Minder fouten, meer voordeel

Getty Images

Veel mensen doen zichzelf tekort bij de belastingaangifte. Dat kan aardig in de papieren lopen. Wat zijn de meest gemaakte fouten en hoe kun je die voorkomen of herstellen?

Inhoud

Veelgemaakte fout #1: Vermogen verkeerd verdelen

Eén van de onderdelen waar veel mensen geld laten liggen, is het niet handig schuiven van vermogen (box 3) tussen fiscaal partners. Bij de vooraf ­ingevulde aangifte doet de Belastingdienst dit niet automatisch op de meest voordelige wijze en dat leidt bij veel mensen tot een kostbaar nadeel.

Hoe hoog dit bedrag is en voor hoeveel ­mensen dit geldt, was nog niet eerder onderzocht. Tot nu, want uit een data-analyse van de Aangiftecheck blijkt dat één op de vier mensen teveel spaartaks ofwel ­vermogensrendementsheffing betaalt. In totaal gaat het bij hen in 2019 en 2020 om een bedrag van bijna 2,5 miljoen euro. Voor degenen die kunnen besparen betekent dit een gemiddeld voordeel van zo’n €199, maar er zijn ook uitschieters tot enkele duizenden euro’s.

Zo haal je belastingvoordeel #1

Door talloze aanpassingen in de regelgeving en bij de heffings­kortingen is het optimaal ­verdelen zelfs voor ervaren fiscalisten een hele kluif. Eigenlijk kan dit ­alleen goed gedaan worden door ­computers die heel snel, heel veel verschillende situaties doorrekenen. Soms is het vanwege de inkomensafhankelijke heffingskortingen bijvoorbeeld voordeliger aftrekposten naar het laagste inkomen te schuiven, terwijl het logischer lijkt deze onder te brengen bij het hoogste inkomen.

Bij de digitale aangifte kunt u zelf met posten schuiven (zonder deze aangifte te versturen) zodat u ziet wat het effect is onder de streep. Maar of de verdeling optimaal is, blijft een beetje een gok.

U kunt de aangifte ook laten controleren door de Aangiftecheck van de Bond voor Belastingbetalers (zie kader: ‘De Aangiftecheck’).

Hebt u de posten zelf al optimaal verdeeld, dan ziet u dit meteen in het rapport dat u daarna ontvangt.

Als het beter kan, rekent de Aangiftecheck net zo lang tot er een optimale verdeling uitkomt. In het rapport leest u vervolgens op welke wijze de verdeling van de gezamenlijke posten meer oplevert. Deze verdeling kunt u overnemen in de aangifte via Mijn ­Belastingdienst. U ziet direct de aangepaste bedragen voor de aanslag van uzelf en van uw partner.

Veelgemaakte fout #2: Sparen in plaats van aflossen

Veel mensen laten niet ­alleen onnodig geld liggen bij het verdelen van hun box 3-­vermogen, maar betalen ook heel veel ‘spaartaks’. Van de drie ­miljoen Nederlanders met box 3-­vermogen heeft 40 procent alleen spaargeld. De rente daarop is in de meeste gevallen ­nihil, soms zelfs negatief. De wetgever en de Belastingdienst hebben zich daar tot op heden niet veel van aangetrokken en doen alsof er toch sprake is van rendement op spaargeld. Dit fictief rendement wordt belast. Uit een analyse van duizenden aangiften door de Aangiftecheck blijkt dat spaarders soms honderden procenten meer belasting betalen dan er aan rente is ontvangen. Lees meer hierover in het kader: ‘Hoge Raad: spaargeld te zwaar belast’.

Zo haal je belastingvoordeel #2

Het huidige belastingstelsel én de lage rente maken sparen duur. Fiscaal gezien kan het dan veel voordeliger zijn het spaargeld te gebruiken voor extra aflossingen van de hypotheek. Hoe dit uitpakt, verschilt van geval tot geval. Mocht u straks geld terugkrijgen van de Belastingdienst dan is het misschien beter om daarmee af te lossen in plaats van de spaarrekening aan te vullen. Wel is het verstandig een buffer van spaargeld beschikbaar te houden.

Veelgemaakte fout #3: Vergeten toeslagen

Toeslagen zijn door de kinder­opvangtoeslag-affaire in een kwaad daglicht komen te staan. Dat is spijtig, omdat juist belastingbetalers die recht hebben op toeslagen er niet altijd gebruik van (durven) maken. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen de huur- en zorgtoeslag laten ­liggen. Hoeveel precies is lastig te achterhalen, want de regels voor toeslagen zijn ingewikkeld. Uit gegevens van de Aangiftecheck valt vast te stellen dat 14 procent van de mensen die recht hadden op zorgtoeslag deze niet hebben aangevraagd. Voor de huurtoeslag blijkt uit een ander onderzoek dat ook zo’n 14 procent van de rechthebbenden daar geen gebruik van maakt. Om hoeveel toeslaggeld het gaat verschilt van geval tot geval, maar het is al gauw honderden euro’s per jaar.

Zo haal je belastingvoordeel #3

De regels voor toeslagen veranderen ieder jaar en in veel gevallen verandert jaarlijks ook iets in het inkomen, de zorgkosten en de huur. Zo kan het gebeuren dat iemand eerst geen, maar later wél recht heeft op een toeslag. Onze tip is daarom om áltijd op www.toeslagen.nl te controleren of u wellicht recht hebt op een toeslag. Krijgt u al een toeslag? Controleer dan ook of u er nog steeds recht op hebt, om achteraf terugbetalen te voorkomen.

Naast de toeslagen zijn er verschillende tegemoetkomingen voor minima waar niet altijd gebruik van wordt gemaakt door belastingbetalers die daar recht op hebben. We zetten vier belangrijke op een rij:

  • Kwijtschelding gemeentelijke ­heffingen (voor iedereen met een ­beperkt inkomen, uitvoerder: de ­gemeente). Aan de gemeente betalen we diverse heffingen, zoals de riool­heffing en de afvalstoffenheffing. Afhankelijk van uw inkomen en vermogen komt u mogelijk in aanmerking voor kwijtschelding van deze belastingen. Kwijtschelding kunt u aanvragen bij de gemeente.
  • Kwijtschelding waterschapsbelastingen (voor iedereen met een beperkt inkomen, uitvoerder: het waterschap). Voor de zuivering van afvalwater betalen we ­waterschapsbelasting. Afhankelijk van uw inkomen en vermogen komt u mogelijk in aanmerking voor kwijtschelding van deze belastingen. Die kunt u aanvragen bij het waterschap in de regio.
  • Kwijtschelding Rijksbelastingen (voor iedereen met een beperkt inkomen, uitvoerder: Belastingdienst). Bent u niet of maar gedeeltelijk in staat de belastingaanslag te betalen? Dan kunt u bij de Belastingdienst een verzoek doen om kwijtschelding. U krijgt alleen kwijtschelding als u echt niet kunt betalen. Aanvragen van kwijtschelding kan via de Belastingdienst.
  • Betalingsregelingen toeslagen (voor iedereen met een beperkt inkomen, uitvoerder: Belastingdienst). Hebt u ten onrechte toeslagen ontvangen en moet u die nu terugbetalen? Dan kunt u gebruikmaken van een betalingsregeling. Hier wijst de Belasting­dienst automatisch op. Wie niet kan voldoen aan de betalingsregeling kan de Belastingdienst ­verzoeken om een persoonlijke betalingsregeling. De ­Belastingdienst dient dan rekening te houden met de ­persoonlijke situatie.

Veelgemaakte fout #4: Gul geven maar de giften niet aftrekken

Uit onderzoek blijkt dat 88 procent van de Nederlanders geld geeft aan goede doelen; gemiddeld meer dan €200 per jaar. Giften zijn volledig aftrekbaar bij de belastingaangifte als u voldoet aan een aantal voorwaarden.

Zo haal je belastingvoordeel #4

Goede doelen steunen en de Belasting­dienst laten meebetalen: het kan allebei. Voorwaarde is dat de giften minimaal vijf jaar vaststaan. Deze zogeheten periodieke giften kunt u op twee ­manieren vastleggen: bij de notaris of met een schriftelijke overeenkomst ­tussen u en de instelling of ­vereniging. Op www.­belastingdienst.nl vindt u handige voorbeeld­formulieren (opvragen bij de ­Belastingtelefoon kan ook: T 0800-0543). Ook staan hier alle regels voor aftrekbaarheid van periodieke giften. Zo moeten de goede doelen zijn aangemerkt als Algemeen Nut Beogende ­Instelling (ANBI), een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SSBI) of een vereniging.

Het is afhankelijk van het soort gift hoeveel aftrek u krijgt. Bij een periodieke gift mag u het hele bedrag aftrekken. Bij een gewone gift mag dat ook, maar geldt er wel een drempel en een maximum. Voor een gift aan een culturele ANBI geldt een verhoogde aftrek: het bedrag van de gift mag met 25 procent verhoogd worden. Op de website van de Belastingdienst staat of een instelling een culturele ANBI is. Doet u vrijwilligerswerk voor een goed doel en ziet u af van een vergoeding hiervoor? Dan mag u in sommige gevallen dit bedrag als gift aftrekken.

Het belastingvoordeel van deze aftrekpost is al snel ­enkele tientjes tot honderden euro’s per jaar. De ­Aangiftecheck ­berekent of het voordelig is een gift om te zetten in een periodieke gift.

Veelgemaakte fout #5: (Bijna) afgeloste hypotheek verkeerd opgeven

Als eigenaar van een woning moet u goed opletten bij de belastingaangifte. Een woning geldt als eigen woning als u de eigenaar bent én de woning uw hoofdverblijf is. Het bezit van een eigen woning heeft een aantal gevolgen. Ten eerste wordt bij het inkomen in box 1 het eigenwoning­forfait opgeteld. Dit bedrag wordt door de Belastingdienst berekend op basis van de WOZ-waarde van de woning.

Daar staan aftrekposten voor de eigen woning tegenover. De belangrijkste is natuurlijk de hypotheekrente­aftrek. De rente die betaald wordt over de hypotheek of lening mag worden afgetrokken van de belasting. Dat geldt vaak ook bij het oversluiten van de hypotheek. Denk ook aan kosten als boete-rente, premie Nationale Hypotheek Garantie (NHG-premie), advieskosten, taxatiekosten, een deel van de notariskosten en dergelijke. Andere aftrekbare kosten zijn bijvoorbeeld periodieke betalingen voor erfpacht of opstalrecht.

Zo haal je belastingvoordeel #5

Wat nu als het bedrag dat u mag ­aftrekken lager is dan het bedrag dat de fiscus bij uw inkomen optelt? De aftrek is in dat geval lager dan het eigenwoningforfait. Dan geldt een bijzondere vorm van aftrek, namelijk de aftrek vanwege ‘geen of een kleine eigenwoningschuld’. Die was tot voor kort 100 procent van het eigenwoning­forfait, maar wordt stapsgewijs afgebouwd naar 0 procent. Dat betekent dat u steeds meer inkomstenbelasting gaat ­betalen over de eigen woning. Zo is in 2021 de maximale aftrek nog maar 90 procent.

Uit gegevens van de Bond voor Belastingbetalers blijkt dat het nu nog vaak om enkele tientjes per jaar gaat, maar dit zal steeds meer worden omdat de maximale aftrek ieder jaar daalt. Dit alles kan ervoor zorgen dat u ook met deze posten slim moet schuiven als u een fiscaal partner hebt. De voor­ingevulde digitale aangifte helpt daar tot nu toe niet bij. Het kan extra lonen om elk jaar bij de gemeente ­bezwaar te maken tegen een nieuwe hogere WOZ-waarde van uw woning, aangezien die waarde doorwerkt in het eigenwoningforfait, en dus ook in dit steeds duurder wordende deel van de belastingaangifte.

Bezwaar tegen hogere WOZ kan fiscaal voordeel opleveren.

Veelgemaakte fout #6: AOW en pensioen niet benutten

Hoe belangrijk het is om de aangifte te ­controleren die vooraf door de Belastingdienst is ingevuld, blijkt uit het feit dat geregeld blijkt dat de ­Alleenstaande ­Ouderenkorting van €443 ­(bedrag 2021) niet wordt benut.

Op dit voordeel hebt u recht in het jaar dat u een AOW-uitkering voor alleenstaanden krijgt, zelfs al is dat maar voor één dag.

