Kleiner wonen, groter geluk

Lida
Getty Images

Kleiner wonen is een trend die wereldwijd gaande is. Geen zware hypotheek meer, minder spullen en meer vrijheid. Dat ervaarden ook deze Pluslezers toen ze er bewust voor kozen om kleiner te gaan wonen.

Lida van de Kar

Ruim drie jaar geleden ­verhuisde Lida van de Kar (79), dan net een jaar weduwe, van een vrijstaande bungalow in het Drentse Coevorden naar een ­appartement in haar ­geboortestad Amsterdam.

Te groot

Na het onverwachte overlijden van mijn man Rein, in mei 2012, wist ik al vrij snel: ik wil hier niet blijven wonen. Het huis en de tuin waren veel te groot en ­bewerkelijk voor mij en ik voelde me er ook niet veilig alleen.

Heerlijk

Mijn dochters stonden achter mijn beslissing – dat hielp. Zij weten hoe sterk mijn verlangen naar Amsterdam altijd was. Ik hou van die stad, ik ben er geboren en getogen en heb er veel dierbare jeugdherinneringen. Inmiddels woon ik ruim drie jaar in de Watergraafsmeer, de wijk waar ik als kind heb gewoond en naar school ben gegaan. Ik heb een appartement van zo’n honderd vierkante meter, en vind het heerlijk! Ik keek eigenlijk al jaren uit naar ‘kleiner wonen’. Vroeger was ik elke dag bezig, binnen en buiten. Hier stofzuig ik misschien eens in de veertien dagen en buiten hoef ik alleen de planten op het balkon water te geven. Het appartement ligt mooi – ik kijk uit over het groen – en praktisch. De tram stopt bijna voor de deur en ik kan te voet met m’n trolley naar het winkelpleintje. Via een koffieclubje van het Joods Maatschappelijk Werk heb ik nieuwe vriendinnen gemaakt en ik geniet enorm van Amsterdam. Geregeld ga ik met de tram naar de binnenstad om zomaar langs de grachten te lopen of naar een museum te gaan. Soms kan ik nog nauwelijks geloven dat ik dat nu allemaal zomaar kan. Het voelt alsof ik elke dag op vakantie ben.”

Elly en John Zonneveld

Elly (67) en John (61) Zonneveld verhuisden vijf jaar terug van een herenhuis-nieuwe-stijl in Nieuw-Vennep naar een appartement in ­Hillegom. Ze moesten er veel ruimte voor inleveren, maar kregen er vrije tijd voor terug.

Elly en John
Getty Images

Eerder stoppen met werken

Elly: “De keuken is gehalveerd, de zolder gereduceerd tot kast en mijn kledingkast van zes meter breed ging naar anderhalf. Maar wat heeft een mens eigenlijk nodig? Tientallen dozen met spullen heb ik weggedaan: keukenmachines, kleding, planten. Ik heb niks gemist. Ook de ruimte niet. Eigenlijk was het huis in Nieuw-Vennep, waar we sinds 2001 woonden, altijd al te groot voor ons. John had er in eerste instantie wel moeite mee om ruimte te moeten inleveren; zijn grote computerkamer, de klusschuur… Maar door kleiner te gaan wonen, kon hij door de overwaarde op het huis veel eerder stoppen met werken. Dat trok hem over de streep. Hij werkte bijna veertig jaar bij dezelfde vervoersmaatschappij, de laatste jaren weer als buschauffeur, en dat begon hem steeds zwaarder te vallen.

Ongeneeslijk ziek

We komen allebei uit Hillegom en hadden al onze familie, vrienden en clubjes daar. En al is het maar 5 kilometer verderop, het voelde als een heel eind. Dus toen ik hoorde dat er midden in het centrum van Hillegom ‘levensloopbestendige appartementen’ werden gebouwd, hebben we ingetekend. Uiteindelijk hebben we in juni 2011 de sleutels gekregen, en John is drie jaar later, toen ik 65 was, gestopt met werken. En daar zijn we nog altijd heel blij om. In september vorig jaar is bij hem kanker geconstateerd. Ongeneeslijk. Zijn conditie verschilt per dag, maar we proberen nog gewoon leuke dingen te doen: een stuk fietsen, een terrasje, een dag met familie. Het is heel fijn dat er daarbij geen baas in zijn nek hijgt die zegt dat hij weer aan het werk moet. Het is goed zo.”

Cyriel en Agnès Barbé

Oud-docenten Cyriel (67) en Agnès (66) Barbé verhuisden in de zomer van 2015 van een vrijstaand huis in het Zeeuwse Philippine naar een appartement in ­Breda, waar hun dochter en drie kleinzoons wonen.

Cyriel en Agnes
Getty Images

Veel onderhoud

Cyriel: “Op onze studiejaren na hebben we allebei ons hele leven in Zeeuws-Vlaanderen gewoond. Twintig jaar geleden hebben we een huis laten bouwen aan de rand van Philippine, mijn geboorteplaats. Een prachtplek, met een paar honderd meter beuken- en buxushagen en een grote moestuin. Dat vergde veel onderhoud. Zeker twee dagen per week waren we buiten bezig. En ­vanwege de tuin konden we nooit lang weg met onze camper. Zo groeide de gedachte aan verhuizen en kleiner wonen.

Nieuw avontuur

Het werd uiteindelijk Breda omdat we ook graag dichter bij onze dochter en drie kleinzoons, van nu 12, 9 en 5 jaar, wilden wonen. Sinds de geboorte van de jongste pasten we elke week al een dag op. Daardoor kenden we de stad en de omgeving ook al een beetje, en het sprak ons aan. De Biesbosch en heidevelden zijn dichtbij. We zijn de verhuizing echt gaan zien als een nieuw avontuur. Ons appartement is een stuk kleiner dan we hadden, maar klein geeft ook rust: in een uurtje is het schoon. Dan trekken we de deur achter ons dicht en gaan eropuit.

Kleinkinderen

En we zijn nu extra blij dat we hier wonen, want vlak voor onze verhuizing is onze schoonzoon heel plotseling overleden. Drie dagen per week brengt Agnès nu de kinderen naar school, ik ga mee naar de voetbaltrainingen en -wedstrijden, en elke week hebben we wel een of meer ­kinderen te logeren. Dat we dat nu kunnen doen, is een groot geluk.”

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine