Eindejaarstips: zo houdt u netto meer over

Zo werkt vermogensbelasting (box 3) tegenwoordig

Champagne
Getty Images

Het jaar loopt ten einde; een mooi moment om je financiën van 2025 nog eens tegen het licht te houden – en op de valreep actie te ondernemen.

Haal grote uitgaven naar voren

De vrijstelling voor bezittingen in box 3, zoals spaargeld en beleggingen, gaat volgend jaar omlaag van €57.000 naar €51.396 per persoon. Heb je in december meer vermogen dan deze vrijstelling, of samen het dubbele als je een fiscaal partner hebt, overweeg dan om grote aankopen nog dit jaar te doen. Voor de bepaling van het vermogen in box 3 is de peildatum namelijk 1 januari. Alles wat je vóór die datum van je rekening haalt, wordt niet in 2026 belast.  

Zorgverzekering vooruitbetalen 

De zorgverzekering vergelijken is altijd een goed idee, ­omdat de premie én de dekking ieder jaar veranderen. Kijk ook naar de manier waarop je betaalt: soms kan je de premie voor een heel jaar vooruitbetalen. Dat levert vaak een extra korting van rond de 2 procent op. Controleer wanneer de premie wordt afgeschreven. Meestal is dat in december, maar niet altijd. 

Zo werkt vermogensbelasting (box 3) tegenwoordig 

In box 3 worden spaargeld, beleggingen, een tweede huis en andere bezittingen belast. Deze belasting op vermogen is de afgelopen jaren, onder invloed van rechterlijke uitspraken, regelmatig aangepast. Tegenwoordig wordt vermogenals volgt belast: Je betaalt 36% belasting over het zogenaamde fictieve ­rendement. Het fictieve rendement van spaargeld en spaardeposito’s is gebaseerd op de werkelijke spaarrente gedurende het jaar. Begin 2025 ging de Belastingdienst nog uit van een gemiddelde spaarrente van 1,44%. 

Daarvan wordt 36% belast, zodat je 0,52% over spaargeld boven de vrijstelling betaalt. Mogelijk valt het uiteindelijke percentage nog iets lager uit, omdat de spaarrente gedurende 2025 is ­gedaald. De Belastingdienst stelt begin 2026 het definitieve fictieve rendement op spaargeld in 2025 vast. Het fictieve rendement van andere bezittingen is veel hoger, namelijk 5,58% in 2025 en volgend jaar zelfs 7,78%. De belastingdruk op zaken als beleggingen en een tweede huis is nu nog 2,01% (36% van 5,58%), maar stijgt in 2026 naar 2,8%. Reden om nog eens kritisch te kijken naar je vermogen. 

Kijk goed naar je beleggingen

Wie geld heeft belegd in aandelen en andere risicovolle beleggingen, zoals offensieve beleggingsfondsen, betaalt volgend jaar veel meer belasting dan de afgelopen jaren het geval was. Het fictieve rendement stijgt immers naar 7,78%. Voor aandelen is dat niet zo’n gek percentage. Het langjarig gemiddelde rendement van aandelen ligt op 7-8%. Maar ‘veilige’ beleggingen, zoals obligaties of beleggingsfondsen met een defensief risicoprofiel, ­zullen dat nooit halen. Risicomijdende beleggers mogen al blij zijn met een procent of 3-4, terwijl ze belasting ­betalen alsof ze 7,78% halen. De gestegen belastingdruk pakt voor veilige beleggingen dus zeer ongunstig uit. Na aftrek van de belasting en van de kosten van het beleggen blijft er onder aan de streep vrijwel niets meer over. 