Deze gegevens zouden bij de Belastingdienst bekend moeten zijn vanuit de Sociale Verzekeringsbank (SVB), maar dat gaat niet automatisch goed. Deze fout kwam niet alleen aan het licht bij ­belastingbetalers die voor het eerst AOW krijgen. Ook bij eerder gepensioneerden moest dit soms rechtgezet worden. 

Zo haal je belastingvoordeel #6

Het eerste jaar dat u AOW krijgt verandert er veel in de belastingaangifte. U komt (deels) in andere belastingschijven terecht, hebt recht op andere heffingskortingen, de regels voor de toeslagen veranderen soms ook, en het inkomen komt vaak uit meerdere bronnen (AOW en aanvullend pensioen). Soms gebruiken verschillende ­instanties heffingskortingen dubbel en dat betekent dat u na de aangifte moet bijbetalen. De eerste pensioen­jaren kunnen kortom voor nare verrassingen zorgen. Dat maakt het extra belangrijk om er niet zonder meer van uit te gaan dat de vooraf ingevulde aangifte klopt.

Hoge Raad: spaargeld te zwaar belast

Het is veel spaarders al jaren een doorn in het oog: de ­‘vermogensrendementsheffing’, ofwel spaartaks. Bij deze belasting gaat de fiscus niet uit van het werkelijke rendement op spaargeld, maar wordt belasting geheven over een fictief ofwel bedacht rendement. En dat terwijl sparen nauwelijks iets oplevert en door de negatieve rente die banken in rekening brengen soms zelfs geld kost. De Bond voor Belastingbetalers strijdt hier al jaren tegen en is eind 2021 in het gelijk gesteld door het hoogste rechtsorgaan, de Hoge Raad. Die oordeelde dat deze belasting onwettig is en dus een fout die hersteld moet worden. Dit betekent dat iedereen die in 2017 en 2018 bezwaar heeft gemaakt tegen deze belasting geld terug kan krijgen van de Belastingdienst. Waarschijnlijk gaat dit om zo’n 60.000 belasting­betalers. Wat het betekent voor de jaren daarna én de mensen die (nog) geen bezwaar hebben gemaakt is onduidelijk. Voor de aangifte over 2021 is de belasting op spaargeld een post om in de gaten te houden en er wellicht bezwaar tegen te maken. Het kabinet heeft aangekondigd in de toekomst het daadwerkelijke rendement op vermogen te gaan belasten. De uitwerking daarvan is nog niet bekend en speelt bij de aangifte over 2021 dus geen rol.

Veelgemaakte fout #7: Ziektekosten niet aftrekken

Ziektekosten ofwel ‘specifieke zorgkosten’ zijn ­ingewikkeld in de aangifte. Er zijn ­regels voor welke ziektekosten wel en niet ­mogen worden afgetrokken, en die kunnen elk jaar ­veranderen. ­Bovendien zijn kosten alleen aftrekbaar als ze hoger zijn dan de ­zogenoemde drempel. Die drempel is ­normaal ­gesproken een percentage van het inkomen uit box 1, box 2 en box 3: het drempel­inkomen.

Bij fiscale partners worden de drempelinkomens bij elkaar opgeteld, waardoor zij een hogere drempel hebben dan alleenstaanden. Voor drempelinkomens tot circa €40.000 geldt een percentage van 1,65 procent. Voor drempel­inkomens daarboven wordt de drempel verhoogd met 5,75 procent van het (gezamenlijke) ­drempelinkomen boven de €40.000.

Zo haal je belastingvoordeel #7

Hoeveel belastingbetalers geld laten liggen bij de aftrekbare ­ziektekosten is niet bekend. Wel maakt de Aangifte­check duidelijk dat het nut van deze aftrekpost groot is. Degenen die de aftrekpost benutten (9 procent van de onderzochte aangiftes) voerden zo’n €1500 per jaar als aftrekpost op. Dat leverde per aangifte een voordeel op van zo’n €180.

AOW’ers met een klein ­pensioen mogen onder ­voorwaarden de zorgkosten ‘verhogen’. Dat kan extra aftrek opleveren. Het percentage waarmee u uw zorgkosten mag verhogen, hangt af van uw leeftijd op 1 januari van het betreffende jaar.

