Wie duurzaam boodschappen wil doen, krijgt te maken met een oerwoud aan keurmerken. Maar wat betekenen die labels en logo’s op ons voedsel eigenlijk? En welke kletskeurmerken kun je beter negeren?
Op voedingsmiddelen kun je inmiddels 140 verschillende logo’s vinden, blijkt uit onderzoek van de onafhankelijke voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) roept al jaren dat het er veel te veel zijn. De wildgroei aan keurmerken is ontstaan doordat er geen wettelijke regels zijn voor het oprichten en beheren van een keurmerk. Iedereen kan zijn eigen keurmerk lanceren. Ook is het niet verplicht dat een keurmerk door een deskundige en onafhankelijke organisatie wordt gecontroleerd. De wet stelt bovendien geen eisen aan de inhoud van het keurmerk, waardoor de toegevoegde waarde van een logo soms onduidelijk is.
Het kan daarom geen kwaad om alvast wegwijs te worden in het keurmerkenoerwoud. De ACM kondigde eerder al aan strenger te gaan optreden tegen misleidende keurmerken en duurzaamheidsclaims.
Een goed begin
Om het consumenten gemakkelijker te maken, heeft Milieu Centraal tien topkeurmerken aangewezen, waaronder EKO, Rainforest Alliance en Fairtrade (zie kader op de volgende pagina’s). “Deze tien topkeurmerken vormen een goed begin om duurzame keuzes voor voeding te maken”, stelt Paulien van der Geest, strategisch communicatieadviseur van Milieu Centraal. “Zij voldoen aan drie criteria. Ten eerste moet een topkeurmerk ambitieus zijn. De eisen, bijvoorbeeld op het terrein van milieu of dierenwelzijn, gaan veel verder dan de gangbare praktijk. Daarnaast is een topkeurmerk transparant. De eisen zijn concreet en gemakkelijk (online) te vinden. Ten slotte is de controle betrouwbaar. Die wordt gedaan door een onafhankelijke organisatie. En er volgen sancties als de gebruiker van het keurmerk niet aan de eisen voldoet. Milieu Centraal controleert dus niet zelf of alle producten die in de schappen staan ook daadwerkelijk aan de papieren eisen van het keurmerk voldoen, maar houdt wel rekening met hoe de controle geregeld is.”
Vraagtekens
Wil je je niet beperken tot de tien topkeurmerken, dan kun je ook de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal gebruiken, die informatie geeft over de driehonderd duurzaamheidskenmerken die in Nederland worden gebruikt. Niet alleen op het gebied van voeding maar ook voor allerlei andere producten: van cosmetica tot schoonmaakmiddelen en van papier tot bloemen. Tijdens het boodschappen doen is de Productchecker in de app van Questionmark handig. Je scant het product en de app laat direct zien welke keurmerken het heeft en hoe betrouwbaar die keurmerken zijn. Questionmark doet dit op basis van de informatie van Milieu Centraal.
De vraag blijft of een keurmerk leidt tot verduurzaming. Er is bijvoorbeeld steeds meer chocola met een duurzaam keurmerk, maar de positie van arme boeren in de productieketen van cacao blijft slecht. In het rapport Chocolate’s Dark Secret waarschuwen onderzoekers van de Amerikaanse milieuorganisatie Mighty Earth dat er zonder ingrijpen in 2050 geen bos meer over is in Ivoorkust en Ghana.
En in de intensieve veehouderij is het, ondanks alle keurmerken op vlees en zuivel, vaak slecht gesteld met het dierenwelzijn: veel dieren worden altijd binnengehouden, in kleine en kale stallen, hokken of kooien. Toch is de Dierenbescherming trots op wat ze met haar Beter Leven-keurmerk heeft bereikt, want naar eigen zeggen hebben ze er zo voor gezorgd dat de afgelopen dertien jaar 230 miljoen dieren een beter leven hebben gehad.
De vraag is hoeveel beter dat leven is. Zo zijn varkens waarvan het vlees één Beter Leven-ster heeft gekregen maar iets beter af dan in de reguliere bio-industrie (zie kader hiernaast). Voor consumenten die meer over hebben voor dierenwelzijn, is er varkensvlees met het Beter Leven-keurmerk met twee en drie sterren beschikbaar. En er wordt gewerkt aan het herzien van de varkenscriteria.
Nooit de enige oplossing
Het roept de vraag op of keurmerken wel de oplossing zijn voor ingewikkelde problemen als klimaatverandering, dierenleed en uitbuiting van boeren in ontwikkelingslanden. Volgens Milieu Centraal is een keurmerk nooit de enige oplossing. Maar het is wel een van de weinige concrete handvatten, die je als consument hebt als je een duurzame keuze wilt maken.
Duurzaam consumeren is bovendien meer dan een product met het juiste logo erop kopen. Let er bijvoorbeeld op dat je niet te veel koopt in de supermarkt: maak van tevoren een boodschappenlijstje en koop verse producten niet voor de hele week tegelijk. Koop je voor dezelfde avond in, let dan op de kortingsstickers die versproducten moeten redden van de container. En je kunt altijd kiezen voor minder of geen vlees.
Kletskeurmerken
Beter voor de koe
Beter voor de koe lijkt op een keurmerk, maar dat is het niet. Het is het vignet van het duur-zaamheidsprogramma van Melkunie. Volgens Milieu Centraal worden er geen harde eisen gesteld aan het programma en is het onduidelijk hoe de controle is geregeld. Volgens Melkunie gaan de koeien bij goed weer naar buiten en mogen ze zelf bepalen wanneer ze eten, drinken, lopen of liggen.
Beter leven, één ster
Bij het Beter Leven-keurmerk met slechts één ster zijn de varkens iets beter af dan in de reguliere vee-industrie, maar er blijft nog veel te wensen over. Het varken heeft iets meer leefruimte, maar het mag nog steeds niet naar buiten. Ook worden hun staarten gecoupeerd en liggen de zeugen in een kraamhok tussen stangen.
Blije Kip
Of de kippen met Blije Kip-garantie echt zo blij zijn, is nooit onderzocht. Blije Kip is namelijk geen keurmerk, maar een paraplulogo van de Van Beek Group. Sommige eieren met het Blije Kip-logo dragen het Beter Leven-keurmerk met twee sterren en andere het Beter Leven-keurmerk met drie sterren. De kippen met drie sterren van Beter Leven hebben in de stallen meer ruimte dan de twee-sterrenkippen. De ene blije kip blijkt dan toch iets blijer dan de andere.
Dolfijnvriendelijk gevangen
Het logo Dolfijnvriendelijk gevangen geeft aan dat dolfijnen niet het slachtoffer zijn van de tonijnvisserij doordat ze in de netten verstrikt raken. Het logo is er in allerlei variaties, zoals Dolphin Safe en Dolfijnvriendelijk gevangen tonijn. Hoe de controle geregeld wordt, is onduidelijk. Het logo gaat bovendien alleen over dolfijnen en niet over andere dieren als walvissen, haaien en schildpadden. Het logo staat soms ook op skipjacktonijn, die niet in het leefgebied van de dolfijn zwemt.
Scharrelei
Voor een scharrelkip valt er bar weinig te scharrelen. Scharrelkippen leven in een grote, dichte stal met duizenden soortgenoten op elkaar (negen kippen per vierkante meter) en komen nooit buiten. De dierenactivistische organisatie Wakker Dier vindt scharrelei een misleidende term, want ''het klinkt veel te positief''. Men vindt ''schuurei'' een betere term.
Fairglobe
Lidl heeft haar eigen Fairtrade-keurmerk, namelijk Fairglobe. Alle producten met Fairglobe vallen ook onder het topkeurmerk Fairtrade. Overbodig dus.
Duurzame weidezuivel
De term Weidemelk houdt in dat de koeien in de zomer minimaal 120 dagen buiten lopen. Buiten lopen is fijn voor koeien, omdat ze dan hun natuurlijk graasgedrag kunnen bevredigen. Alleen bestaat daar al een logo van: die van Stichting Weidegang. De Zuivelmakers en Boermarke Desserts mogen het keurmerk Weidemelk dragen, maar kiezen voor het vlaggetje Duurzame weidezuivel. Dat is geen keurmerk maar een bedrijfslogo. De boeren krijgen koewelzijnworkshops en werken met managementsysteem KoeKompas. Volgens MilieuCentraal is er geen onafhankelijke toetsing.
Vegan friendly, Meatfree en 100% plantaardig
Veel voedingsfabrikanten strooien rijkelijk met logootjes en kreten met groene blaadjes en vinkjes om aan te geven dat hun producten vegetarisch of veganistisch zijn. Het nadeel van deze fabrikantenlogo’s is dat er vaak geen controle op is. Het Europese keurmerk voor vegeta-rische producten (het V-label van de EVU) geeft meer garantie. Het heeft twee categorieën: vegan en vegetarisch. De Nederlandse Vegetariërsbond beheert en controleert het V-label in Nederland.
Bio+
Bio+ is geen keurmerk, maar een paraplulogo op biologische huismerkproducten in onder meer Plus, Spar en Coop. Bio+ komt altijd voor naast het Europese keurmerk voor biologische landbouw. Het is niet nodig om hier weer een apart label voor te maken.