Verliefd op een ander

Er zijn nooit heldere afspraken gemaakt, maar Jan wil 30 jaar na de scheiding alsnog de helft van de WOZ-waarde van het huis uitbetaald krijgen. En hij vraagt zich af wat er met het huis gebeurt als zijn ex overlijdt.
De zaak: Toen Jan (78) en Hanny (79) in 1991 gingen scheiden, bleef Hanny in hun huis wonen. Ze kon de hypotheek niet betalen, dat deed Jan. In het echtscheidingsconvenant staat dat Jan de helft van de opbrengst krijgt als het huis wordt verkocht. Maar daar wil Jan niet meer op wachten. Bovendien wil hij weten wat er met het huis gebeurt als Hanny overlijdt. De inzet: Een huis met een WOZ-waarde van €550.000 |
Jan en Hanny groeiden in de loop van hun huwelijk steeds verder uit elkaar. In het begin waren ze gelukkig en wilden ze een groot gezin. Maar er kwamen geen kinderen. Hanny kreeg drie keer een miskraam. Ze kon haar verdriet niet delen met Jan. Hij had zijn werk, zijn schaakclub, zijn fietsvrienden. Toen ze trouwden, in 1971, stopte zij met werken, net zoals veel vrouwen dat destijds deden. Ze zat de hele dag alleen thuis, want ze vond het moeilijk om contact te houden met haar vriendinnen, die wel allemaal kinderen kregen. Ook vond ze het pijnlijk dat ze in een nieuwbouwwijk met allemaal jonge gezinnen woonden. Daarom kochten ze in 1981 voor 100.000 gulden (ruim €45.000) een oud huis in een rustige straat. Geleidelijk werd Hanny minder somber, vooral toen ze een baan vond als secretaresse. Maar echt goed kwam het niet meer tussen Jan en haar. Ze waren elkaar kwijtgeraakt.
Verliefd op een ander
In 1991 werd Jan verliefd op Sandra, een jonge collega. Hij wilde met Sandra verder, maar voelde zich tegenover Hanny heel schuldig. Hanny was diep geschokt en voelde zich in de steek gelaten. Ze wilde erg graag in hun huis blijven wonen, maar ze kon de hypotheek niet alleen betalen. Het schuldgevoel van Jan was zo groot dat hij alles goed vond. Hanny mocht in het huis blijven wonen, hij betaalde de hypotheek en deed het onderhoud. In hun echtscheidingsconvenant spraken ze af dat Jan bij verkoop van het huis de helft van de opbrengst – minus de hypotheeklening – zou krijgen. Na de scheiding trouwde Jan met Sandra, ze raakte al snel zwanger en ze kregen een zoon, Sander (nu 32). Jan was daar erg blij mee, maar het maakte zijn schuld- gevoel ten opzichte van Hanny alleen maar groter. Hanny is altijd alleen gebleven.
Jan bleef alle klusjes doen
Omdat Jan inmiddels een gezin moest onderhouden kon hij niet meer alle kosten van de hypotheeklening betalen. Het lukte Hanny om het huis en het restant van de hypotheeklening over te nemen. Maar ze had geen geld om Jan uit te kopen. Jan nam daar genoegen mee. Omdat hij zich schuldig voelde én omdat in het echtscheidingsconvenant stond dat hij de helft van de overwaarde zou krijgen als Hanny het huis zou verkopen. Hij bleef nog tot 2006 alimentatie betalen aan Hanny, drie jaar langer dan hij wettelijk verplicht was. En hij bleef het onderhoud van het huis doen. Hij deed het schilderwerk, verving rotte kozijnen, plaatste een nieuwe schutting in de tuin en verhielp lekkages.
Heeft Hanny dat testament goed geregeld?
Hanny belde Jan voor elk klusje en elke keer kwam hij opdraven. Dit tot ergernis van Sandra, die steeds vroeg: ‘Ben je nou met haar getrouwd of met mij?’ Na tien jaar huwelijk gingen Jan en Sandra uit elkaar.
Inmiddels is Jan 78. De laatste jaren is het klussen te zwaar geworden. Hanny is daar boos om en daar wordt Jan op zijn beurt boos over. Hij zou graag zien dat Hanny hem nu de helft van de waarde van het huis geeft. En hij wil vooral weten wat er gebeurt als Hanny overlijdt. In het echtscheidingsconvenant staat dat Hanny in haar testament regelt dat Jan zijn aandeel in het huis krijgt bij haar overlijden, maar hoe weet hij of dat ook echt klopt? Dat is niet alleen belangrijk voor hem, maar ook voor zijn zoon Sander als Jan eerder overlijdt dan Hanny.
