Een wintersporter die na een val enkele dagen met een hersenschudding op bed ligt, krijgt de verblijfskosten van de verloren vakantiedagen niet vergoed.
Dat blijkt uit een niet-bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. Een verzekerde met een doorlopende reis- en annuleringsverzekering gaat in maart 2023 met een groep vrienden een week skiën in Frankrijk. Op de tweede dag valt hij en loopt hij een hersenschudding op. Zijn zoon meldt het ongeval bij de reisverzekering en de alarmcentrale neemt contact op met de verzekerde. Hij blijft op zijn vakantieadres, kan niet skiën en reist op de laatste dag terug naar Nederland. Bij zijn verzekering claimt hij de verblijfskosten van zes tot acht vakantiedagen. De verzekeraar weigert en de man stapt naar de Geschillencommissie.
Doktersadvies
Bij de Geschillencommissie vertelt de man dat hij naar Frankrijk was gegaan om te skiën, niet om een week op bed te liggen. Op advies van een Franse arts heeft hij bedrust gehouden en licht gemeden. Hij kon niet zelfstandig terugkeren naar Nederland. Door in Frankrijk te blijven konden zijn vrienden hun vakantie voortzetten. Zo heeft hij de schade zo veel mogelijk beperkt. Deze oplossing was bovendien goedkoper dan naar huis gaan.
Bij de Geschillencommissie vist de man achter het net. In de verzekeringsvoorwaarden staat dat annulering is verzekerd als de reis niet kan doorgaan of moet worden afgebroken. In dat laatste geval is een schriftelijk bewijs nodig van een arts uit het vakantieland. In dit geval heeft de Franse arts bedrust geadviseerd. Kennelijk heeft hij niet geadviseerd om de reis af te breken. Gezien de voorwaarden zijn de verblijfskosten daarom niet verzekerd. De verzekeraar heeft de claim van de verzekerde terecht afgewezen.