Mijn hart stond stil, ik wist niet wat me overkwam
 
Het was mijn buurvrouw die het opperde. Dat was vier jaar geleden, ik woonde toen nog maar net in mijn nieuwe huis. Mijn vaste structuur van iedere avond na het werk bij mijn ouders eten was doorbroken, omdat zij naar een verzorgingshuis verhuisd waren.
Elsbeth:
Pas de laatste jaren begint het schuldgevoel te zakken. Want néé: wat er 31 jaar geleden gebeurde was niet mijn schuld en ik had het ook niet uitgelokt. Het was mijn collega die ver over de grens ging. Had ik het wél aan mijn echtgenoot durven vertellen als ik dit eerder had beseft? Ik vrees van niet. Feit blijft dat ik mijn collega zelf had binnengelaten. Daar zou mijn man hoe dan ook zijn wenkbrauwen over gefronst hebben. Ik zag Johan als een leuke, sympathieke collega. We kletsten vaak met elkaar. Soms hadden we het ook over de kinderen en zelfs over ons huwelijk, waar we beiden wat sleur in ervaarden. Maar flirten, nee, dat deden we nooit. Ik zag hem als vriend, niets meer. Dat hij me na een bedrijfsborrel thuis wilde brengen, vond ik heel aardig. Het scheelde mij een fietstocht door de sneeuw.
Hij wist dat mijn man er niet was en de kinderen bij mijn moeder logeerden. Voor ons huis praatten we nog even na in zijn auto. ‘Ik moet naar de wc,’ zei hij toen, ‘mag ik even binnenkomen?’ ‘Natuurlijk’, antwoordde ik direct. Waarom niet. Binnen bood ik hem iets te drinken aan. Gewoon, een vriendschappelijk gebaar. Toen ik bij het aanrecht iets inschonk, voelde ik opeens zijn handen op mijn billen. Mijn hart stond stil, ik wist niet wat me overkwam. Ik probeerde hem van me af te duwen, zei heel erg duidelijk nee. Maar met dwingende woorden zoals ‘Jij wilt dit net zo graag als ik’ wist hij me op de bank te drukken. En toen was het gebeurd voordat ik het wist. Hij vertrok direct erna, met een luchtig: ‘Ik zie je maandag.’ Ik ben de hele nacht verdoofd op de bank blijven liggen. Geslapen heb ik niet. Ik voelde me verschrikkelijk. Mislukt als echtgenote, mislukt als moeder. Want welke moeder dóet nu zoiets? Eén nacht alleen en zie eens waarin ik was beland.
Mijn hart stond stil, ik wist niet wat me overkwam
Daarna heb ik niemand iets verteld of laten merken. Omdat ik me verschrikkelijk schaamde en alleen maar bleef hangen in gedachten over hoe ik dit had moeten voorkomen. Ik ben zelfs nog drie jaar met Johan blijven samenwerken, al ging ik voortaan ieder persoonlijk gesprek uit de weg. Waar hij nog beledigd over deed ook, echt de omgekeerde wereld. Verder wist ik niets beters te doen dan het weg te drukken. Al liet de gebeurtenis sporen na, ook in bed met mijn man. Ik kon me niet meer zo ontspannen als voorheen, bleef altijd alert, alsof ik hém niet meer helemaal vertrouwde.
En nee, ik heb het hem nooit verteld. Nu kan dat niet meer, hij is acht jaar geleden overleden. De enige die het weet, sinds een jaar, is mijn oudste dochter. Toen zij moest huilen en het ronduit een schandalige verkrachting noemde, huilde ik met haar mee. Voor de allereerste keer. Want inderdaad: mijn collega heeft schandalig misbruik gemaakt van mijn vertrouwen en onze band. En dat hij het ook nog zo wist te draaien dat ik mezelf de schuld gaf: het is onvergeeflijk.”
 
 
 
 
 
 
 
 
 
