Pluslezers vertellen: 2023 was mijn jaar!

Réne Verkerk
Petronellanitta

Voor deze vrijwilliger, apenverzorgster, reddingswerker en Feyenoordfan was 2023 een jaar om nooit meer te vergeten.

Willem Louman (65) is vrijwilliger in Wijktuin Noordhove in Zoetermeer. De koning en koningin kwamen hem helpen ter ere van NLdoet, de landelijke vrijwilligersactie van het Oranje Fonds.

Het leek een doodgewone vrijdag in de wijktuin te worden. Maar net toen we wilden starten, kregen we te horen dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima kwamen helpen. Ik dacht dat het een grap was,  tot er allemaal beveiligers met oortjes door de tuin liepen en we onze telefoons moesten uitzetten. Het leek wel een James Bondfilm! Even later stapten de koning en koningin uit de auto, allebei in spijkerbroek. Máxima ging tuinmeubelen schilderen, Willem-Alexander hielp met het vervangen van de houten bakken in de schooltuintjes. Ik vond het leuk om te zien hoe hard hij werkte. Hij was niet te beroerd om het oude hout weg te brengen en ook in de stromende regen ging hij gewoon door. Alle vrijwilligers in de tuin kregen een momentje met de koning of koningin.

Ik heb Willem-Alexander verteld dat ik dit jaar Nederlands kampioen kustvissen in de categorie 55+ ben geworden, daarin was hij erg geïnteresseerd. Verder hebben we het natuurlijk over de tuin gehad. Toen ik een paar jaar geleden na een reorganisatie mijn baan ­verloor, kwamen de muren thuis op me af. Tuinieren is altijd mijn hobby geweest, dus toen ik las dat de wijktuin vrijwilligers zocht, heb ik me aangemeld. Samen met de andere vrijwilligers onderhoud ik de groentetuin. Ook begeleid ik een groep Afghanen en Syriërs die hier in de buurt zijn komen wonen. Door samen in de tuin te werken, leren zij de Nederlandse taal en cultuur kennen. Ik vind het leuk dat ik door de tuin mensen spreek ik die ik normaal niet zo snel tegenkom, het verbreedt mijn horizon.

De koning en koningin zijn wel de laatsten die ik hier had verwacht. Eigenlijk had ik niet ­zoveel met de monarchie, maar sinds de ontmoeting met Willem-Alexander ben ik Oranjefan. Hij is een sympathieke kerel die echt interesse toont in mensen. Daar heb ik respect voor, want door zijn functie heeft hij weinig vrijheid. Als ik zin heb om te vissen, dan ga ik gewoon. Dat zit er voor hem denk ik niet in.”

Getty Images

Reddingswerker René Verkerk (55) arriveerde de dag na de verwoestende aardbeving in Turkije met het USAR-team in het rampgebied. Ze haalden twaalf mensen, een hond en een kanarie levend onder het puin vandaan.

In de twintig jaar dat ik bij reddingsteam USAR zit heb ik een hoop gezien, maar toen ik aankwam in het rampgebied werd ik wel even stil. Mensen stonden totaal in shock naast het lichaam van hun dierbare, anderen ­waren met hun blote handen in het puin aan het zoeken naar familieleden. Razendsnel gingen we aan de slag, want de kans op overleving wordt iedere minuut kleiner. Verdeeld in teams ­trokken we de wijken in en met behulp van de bevolking en lokale hulpdiensten gingen we op zoek.

Soms hadden we succes. Het kwam ook voor dat we een teken van leven kregen, maar dat het te gevaarlijk was om een redding te starten. De bijzonderste redding was die van het 8-jarige jongetje Ibrahim. Ruim honderd uur na de aardbeving werden we aangeklampt door Turkse hulpverleners. Ze hadden iets gehoord onder het puin en vroegen of wij met de speurhond wilden komen. De hond blafte niet – zoals hij doet als hij het zeker weet – maar hij werd wel onrustig en bleef steeds op dezelfde plek. We boorden een gat in de betonplaat, lieten een cameraatje zakken en toen keek ik ineens recht in Ibrahims donkere ogen.

Hij lag in de beschermende armen van zijn vader, die het net als zijn moeder niet overleefd had. Vanaf Ibrahims ­voeten hakten we het beton stukje bij beetje weg, dat duurde anderhalf uur. Normaal ­gesproken wisselen we om de tien minuten, maar er gierde zoveel adrenaline door mijn lijf dat ik gewoon doorging. Er was al een arts onderweg om zijn arm, die klem zat, te amputeren. Gelukkig konden we dat voorkomen en kwam Ibrahim zonder ernstig letsel vrij. Ik krijg nog kippenvel als ik denk aan hoe hij naar me lachte en zijn duim opstak. De ontlading was enorm, iedereen begon te juichen. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook veel mensen die we niet hebben kunnen redden. Gelukkig kan ik daar goed over praten met mijn collega’s, maar ook met mijn vrouw. Dat is ontzettend belangrijk. Als je partner niet achter je staat, kan je dit werk niet doen.”

