huilen. Boos was ik ook. Je voelt je ineens niks meer waard, terzijde geschoven. En ik maakte me zorgen. Ik was bijna 55, de kans op een nieuwe betaalde baan schatte ik niet hoog in.

Vrijwilligerswerk
Ik ben alleenstaand, dus ik ging behoorlijk op in mijn werk: functioneel beheerder ICT. Ik was er twaalf uur per dag voor van huis. Dan is het gat groot, maar verveeld heb ik me niet. In het begin was er veel te regelen en ik ben vrij snel vrijwilligerswerk gaan doen. Ook ben ik mantelzorger voor mijn moeder. Dat geeft voldoening en erkenning, maar het kan een betaalde baan niet vervangen.

Minder inkomen
Niet afhankelijk zijn, je eigen geld verdienen – dat voelt wezenlijk anders. Ik verdiende ruim €2000 per maand. De bijstand is rond de €900. Ik heb gelukkig iets meer omdat ik een deel van mijn afkoopsom gebruik als maandelijkse aanvulling. Maar toch: ik ben er honderden euro’s op achteruitgegaan. Gelukkig ben ik sober ingesteld. Ik heb een huurhuis, geen auto en nooit schulden gemaakt, maar ik teer nu wel in op mijn spaargeld. Vakanties en uitstapjes – daar heb ik vooral op bezuinigd. Ook heb ik een aantal tijdschriftabonnementen opgezegd en ik let veel meer op aanbiedingen.

Vernederend
Heb ik hier mijn leven lang voor gewerkt? Die gedachte bekruipt me we soms. Ik schaam me niet voor mijn uitkering, voel me ook niet schuldig, maar de behandeling die je in de bijstand ten deel valt, en al die afwijzingen – dat voelt soms vernederend. Tegelijkertijd vind ik dat ik niet mag mopperen; het kan veel erger. Ik woon prettig, ik doe werk dat ik fijn en nuttig vind, en ik heb nog een spaarpotje. Voorlopig red ik me wel.”

Werkloos geworden?

  • 72% baalt ervan om afhankelijk te zijn van instanties.
  • 68% is bang dat hij/zij niet meer kan rondkomen.
  • 72% mist het werkzame leven.

Maar….

  • 84% heeft geen extra schulden gemaakt.
  • 70% is dankbaar geworden voor wat er wél is.
  • 59% geniet meer van het leven dan voorheen.
  • 45% is een betaalde baan minder belangrijk gaan vinden.


Deze cijfers zijn afkomstig uit een recent online-onderzoek waaraan 180 Pluslezers meewerkten die hun baan verloren.

Kom beter rond met de bespaartips op www.plusonline.nl/besparen

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine