De verhuurdersheffing, die woningcorporaties en particuliere verhuurders voor elke woning moeten betalen, hoeft niet te worden herzien. Dat concludeert minister Blok van Wonen.
Uit een evaluatie die op zijn verzoek is uitgevoerd, blijkt dat woningcorporaties er beter voor staan dan bij de invoering van de verhuurdersheffing in 2013 werd verwacht. Voor een fundamentele herziening is volgens de minister geen aanleiding. Wel gaat hij de mogelijkheden voor ontheffing in voornamelijk krimpgebieden uitbreiden. De korting op de heffing wordt daar uitgebreid en er komt een korting voor verhuurders die woningen aankopen.
Kwart miljoen woningen
Volgens de evaluatie hebben de Nederlandse woningcorporaties een leencapaciteit van 37 miljard euro om te investeren in sociale woningbouw. Die komt bij de al bestaande plannen van 17 miljard euro voor nieuwbouwinvesteringen. Dat kapitaal kan 250.000 nieuwe sociale woningen opleveren.
Andere conclusie
De Woonbond van huurders, Aedes (de gezamenlijke woningcorporaties) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) presenteerde eerder een eigen evaluatie van de heffing. Deze was een stuk minder positief. Volgens die evaluatie investeren corporaties juist veel minder in sociale woningbouw of hevelen woningen over naar de vrije sector waar de verhuurdersheffing niet geldt.
1,7 miljard
Toch concludeert minister Blok op basis van zijn evaluatie dat verhuurders de huren minder laten stijgen dan is toegestaan. Bovendien zijn er steeds minder scheefwoners, waardoor er meer woningen beschikbaar komen voor mensen met een laag inkomen. Woningcorporaties kunnen volgens Blok verder besparen op bedrijfslasten en bezit verkopen dat niets met sociale huur te maken heeft.
De verhuurdersheffing levert de staat 1,7 miljard euro op.
Bron: NRC