Hebt u een fiscale partner en heeft een van beiden de AOW-leeftijd bereikt, maar de ander nog niet? Dan geldt het hoge percentage voor u beiden.

Als u zorg­kosten voor ­anderen maakt, zijn deze soms aftrekbaar. Medicijnen zijn ook aftrekbaar, noodzakelijke aanpassingen aan de auto of fiets soms ook. Voor ziekenbezoek geldt een vaste aftrekpost.

Bewaar bewijzen van alle zorgkosten die u door het hele jaar maakt altijd goed, tel ze aan het eind van het jaar bij elkaar op en check of ze wellicht tóch aftrekbaar zijn.

Veelgemaakte fout #8: Lijfrente niet goed opgeven of benutten

Miljoenen Nederlanders sparen voor een aanvulling op hun pensioen, vaak in de vorm van een lijfrente. Dat is voordelig omdat u het geld ‘bruto’ mag storten. In dat jaar betaalt u er daardoor geen inkomstenbelasting over. Pas als u stopt met werken, gaat de lijfrente uitkeren en komt de inkomstenbelasting om de hoek kijken, maar over het algemeen is dat dan (vanwege de pensioen­leeftijd) tegen een ­lager tarief. Meestal gaat dit goed. Maar soms zitten er tientallen jaren tussen het storten in een lijfrente en het uitkeren, en er bestaat een kleine kans dat in het verleden over (een deel van) de ingelegde lijfrente tóch belasting is betaald. Bij het uitkeren van de lijfrente betaalt u dan nóg een keer belasting.

Zo haal je belastingvoordeel #8

Controleer of in het verleden al eens belasting is betaald over een lijfrente, om dubbel afrekenen te voorkomen. Als sprake is van een pensioentekort kunt u ook fiscaal voordelig sparen voor extra pensioen. De hoogte van de jaarruimte kan verschillen. Op www.belastingdienst.nl staat een handige rekenhulp. Deze jaarruimte mag u tot acht jaar later benutten. Zo kunt u kort voor het pensioen fiscaal voordelig extra geld opzij zetten voor later. Dit is een optie die niet iedereen nu lijkt te benutten. ▪

De Aangiftecheck

Met de Aangiftecheck van de Bond voor Belastingbetalers zijn al meer dan 48.000 ­belastingaangiftes gecontroleerd. Het levert bij ongeveer één op de vijf voordeel op.

De check werkt digitaal via www.aangiftecheck.nl. De ­controle wordt gedaan aan de hand van een ­pdf-document van de aangifte. Die blijft ­anoniem en wordt niet bewaard. Op de pdf laat de check zo’n 70.000 berekeningen los om de aangifte te controleren op veel­gemaakte fouten. Via een e-mail krijgt u daarvan een rapport. Vanaf dit jaar vraagt de Bond voor Belastingbetalers hiervoor een kleine ­financiële bijdrage: ‘‘Dit is nodig om de Aangiftecheck te kunnen onderhouden en ontwikkelen en daarmee zoveel mogelijk belastingplichtigen te kunnen helpen om zekerheid te krijgen over hun belastingaangifte.‘‘

Onnodig belasting betalen wil niemand. Maar hoe weet je of je de aangifte zo invult dat je optimaal gebruikmaakt van de regelingen?

De Bond voor Belastingbetalers zet zich al jaren in voor het zorgvuldig, transparant, effectief en eerlijk innen van belastinggeld, en doet dit onder meer met de ­Aangiftecheck. Wie deze invult via de website van de Bond krijgt ­daarna razendsnel te zien of er wellicht een foutje in de Belastingaangifte zit. Dankzij slimme, zelf ontwikkelde automatisering haalt de Aangiftecheck missers er zo uit. Inmiddels hebben tienduizenden mensen gebruikgemaakt van deze controle. Dat levert naast veel ­belastingvoordeel ook een schat aan (geanonimiseerde) informatie op waar elke belasting­betaler wat van kan ­leren.

Lezers van Plus Magazine krijgen 5 euro korting op de AangifteCheck met de code 'Plus Aangiftecheck'.

 

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine maart 2022. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!

Auteur