Dan kun je beter gaan sparen. Dan houd je netto nog meer over – en loop je minder risico. Er is wel een ontsnappingsmogelijkheid. Als het werkelijk behaalde rendement lager is dan 7,78%, kun je de Belastingdienst vragen om niet het fictieve, maar het ­werkelijke rendement te belasten. Nadeel hiervan is dat de Belastingdienst in dat geval geen rekening houdt met de vrijstelling van €51.396. Bovendien mag je alleen het werkelijke rendement van ál je bezittingen doorgeven; je mag niet van je beleggingen die weinig renderen het werkelijke rendement opgeven en van beleggingen die veel opleveren het fictieve rendement.

Samengevat: nu de belasting op beleggingen volgend jaar flink omhooggaat, worden ‘veilige’ beleggingen minder aantrekkelijk. Sparen of je geld op een deposito zetten is dan een lonkend perspectief.    

Tweede huis: dure grap

Voor veel eigenaren van een tweede huis zal de hogere ­belastingdruk in box 3 een zwaar gelag zijn. Ook zij kunnen een beroep doen op het werkelijke rendement. Dat wordt bepaald door naar de ontwikkeling van de woz-waarde te ­kijken. Neem de woz-waarde aan het begin van het jaar en die aan het einde ervan. Het verschil is de waardestijging en dus het werkelijke rendement.    

Schenk voor het eind van het jaar

Plan eventuele schenkingen. De vrijstelling voor een ­schenking aan je kinderen bedraagt dit jaar (2025) €6713 en volgend jaar €6908. Voor een schenking aan anderen, ­zoals kleinkinderen en vrienden, bedraagt de vrijstelling in 2025 €2690 en volgend jaar €2769. Verder mag je eenmalig aan je kinderen belastingvrij €32.195 schenken (in 2026: €33.129).  Je mag ook meer dan de vrijstelling schenken. Over het meerdere bedraagt de schenkbelasting voor ­kinderen 10% over de eerste €154.197 (in 2026: €158.669) boven de vrijstelling en 20% daarboven. 

Voor kleinkinderen bedragen de tarieven respectievelijk 18% en 36% en voor alle anderen 30% en 40%. Je kunt belasting besparen door een schenking boven de ­vrijstelling uit te smeren over twee kalenderjaren. Je geeft dan bijvoorbeeld eind december een bedrag en ­begin januari nog een bedrag. De ontvanger gebruikt dan twee keer de vrijstelling. Voorbeeld: als je een kind €20.000 wilt geven en je schenkt het bedrag in december 2025 ­ineens, dan bedraagt de schenkbelasting €1328. Geef je twee keer €10.000, bijvoorbeeld eind 2025 en begin 2026, dan bedraagt de belasting €673. Dat scheelt bijna €700. Geef je meer dan de vrijstelling? Dan moet de ontvanger vóór 1 maart van het jaar na de schenking (online) aangifte schenkbelasting doen.   

Geef slim aan goede doelen

Voor giften aan goede doelen geldt het omgekeerde van wat voor schenken geldt: hier kun je juist belasting besparen door giften zo veel mogelijk in één kalenderjaar te doen. Giften zijn in principe alleen aftrekbaar voor zover ze hoger zijn dan 1% van je inkomen*, of van jullie gezamenlijke inkomens als je een fiscaal partner hebt. Dus als de gezamenlijke bruto-inkomens €80.000 bedragen, zijn de eerste €800 niet aftrekbaar. Als je jaarlijks €1200 aan ­goede doelen schenkt, is in dit voorbeeld €400 aftrekbaar.Je kunt belasting besparen door in plaats van elk jaar €1200 te doneren, in het ene jaar €2400 te geven en in het andere jaar niets. Dan is in dat ene jaar namelijk €1600 aftrekbaar in plaats van twee jaar achter elkaar €400 oftewel €800 in totaal.Voor een zogenaamde periodieke schenking geldt de drempel van 1% niet. Die is dus vanaf de eerste euro ­aftrekbaar. Op de website van de Belastingdienst staat meer informatie. 

* Het gaat hier om het verzamelinkomen: het inkomen in box 1, box 2 en box 3.

Meer lezen over Erven en schenken

Naar de special Erven en schenken