Vissen met opa

Getty Images

Vissen... een sport voor mannen die eenzaam aan de waterkant naar hun dobber turen? Vergeet het maar. De kleinkinderen zijn er dol op en gaan graag met opa mee.

'De visverhalen van vroeger zijn zo leuk'

Ties Kuipers (12): “Mijn overgrootvader stond lang ­geleden in de krant, omdat hij een karper van 33 pond had gevangen. Na hem, mijn opa en mijn vader, ben ik de vierde visser in onze familie. Ik vis nog steeds met dobbers en wakers die mijn overgrootvader gemaakt heeft. Die wakers, stukjes kurk die bewegen als de vis bijt, zijn eigenlijk fijner dan de moderne piepertjes. Er zijn wel meer goede dingen van vroeger. Aan oma heb ik een oud blik gevraagd voor mijn visspullen, net als opa heeft. Veel handiger dan een plastic doos met ­sorteervakjes. Een vriend van mij viste ook altijd met zijn opa, maar zijn opa is overleden. Hij heeft de visspullen geërfd en nu gaat hij vaak met ons mee. Opa vertelt ons veel visverhalen van vroeger. Soms te veel, maar meestal zijn ze leuk om te horen.”

'Het streelt mij dat hij met mij mee wil'

Bertus Kuipers (69): “Het is belangrijk dat jongelui zich niet vervelen, want daar komen geen goede dingen uit voort. Daarom ben ik zo ontzettend blij dat Ties graag vist. Het streelt me dat hij mij vraagt om mee te gaan. Hij vindt vooral de rust met mij heel fijn, zegt hij. Ties is een drukke, sportieve jongen. Vissen biedt een mooi tegenwicht. Zo actief als hij op het voetbalveld is, zo geduldig wordt hij aan de waterkant. Het kweken van dat geduld is mijn aandeel in de opvoeding. Turen naar de dobber is een mooie oefening in concentratie. En ik leer hem oog te krijgen voor de natuur. Ik hoop dat hij later, als hij een drukke baan heeft, nog steeds zijn ­hengel pakt om tot rust te komen. Wat zou het mooi zijn als hij dan terugdenkt aan zijn opa.”

 

'Hij leert mij dingen die best eng zijn'

Nina Machielse (9): “Ik was 3 of zo toen ik voor het eerst ging vissen. Ik zag opa met zijn hengel en toen wilde ik dat ook. Het leek me heel leuk om een vis uit het water te halen. Ik doe wedstrijdjes met opa wie het meeste vangt en meestal win ik. Hij leert mij alles, ook dingen die best eng zijn, zoals een vis vasthouden of het haakje uit zijn bek halen. Ik ben trots op mijn opa. Hij doet veel voor andere mensen. Daar heeft hij een medaille van de koningin voor gekregen. En soms is hij heel grappig. Een keer struikelde hij bij het vissen en toen viel hij in het water. Ik moest lachen, maar het was natuurlijk ook wel zielig voor hem.”

'Met haar zijn is belangrijker dan wat vangen'

Pieter van Zanten (79): “Al toen Nina een baby was, hadden we een speciale band. Ze hoefde maar op mijn buik te liggen, of ze viel in slaap. Ze is een nakomertje, een cadeautje. Elke keer dat ik met haar aan het water zit, ben ik dankbaar dat ik dit op mijn leeftijd nog mag meemaken. Vroeger heb ik ook haar moeder vissen geleerd, maar met Nina is het anders. Ik heb nu meer tijd en geduld. Met haar zijn is ­belangrijker dan wat vangen. We kletsen wat over school of thuis, maar kunnen ook stil naast elkaar naar de dobbers kijken. Een kind dat uren geconcentreerd op een stoeltje zit zonder te zeuren, dat vind ik.

 

'Op zijn vaste stekkie ving ik mijn eerste snoek'

Danny Hemprig (18): “Opa is de oorzaak van mijn vis­verslaving. Vier jaar geleden, toen we samen op zijn boot zaten, ving hij een enorme karper. Spectaculair! Dat wilde ik ook, en ik heb nog uren met een hengel op het dek ge­zeten, zelfs toen het donker werd en begon te regenen. Een tijdje later nam hij me mee naar zijn vaste stekkie, waar ik mijn eerste snoek ving. Toen was ik écht niet meer te ­stoppen. Ik vis ook met vrienden, maar het liefst met opa. Met niemand kan ik zo eindeloos over vissen kletsen. We staan permanent in ver­binding met ­elkaar via onze mobieltjes. Als ik iets vang, zelfs midden in de nacht, móet er een ­berichtje naar opa.”

'We gaan samen vissen in Ierland. Wat een cadeau!'

Ron Hemprig (63): “Ik ben visgek, en mijn vrouw en onze zonen ook. Het kon niet anders dan dat ik mijn eerste kleinzoon een hengeltje gaf toen hij net 3 was. Danny vond vissen best leuk, maar niets bijzonders. Dat hij op zijn 14de opeens toch nog met het virus besmet raakte, had ik nooit durven dromen. En zó fanatiek. Uren per week vissen, eindeloos alles op internet lezen. Hij is vorig jaar zelfs begonnen aan een opleiding sportvisserij, om van vissen en natuurbeheer zijn beroep te maken. De rollen zijn nu omgedraaid. Ik leerde hem een hengeltje maken, nu leert hij mij de nieuwste technieken. Deze zomer gaan we samen snoekvissen in Ierland. Wat een cadeau!”

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine