Hoe herken je dwaalgedrag bij iemand met dementie?

Hulpmiddelen bij dementie: van GPS-trackers tot slimme sloten

verwarde man met dementie
Getty Images

Mensen met dementie kunnen verward raken en gaan dwalen. Hoe herken je vroege signalen van dwaalgedrag, welke hulpmiddelen zijn er en wanneer schakel je hulp in?

Dwaalgedrag komt veel voor bij mensen met dementie. Dat hoort bij de ziekte. Door geheugenproblemen en desoriëntatie - bekende symptomen van dementie - kan iemand vergeten waar hij of zij is, of onderweg zijn zonder een duidelijk doel. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties: de persoon kan verdwalen buitenshuis (en vermist raken), of verdwalen in de eigen straat of woning.

Oorzaken dwaalgedrag bij dementie

De neiging om zomaar weg te gaan zonder te zeggen waarheen of rondlopen zonder doel, komt door een gevoel van onrust. Iemand met dementie heeft de hele tijd het gevoel dat hij of zij iets moet doen of regelen. Het voelt dan voor die persoon beter om rond te lopen dan te blijven zitten. Het kan lastig zijn om hier als naaste(n) mee om te gaan. Bijvoorbeeld wanneer diegene 's nachts ineens de deur uit is. Je kunt hier flink van schrikken. 

Hoe herken je vroege signalen dat iemand met dementie dreigt te verdwalen?

Als je beginnende tekenen van dwaalgedrag herkent, dan kan dat mogelijke problemen of gevaarlijke situaties in de toekomst helpen voorkomen. Let bijvoorbeeld op:

  • Onrustig gedrag: vaker rondlopen zonder reden.
  • Herhaaldelijk dezelfde vragen stellen ('Waar moet ik heen?').
  • Problemen met routes (desoriëntatie): bekende plekken of wegen niet meer herkennen.
  • Onzekerheid buitenshuis: angstig of verward kijken tijdens wandelingen.
  • Veranderd dag-nachtritme: 's nachts vaker opstaan en rondlopen.

Blijven deze signalen terugkomen, dan kan dat wijzen op een verhoogd risico op dwaalgedrag. 

Hoe ga je om met dwaalgedrag?

  • Zorg voor prikkels en zoek hierin een balans: te veel prikkels zijn niet goed, maar te weinig ook niet.
  • Ga niet in discussie met de persoon: de ziekte veroorzaakt dit gedrag, de persoon kiest hier niet voor. Blijf ook goed voor jezelf zorgen en mocht je het zelf even niet meer trekken, praat vooral met de huisarts of casemanager. 
  • Denk aan veiligheidsmaatregelen in huis, zoals een lampje in de gang of een traphekje: om struikelen of vallen zoveel mogelijk te voorkomen. 
  • Zorg voor voldoende beweging overdag: dat helpt om diegene goed moe te laten zijn 's avonds en zo de kans op een betere nachtrust te vergroten. 
  • Probeer kalm te blijven: stel diegene gerust als hij of zij weer thuis is en word niet boos. Probeer te voorkomen dat diegene met dementie (meer) overstuur raakt. 
  • Stel anderen op de hoogte: vertel mensen in de buurt wat er speelt. Denk aan buren en winkeliers. Zo kunnen zij je helpen om ook een oogje in het zeil te houden.

Hulpmiddelen bij dementie die veiligheid vergroten

Er bestaan gelukkig steeds meer hulpmiddelen die mantelzorgers en familieleden kunnen inzetten, zoals:

  • GPS-trackers en horloges, waarmee je iemand snel terug kunt vinden.
  • Herkenbare armbanden of kaartjes, met naam en contactgegevens voor als iemand toch verdwaalt.
  • Apps voor locatiebepaling, die direct een melding geven als iemand een vooraf ingestelde zone verlaat.
  • Slimme sloten of deursensoren, die waarschuwen wanneer iemand 's nachts de deur opent.

Wanneer schakel je professionele hulp in?

Als het dwaalgedrag toeneemt of het gedrag tot onveilige situaties leidt, kan het verstandig zijn contact op te nemen met de huisarts of casemanager dementie. Zij kunnen meedenken over passende zorg, dagbesteding of verdere ondersteuning.

Bron 
  • Dementie.nl