Het enige wat ik nog had, was mijn vertrouwde glas wijn

Mijn Verhaal

Glas Wijn
Getty Images

Achteraf verbaas ik me erover hoe lang ik iedereen, inclusief mezelf, voor de gek heb gehouden. Eigenlijk heb ik twintig jaar een haat-liefdeverhouding met alcohol gehad. Maar dat onder ogen zien, dat deed ik absoluut niet. Want drinken, dat doet toch iedereen? Bovendien deed ik het niet elke dag. Ik dronk nooit katers weg. En ik kwam altijd mijn afspraken na. Dus problemen met alcohol, nee hoor, ik niet. Ik was gewoon een levensgenieter.

Irene (58):

Ondertussen zat ik geregeld al om vijf uur ’s middags aan de wijn. Dronk dan ook een glaasje bij het koken. Een slaapmutsje ging er ook wel in. Een feestje, een bruiloft, zelfs een simpele picknick zonder alcohol: dat was onmogelijk.

Met de jaren dronk ik steeds meer. Voor de kinderen hield ik me nog in – waneer ze een enkele keer grapjes maakten omdat ik dronken was geweest, vond ik dat vreselijk – maar toen ook de jongste het huis uit was, ging de rem eraf. Mijn man was veel weg, had niet in de gaten hoe vaak ik ’s avonds in mijn eentje zat te drinken. Steeds vaker verstopte ik de lege flessen. Ik bracht ze zelfs naar een andere glasbak, om buren uit de weg te gaan.

Toen vertelde mijn man me dat hij wilde scheiden. Hij vond dat we uit elkaar gegroeid waren; en hij had gelijk. Toch was ik erg verdrietig. Naar mijn gevoel was ik alles kwijt. Het enige wat ik nog had, was mijn vertrouwde glas wijn. Maar wanneer ik ’s ochtends wakker werd met een droge mond en doffe hoofdpijn, baalde ik steeds meer van mezelf. Op een gegeven moment, ik stond er toen anderhalf jaar alleen voor, besefte ik dat het kantelpunt was gekomen. Als ik zo verder ging, dan zou ik echt afglijden. Mijn nieuwe huis zou nooit afkomen, een nieuwe partner zat er ook niet in. Bovendien dronk ik mijn gezondheid om zeep. Het was tijd mezelf aan te pakken.

Met het schaamrood op mijn kaken heb ik mijn verhaal gedaan bij de huisarts. Hij verwees me door naar een verslavingskliniek, waar ik onder protest naartoe ging. De eerste periode ging het niet goed: ik wilde niet accepteren dat ik nooit – inderdaad, echt nóóit – meer zou kunnen drinken en ik was ook niet bereid om mensen om mij heen te vertellen waar ik mee bezig was.

Maar dat halfslachtige stoppen werkte enkel averechts. Ik moest er voor honderd procent voor gaan. En open zijn. Mijn kinderen bleken zich tot mijn schrik veel meer zorgen te maken dan ik vermoedde. Wat waren ze trots op me, dat ik deze stap zette. Net als familie en vrienden. En toen de knop eenmaal om was, is het eigenlijk heel makkelijk geweest. Ik ben nu bijna twee jaar nuchter. Hoewel er nog geen dag is geweest dat ik niet even, heel even, heb gedacht: wat zou een wijntje nu lekker zijn, is er nooit meer écht verleiding geweest. En het leven kan ook leuk zijn zonder drank. Ja, zelfs met de feestdagen, vroeger voor mij altijd een extra reden om diep in het glaasje te kijken. Nu drink ik alleen maar spa en sap. Saai? Nee hoor. Want ik heb de controle terug, kan weer zonder schaamte in de spiegel kijken en voel me ook nog eens stukken beter. En dat is me veel meer waard!”

Uw verhaal in Plus?

Loopt u rond met iets wat u aan (bijna) niemand durft te vertellen? Deel het met andere Pluslezers; dat mag ook anoniem. Schrijf naar of naar Redactie Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn o.v.v. ‘Mijn verhaal’.