Kanaries
Getty Images

Sandra van Bruggen (45) was bijna twintig jaar een van de verzorgers van Bokito. In april dit jaar overleed de beroemde gorilla aan hartfalen. Hij werd 27 jaar oud. 

Bokito was wel vaker grieperig, en dan maakten we ons niet direct zorgen. Maar dit keer voelde het anders. Toen hij na twee dagen nog niet beter was, werd besloten om hem onder narcose te brengen en vocht toe te dienen. Ik was die dag vrij, maar keek de hele tijd op mijn telefoon. Toen mijn collega’s me belden om te vertellen dat Bokito tijdens de narcose was overleden, ben ik meteen naar Blijdorp gereden. Het was al avond, maar het hele verzorgingsteam was er om afscheid van hem te nemen. Daarna mocht de groep gorilla’s bij hem, want ook voor hun verwerking is het belangrijk dat ze zien dat hij is overleden. De oudere dieren hadden al vaker een overlijden meegemaakt en nadat ze even hadden gekeken, gingen ze weer hun eigen gang, al weet je ­natuurlijk niet wat er precies in ze omgaat. De jongere gorilla’s begonnen aan Bokito te duwen en trekken, zo van: word nou wakker. Toen werd ik wel even emotioneel.

De band tussen mij en Bokito was niet meteen heel sterk. Ik heb hem echt moeten leren kennen. Hij is in Berlijn door mensen grootgebracht, daardoor had hij een ander soort band met mensen dan andere gorilla’s. Hij kon me goed duidelijk maken wat hij wilde, dat heeft me tot een betere verzorger gemaakt. Al haalde hij ook graag kattenkwaad uit. Als we aan het schoonmaken waren, stal hij soms onze spullen. Die gaf hij alleen terug in ruil voor iets lekkers. Ik vind het jammer dat het in de media altijd gaat over zijn ontsnapping. Daarmee doe je hem en zijn soort echt tekort.

Bo, zoals ik hem noemde, was een fantastische vader en een goede leider. Hij accepteerde bijvoorbeeld gorilla Nasibu als pleegzoon. Het is voor een zilverrug heel bijzonder om een jong van een ander te accepteren. De gorillagroep zit nu zonder leider, maar op den duur zal een zilverrug uit een andere dierentuin Bokito’s rol overnemen. Dat wordt weer een interessante tijd, want apen kunnen ons veel leren. Ook over onszelf.” 

Sandra geeft lezingen over het gedrag van apen. Kijk voor meer informatie op:www.apeskool.nl

Bokito, rest in peace
Getty Images

Yvonne Matthijse (57) was er op 14 mei bij toen Feyenoord in een afgeladen Kuip landskampioen werd.

De sfeer in het stadion bij de kampioenswedstrijd? Daar heb ik maar één woord voor: kippenvel. Vooral toen het grootste spandoek ooit, gemaakt door supportersvereniging De Feijenoorder, onthuld werd. Echt een geweldige actie. Vóór de aftrap liet een medesupporter me haar nieuwe tatoeage zien: ‘Feyenoord kampioen 2023’. Dat zou ik zelf niet zo snel doen, maar het was leuk om te zien hoeveel vertrouwen er was. Toen binnen een kwartier de eerste goal viel, was de ontlading gigantisch. Van die beelden kan ik nu nog nagenieten. Als Feyenoord niet wint baal ik, maar ik kan het ook weer snel van me afzetten. Voetbal is mijn uitlaatklep, het is pure ontspanning. Indertijd bleek mijn toekomstige man een fanatiek Feyenoordfan te zijn. Hij vroeg me mee naar De Kuip en al na één wedstrijd was ik verkocht. Niet alleen vanwege het voetbal, maar ook door het gezellige contact met de andere supporters.

Allemaal mensen die van Feyenoord houden, maar met wie je ook kunt praten over wat er in je leven speelt. Vroeger gingen mijn man en ik jarenlang elke thuiswedstrijd samen naar De Kuip, tot hij door een hernia in een scootmobiel kwam. Ik ging daarna met mijn zoon of met een vriend naar de wedstrijden, maar vond het jammer dat we onze passie niet meer konden delen. Dat veranderde toen mijn zoon vanwege een knieblessure tijdelijk op krukken liep. Omdat hij niet al die trappen op kon, belde ik naar het stadion om te vragen of ze onze plaatsen konden omzetten naar de begane grond. Er was nog plek in het invalidenvak en mijn zoon zei toen: ‘Waarom ga je niet met papa?’ Daarvoor moest mijn man wel een drempel over, want hij vond het moeilijk om zijn beperking te accepteren. Maar toen we er eenmaal waren, vond hij het zó fijn. Sindsdien gaan we weer samen naar het stadion, waar we – dat is dan het voordeel – pal naast het veld zitten.” 

Feyenoord
Getty Images