Als kind was ik al anders, geeft ook mijn moeder toe

Het was mijn buurvrouw die het opperde.Dat was vier jaar geleden, ik woonde toen nog maar net in mijn nieuwe huis. Mijn vaste structuur van iedere avond na het werk bij mijn ouders eten was doorbroken, omdat zij naar een verzorgingshuis verhuisd waren.
Hans:
Omdat ik toch graag mijn verhaal kwijt wilde, stond ik vaak bij mijn buurvrouw voor de deur. Te vaak, besef ik nu. Maar dat voelde ik zelf niet aan. Toen ze aanbood mijn honden een keertje uit te laten, vroeg ik gewoon of ze dat niet voortaan drie dagen per week wilde doen. ‘Je doet me denken aan mijn zoon’, zei mijn buurvrouw, toen ze was bekomen van de schrik. ‘Misschien heb jij net als hij autisme?’
Als kind was ik al anders
Hiermee ging het balletje rollen. En ben ik eigenlijk gaan begrijpen waarom ik andere mensen vaak niet begrijp – en omgekeerd. Als kind was ik al anders, geeft ook mijn moeder toe. Ik had veel aandacht nodig en een grote behoefte aan structuur. Wanneer iets anders liep dan gepland, was ik meteen van slag. Op school was ik regelmatig het mikpunt van pestgedrag. Rond mijn 30ste heb ik wel een tijd samengewoond.
Als zij niet duidelijk zei wat ik moest doen in het huishouden deed ik niets, en dat maakte haar boos. En ik was heel ongeduldig als afspraken niet werden nagekomen. Dat is voor mij altijd extreem belangrijk. Zelfs als iemand zegt: ‘Ik bel je zo terug’ en het blijft langer dan tien minuten stil, word ik ongerust. Ik weet nu dat dit allemaal bij autisme hoort. Want dat werd onomwonden vastgesteld, toen ik na het gesprek met mijn buurvrouw een traject in ging. Ik ben opgelucht dat ik dit nu weet.
Maar als ik veel druk voelde, ging het mis
Het verklaart heel veel: dat ik sociale contacten lastig vind, dat ik – al bedoel ik dat helemaal niet zo – opdringerig kan overkomen, dat ik dingen erg letterlijk neem én dat ik anders met prikkels omga. Van dat laatste heb ik veel last gehad in mijn werk. Op zich was ik daar heel goed in; in de supermarkt waar ik twintig jaar werkte wist ik meermaals de omzet van een afdeling te verdubbelen. Maar als ik veel druk voelde, ging het mis. Uiteindelijk ben ik daar zelfs ontslagen.
Heel jammer; had ik toen maar geweten wat ik nu weet. Dat informatie in mijn hoofd niet automatisch in het juiste vakje komt en dat er een soort van kortsluiting ontstaat bij te veel prikkels. Ik heb nu een coach die me bijstaat. Zij helpt me bij het aanbrengen van structuur. Dat is essentieel voor mij, anders zit ik alleen maar op de bank en kom ik er niet meer van af. Op haar aanmoediging ben ik zelfs gaan dansen, ik heb een leuke danspartner gevonden. Die ik níet al te veel moet appen, weet ik nu. Ik leer steeds beter hoe ik met mensen moet omgaan. En wie weet ontmoet ik nog eens een vrouw die mij helemaal neemt zoals ik ben. Daar hoop ik op.”