Waarom krijgen gepensioneerden met een pensioenfonds dat overstapt naar het nieuwe stelsel er meer geld bij, dan degenen met een pensioenfonds dat daar nog een jaar mee wachten.
Een paar grote pensioenfondsen, zoals Zorg en Welzijn en bpfBouw, gaan al over naar het nieuwe stelsel. Hun leden hebben al het zogenaamde pensioenpotje gekregen. Daarmee kunnen ze goed zien wat ze inmiddels gespaard hebben aan pensioengeld. Bij de overgang naar het nieuwe stelsel gaat dat pensioenpotje vergezeld van een mooi welkomstcadeau: de invaarbonus. Degenen die met pensioen zijn, profiteren er direct van. Hun pensioenuitkeringen gaan met tenminste met 7% tot misschien wel 20 procent omhoog, al naar gelang de dekkingsgraad van hun pensioenfonds. De gepensioneerden die niet ‘invaren’ krijgen hoogstens 3% indexatie.
Het is een mooi cadeautje van het nieuwe stelsel, maar je kunt er wel kanttekeningen bij zetten. De term invaarbonus, die breed wordt gebruikt in de pensioenwereld, is feitelijk onjuist. Het woord bonus suggereert dat je een voordeeltje krijgt, zoals bij de supermarkt. Dat lijkt misschien zo, maar is het niet. De verhoging is mogelijk omdat de pensioenfondsen door de nieuwe wet minder financiële buffers hoeven aan te houden. Deelnemers krijgen voortaan een variabel pensioen in plaats van een vast. Maar in ruil moeten de deelnemers hun recht op een vast pensioen opgeven. De invaarbonus is een vergoeding voor de risico’s die de gepensioneerden van het pensioenfonds overnemen. Als de economie volgend jaar, of wat verder in de toekomst, gaat tegenvallen, kan de ‘welkomstbonus’ zo maar weer geheel of gedeeltelijk teruggenomen worden.
Per 1 januari gaan er 36 pensioenfondsen over naar het nieuwe stelsel. Daar zijn meer dan 5 miljoen mensen bij betrokken.
