De grootste misverstanden over het pensioen

Of toch niet? AD Geld & Recht behandelt acht populaire misverstanden over het pensioen in crisistijd.

Getty Images

Pensioenen: nu het niet zo goed meer met de fondsen gaat, heeft iedereen het er ineens over. Daarbij duiken diverse misverstanden op.

Vroeger had nooit iemand het over pensioenen. Een pensioen, dat kreeg je gewoon. Maar nu het slecht gaat met de pensioenfondsen en de opgebouwde pensioenen in gevaar lijken te komen, verandert dat. Niet indexeren, premie omhoog: het pensioen is weer een onderwerp op de verjaardag en of bij de koffieautomaat. Een onderwerp waarover allerlei misverstanden bestaan. AD Geld & Recht ruimt er een aantal uit de weg.

Pensioenfondsen hadden nooit mogen beleggen!

Door de kredietcrisis zijn pensioenfondsen in financiële problemen gekomen. Het eigen vermogen is gedaald, waardoor er geen ruimte meer is voor indexaties (aanpassen aan de inflatie of stijgende lonen). Er bestaat zelfs gevaar dat opgebouwde pensioen worden verlaagd. Dat had voorkomen kunnen worden als fondsen niet hadden belegd in aandelen, maar de ingelegde premies op een spaarrekening hadden gezet.

Het is begrijpelijk dat er zo over wordt gedacht. Maar pensioenfondsen moeten nu eenmaal rendement behalen om de premie betaalbaar te houden en uitkeringen te kunnen indexeren. Als pensioenfondsen genoegen nemen met het rendement op een spaarrekening, wordt de premie te hoog.

Ik kan mijn pensioen beter zelf regelen

Vooral jonge werknemers bouwen liever zelf iets op voor later, bijvoorbeeld door een lijfrente te kopen. In ruil voor het afzien van pensioen krijgen zij een hoger salaris. Maar dat heeft nadelen. Het zelfstandig opbouwen van inkomen voor later vergt om te beginnen jarenlang veel zelfdiscipline.

Wie zelf spaart, moet bovendien ook zelf verzekeringen oversluiten voor een uitkering aan nabestaanden bij overlijden en tegen arbeidsongeschiktheid. Dat kost geld, en bovendien kunnen verzekeraars een medische keuring verlangen. Een pensioenuitvoerder mag de werknemer niet keuren op zijn gezondheid.

Daarnaast: wie een nieuwe baas krijgt met een hele gunstige pensioenregeling, mag zijn privévermogen niet inbrengen in de nieuwe regeling. Met een gewoon opgebouwd pensioen kan dat wel.

Pensioen verlagen? Uiterste maatregel

Worden pensioenen nu zelfs verlaagd? Het pensioenfonds metaal waarschuwde er deze week voor.

Verlagen zal echter de uiterste maatregel zijn. Eerst worden andere opties benut, zoals premieverhoging en niet indexeren. En wellicht herstellen de aandelen. Lukt dat niet over een jaar of drie, dan komt verlaging pas in beeld.

Het zal moelijk worden voor de fondsen, want de klap op de beurs was zo groot dat ze niet snel op het oude niveau zullen zijn. Het probleem wordt verergerd doordat fondsen sinds 2007 hun toekomstige pensioenverplichtingen moeten berekenen aan de hand van de actuele rente. De renteverlagingen van de laatste tijd maken de verplichtingen voor de fondsen nu ineens veel hoger, op papier.

Een rentestijging zal helpen, maar is pas te verwachten als de economie aantrekt. En als het beter gaat, zullen gepensioneerden ook weer indexatie willen.

Ik heb een goed pensioen, want ik betaal veel premie

De kosten van pensioen worden betaald door de werkgever. Hij kan een bijdrage vragen aan de werknemer. Hoe hoog die eigen bijdrage in de pensioenregeling is, hangt af van een eventuele cao of van het bedrijfstakpensioenfonds waaronder de werkgever valt. Bij het ontbreken hiervan kan de werkgever zelf de hoogte van de bijdrage bepalen.