Bestaat er wel echt een testament waarin staat dat Jan zijn deel van het huis erft?
Een situatie als tussen Jan en Hanny zie je vaker bij echtscheidingen. Mensen willen iets afspreken, bijvoorbeeld dat een van de partners het gezamen- lijke huis koopt, maar omdat dat financieel niet lukt, treffen ze een regeling die onhandig is. Hanny blijft in het huis wonen, maar Jan blijft betalen. En als Hanny uiteindelijk zelfstandig de hypotheek kan betalen en eigenaar wordt van het huis, kan ze Jan niet uitkopen, maar leggen ze vast dat dat later wordt verrekend. Het is een beetje een open deur, maar ik wil toch benoemen dat het belangrijk is om bij een echtscheiding zaken meteen af te wikkelen. En als dat niet mogelijk is toch heldere, sluitende afspraken te maken.”

Dr. mr. Fred Schonewille is gespecialiseerd in nalatenschaps-mediation en één van de oprichters van allesovererven.nl
Tragisch verhaal
“Jan kwam bij mij voor advies. Het is een tragisch verhaal. Jan heeft nooit geld gezien voor zijn deel van het huis en bleef al die jaren het onderhoud doen. In mijn ogen heeft hij 30 jaar boete gedaan voor de scheiding en staat hij nu nog steeds met lege handen. En Hanny láát hem boeten, zij is verbitterd. Ik heb alle stukken doorgenomen. Er is een akte van verdeling, waarin staat dat Hanny eigenaar is geworden van het huis. Aan deze akte is het echtscheidingsconvenant gehecht. Daarin staat onder andere dat Hanny en Jan beiden een testament laten maken waarin wordt vastgelegd dat bij het overlijden van de ene partij zijn of haar aandeel in het huis aan de andere partij toekomt. En dat Jan bij verkoop van het huis de helft van de waarde minus de hypotheek krijgt. Het huis heeft inmiddels een WOZ-waarde van €550.000.”
Jan is economisch mede-eigenaar
“Ik heb Jan geadviseerd om aan Hanny te vragen of ze voelt voor mediation. Als het lukt om samen tot afspraken te komen, zouden ze kunnen zeggen: wat we toen hebben geregeld rond onze echtscheiding was een rommeltje. Maar onze bedoelingen waren duidelijk: uiteindelijk moet Jan zijn aandeel in de (over)waarde van het huis krijgen. Op basis daarvan zou je nu een vaststellingsovereenkomst kunnen maken waar Jan echt iets aan heeft. Hanny blijft weliswaar eigenaar van het huis, maar je kunt stellen dat Jan in wezen economisch gezien mede-eigenaar is gebleven. Hij zou zijn deel uitbetaald krijgen bij de verkoop en hij heeft al die jaren het onderhoud gedaan. Je zou een bedrag kunnen afspreken, bijvoorbeeld de helft van de WOZ-waarde van het huis (min de hypotheek) in het jaar dat Jan voor het laatst het onderhoud deed. Maar we weten niet of Hanny dat wil en of ze het geld heeft om Jan te betalen.”
Liever een vaststellingsovereenkomst
“Het belangrijkste is dat ze afspreken dat Jan erft als Hanny overlijdt. Hanny kan zeggen dat ze dat vastlegt in haar testa- ment, maar daar heeft Jan niets aan. Mensen kunnen een testament veranderen zonder dat de ander het weet. Daarom kunnen ze beter een vaststellingsovereenkomst opstellen, waarin staat dat Jan na Hanny’s overlijden recht heeft op de helft van de (over)waarde van het huis. Dat kan eventueel bij een notaris.
Ook als Jan eerder zou overlijden dan Hanny is het goed geregeld. Want dan kan Sander als Jans enige erfgenaam ook een beroep doen op de vaststellingsovereenkomst. Hiermee voorkom je een juridische strijd. Anders dan een testament geeft een vaststellingsovereenkomst wel zekerheid, want een overeenkomst sluit je samen en kun je niet eenzijdig veranderen. Volgens de wet kun je geen overeenkomst sluiten over een nalatenschap die niet is opengevallen, maar je kunt wel een overeenkomst sluiten over een bestanddeel van de nalatenschap, in dit geval het huis. Ik hoop dat ik Jan en Hanny binnenkort samen aan tafel krijg.Met mediation kan deze echtscheiding na 30 jaar alsnog goed worden afgewikkeld – ook op emotioneel niveau. Dat kan beiden rust geven.”