Daders zullen vaker worden opgepakt zoals recent gebeurde na een Russische spionagepoging bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
Dat staat in de nieuwe cyberstrategie van het departement. Daarin staat ook dat Defensie er rekening mee houdt dat in cruciale sectoren van ons land schadelijke software wordt geplaatst door andere landen, ter voorbereiding op een eventueel militair conflict.
Het overslagbedrijf APM in het Rotterdamse havengebied lag lang plat na een cyberaanval waar Rusland achter bleek te zitten. De nieuwe strategie is onder meer hier een antwoord op.
''Om tegenstanders af te schrikken, moeten we ze laten zien dat we de mogelijkheden hebben om terug te slaan'', zegt Minister Ank Bijleveld. ''Verder gaan we daders vaker publiekelijk aanspreken, zoals bij de door de Militaire Inlichten- en Veiligheidsdienst (MIVD) verstoorde Russische cyberoperatie in Den Haag, gericht tegen de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).''
Vorige maand bevestigde Bijleveld nog dat Nederland in een cyberoorlog met Rusland is. Die opmerking was volgens haar vooral bedoeld om mensen wakker te schudden zodat ze zich bewust worden van de digitale dreiging. ''We moeten af van de naïviteit op dat terrein'', zei ze toen.
Defensie is van plan om de komende jaren extra te gaan investeren in haar cybercapaciteit. Sinds vorig jaar hebben zij het Defensie Cyber Commando (DCC) dat de eigen digitale netwerken beschermt, maar ook aanvallen kan uitvoeren.
- De Telegraaf