Maar die bijdrage bepaalt niet de kwaliteit van de pensioenregeling. Er zijn zelfs werkgevers die geen bijdrage vragen in de pensioenregeling. Dat betekent dus een premievrij pensioen, waarbij de werknemer een uitstekende regeling heeft. Het omgekeerde komt ook voor: een hoge werknemersbijdrage terwijl de kwaliteit van de pensioenregeling te wensen overlaat.

Waardeoverdracht is altijd slim

Veel werknemers hevelen bij verandering van werk het opgebouwde pensioen over naar de nieuwe werkgever. Maar waarom eigenlijk? De reden die wordt genoemd is meestal dat men een pensioenbreuk wil voorkomen. Ook vinden velen het het lekker overzichtelijk om alles bij één pensioenuitvoerder te hebben.

Een pensioenbreuk kan alleen ontstaan als de nieuwe werkgever een eindloonregeling heeft. Waardeoverdracht voorkomt dat.

Maar eindloonregelingen zijn zeldzaam geworden. In andere gevallen is waardeoverdracht alleen zinvol als de indexatie in de nieuwe pensioenregeling beter is dan de oude. Vaak is dat wel zo, omdat pensioenfondsen slapende deelnemers (die geen premie meer betalen) vaak een lagere indexering bieden.

Tot slot: pensioenfondsen die onder een dekkingsgraad van 100 procent zitten, en dat zijn er momenteel de nodige, werken niet mee aan waardeoverdracht.

Ik ben ontslagen, maar mijn pensioenopbouw gaat gewoon door.

Nee, de opbouw stopt. Het opgebouwde pensioen blijft staan en wordt veelal geïndexeerd. Voor de werknemer die op of na zijn 40ste werkloos wordt, kan de pensioenopbouw worden voortgezet, maar alleen zolang hij een loongerelateerde WW-uitkering ontvangt.

Het verzoek voor pensioenopbouw tijdens de WW-periode moet worden ingediend bij de Stichting FVP. Met deze stichting kunt u contact opnemen via de Sociale Verzekeringsbank, www.svb.nl.

Voor de werknemer die nog geen 40 jaar is, maar wel recht heeft op een WW-uitkering, blijft het partnerpensioen tijdens de WW-periode beperkt gehandhaafd.

Mijn ex-partner en ik hebben allebei pensioen opgebouwd, pensioenverevening is zinloos.

Gehuwden die uit elkaar gaan, kunnen het opgebouwde pensioen te verevenen. Bij verevening krijgt ieder recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Daarnaast gaat het opgebouwde partnerpensioen volledig over naar de (ex)partner. Als beiden een pensioen hebben opgebouwd wordt in de praktijk vaak niet verevend. (Ex-)partners denken dat het toch maar om weinig geld gaat. Maar dat is niet waar! Het verschil in kwaliteit van de pensioenregeling, de hoogte van het opgebouwde pensioen en het indexatiebeleid lopen in de praktijk sterk uiteen, en dat maakt het zinvol een offerte voor verevening op te vragen. Alleen door de contante waarde van beide pensioenregelingen te vergelijken kan men beoordelen of het de moeite waard is om te verevenen.

Ik kan pensioen niet eerder laten ingaan dan met 65 jaar

De werknemer die de 65-jarige leeftijd bereikt stopt meestal met werken. Net als de AOW gaat het pensioen in als de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Maar als de pensioenregeling het toelaat, mag het ouderdomspensioen eerder ingaan. Daardoor zal de hoogte van het pensioen sterk dalen.

De werknemer die zijn pensioen eerder in wil laten gaan, moet daadwerkelijk stoppen met werken. De werknemer die bijvoorbeeld voor 50 procent wil blijven werken kan maar voor 50 procent het pensioen eerder laten ingaan. De pensioenuitkering moet ook levenslang worden uitgekeerd. Een tijdelijk karakter, met bijvoorbeeld een einde op 65-jarige leeftijd, is verboden.

Sinds 2005 is het niet meer mogelijk fiscaal vriendelijk te sparen voor inkomen dat wordt gebruikt om de periode tot 65 jaar te overbruggen.

Auteur