Eerder stoppen met werken

Het is minder aantrekkelijk geworden, maar het kán nog wel.

Veel werkenden willen graag eerder stoppen. De afgelopen decennia was dat ook gebruikelijk, maar nu wil de politiek dat iedereen tot zijn 65ste blijft doorwerken. Maar er zijn nog wel mogelijkheden.

Niet meer aftrekbaar

Sinds 1 januari 2006 zijn premies voor VUT en prepensioen niet langer aftrekbaar voor de belasting. VUT en prepensioen zijn aanmerkelijk duurder geworden, en dus onaantrekkelijker. Dat betekende in praktijk het einde van deze regelingen. Voor werknemers die op 31 december 2004 vijfenvijftig jaar of ouder waren, mochten bestaande regelingen worden voortgezet op voorwaarde dat het mogelijk is dat de werknemer de uitkering later mag laten ingaan. Prepensioen- en vroegpensioenregelingen moeten de mogelijkheid bieden tot deeltijdpensioen.

VUT

Eerder stoppen met werken is een fenomeen van de afgelopen decennia. Het begon met VUT-regelingen, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw op grote schaal werden ingevoerd om plaats te maken voor jongeren, die in die tijd massaal werkloos waren. De VUT zorgde voor een inkomen tot aan de ‘echte’ pensioendatum. De financiering was identiek aan de AOW: werkgevers en werknemers betalen voor de huidige vutters, via het omslagstelsel. Werknemers bouwen geen rechten op. Er is dan ook geen ‘VUT-spaarpot’.

Prepensioen

VUT-regelingen werden te duur en werden omgezet in prepensioenregelingen. Werknemers moesten premie gaan betalen voor hun eigen vervroegde pensionering. Sparen dus, zoals bij het ouderdomspensioen. Vaak kwam er een overgangsregeling bij het instellen van het prepensioen. Daarom zijn er in de praktijk VUT-elementen in de prepensioenregeling waarbij jongere werknemers meebetalen aan het prepension van oudere werknemers.
Bij het afschaffen van de regelingen om vervroegd te stoppen met werken, bleek uit onderzoek dat veel werknemers toch eerder willen stoppen. Zij zullen dit zelf moeten financieren. Het is de vraag hoeveel mensen dit daadwerkelijk zullen doen. Het is relatief duur, dus of de animo erg groot zal zijn…

Prepensioen opvragen

Sinds 1 januari 2006 is het mogelijk om bij het pensioenfonds aan te kloppen om het gespaarde prepensioen in z’n totaal op te vragen. In principe kunt u dus ineens over een som geld beschikken. Dat geld kan dan - belastingvrij - worden overgeheveld naar het bedrijfspensioen of de nieuwe levensloopregeling. Bij uitbetaling betaalt u inkomstenbelasting. Of dat mogelijk is, hangt af van uw pensioenfonds. Want elk fonds heeft de bevoegdheid om de opgevraagde som wel of niet ineens uit te betalen.

Overgangsregeling en levensloopregeling

Voor werknemers die op 31 december 2004 vijfenvijftig jaar of ouder waren, mogen bestaande regelingen doorlopen. Voor werknemers die jonger waren, is een nieuwe regeling bedacht, de levensloopregeling. Met die regeling kun je jaarlijks 12 procent van je inkomen opzijzetten voor een periode van onbetaald verlof. Wie op 1 januari 2005 tussen de 50 en 55 jaar oud was, mag meer sparen. Het tegoed mag maximaal 210 procent van het inkomen bedragen. Met het tegoed kun je eerder met pensioen, maar ook het werk geleidelijk afbouwen en het verminderde salaris aanvullen met de spaarcenten. Of een sabbatical nemen, of zorgverlof. De levensloopregeling is (nog?) niet erg populair.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine